Boeken / Fictie

Svevo van begin en einde

recensie: Italo Svevo (vert. Tom de Keyzer) - Een strijd

Italo Svevo, nom de plume van Ettore Schmitz, was één van de grote modernisten en is vooral bekend door zijn roman De bekentenissen van Zeno (1923). Dat Svevo meer lezenswaardigs heeft geschreven bewijst Een strijd.

De kleine Amsterdamse uitgeverij Serena Libri wil het Nederlandse publiek bekender maken met de Italiaanse literatuur. Het smaakvol vormgegeven Een strijd, met daarin het begin en het einde van Svevo’s schrijverschap, vormt daarvoor een goed begin. Daarnaast is het boekje, dat het verhaal ‘Een strijd’ en ‘De novelle van de goede oude man en het mooie jonge meisje’ bevat, ook een goed begin voor eenieder die het oeuvre van Svevo (verder) wil verkennen.

Een strijd is geschreven in 1888, toen Svevo 27 jaar oud was. In zijn voorwoord schrijft vertaler Tom de Keyzer dat de plot van het verhaal nogal negentiende-eeuws is: een dichter en een sporter vechten om de hand van een jonge vrouw, ‘een deerntje’ in de woorden van Arturo, de dichter. Het literatuurhistorische belang van dit verhaal ligt echter daarin, dat Svevo van de dichter een antiheld maakte, een inetto, letterlijk een ‘ongeschikte’; een loser dus.

Een eerste inetto
Deze figuur blijft Svevo in zijn hele carrière gebruiken, met Zeno als bekendste voorbeeld. Ook de hoofdpersoon uit ‘De novelle’, een rijke zakenman uit Triëst, is zo’n inetto. Dit verhaal, dat vertaald werd door Els van der Pluijm, is in 1929 geschreven, slechts een paar maanden voor Svevo’s dood. Zo bevat Een strijd het begin en het einde van zijn schrijverschap, wat iedere lezer tot vergelijken zal uitnodigen. Het maakt van de bundel een extra boeiende uitgave.

Met die kennis in het achterhoofd leest Een strijd inderdaad als een debuut: het is een melodramatisch verhaal vol grote gebaren en grote passies. Er staat hier liefde op het spel, er is rivaliteit tussen twee uitersten, de taal is soms nog wat onevenwichtig. Zoals hier: ‘[Arturo] had Rosina niet nodig; hij had zijn kunst, zijn muze, daar moest hij het maar mee stellen.’ Met die laatste clausule, een soort achterafzin, kleurt Svevo een beetje buiten de lijntjes. Toch spreekt ook hier al een man met zelfvertrouwen, een schrijver die weet wat hij zeggen wil. De verteller leidt de lezer effectief door het verhaal, zoals bijvoorbeeld hier: ‘[Rosina] was echter niet de vrouw die deze liefde in [Arturo] had doen ontkiemen, het was een oude liefde die hij nu op een ander projecteerde.’ Het psychologisch portret wordt scherp geschilderd.

Een sombere man
‘De novelle’ is geschreven door een oudere, meer volwassen schrijver. Het verhaal is bedaard en grauw, de romantiek verdwenen. Een oude man verleidt een jong meisje, of wellicht andersom, maar een hartaanval noopt hem de relatie te verbreken. Vanuit zijn kamer levert hij commentaar op het leven buiten, terwijl hij begint aan een werk over ouderen en jongeren. Die studie illustreert onbedoeld waarom hij zelf is mislukt. De man bedriegt zichzelf, net als Arturo eerder, en allebei doen ze dat zonder het zelf te weten.

Dat maakt van ‘De novelle’ een tragisch verhaal, extra geaccentueerd door de handelingen van de Eerste Wereldoorlog op de achtergrond. De oude man verdient bakken met geld aan de oorlogshandelingen, maar ergert zich wel aan de lange rijen armen die iedere dag voor de bakker staan. Het is, aldus De Keyzers voorwoord, een satire op Svevo’s eigen werkzaamheden gedurende die oorlog, maar past ook perfect in het verhaal: deze oude man kan van alles vinden, uiteindelijk doet hij niks en is hij een inetto. In afwachting van zijn dood sombert hij wat af achter zijn bureau.

‘Heel kinderachtig’
Enige woorden moeten worden besteed aan Svevo’s vertellers, vooral die van ‘De novelle’. Deze steekt voortdurend een belerend vingertje op achter de rug van de oude man, en doorspekt zijn vertelling met zinnen als deze:

Hieraan kunnen we zien hoe oude mensen in de regel functioneren. Bij de jongeren wordt elk afzonderlijk uur in beslag genomen door de meest uiteenlopende gevoelens, terwijl bij ouderen elk gevoel zijn eigen tijd heeft.

Dit proza is  misschien gelicht uit het werk dat de oude man aan het schrijven is. Het mag soms irritant zijn, de tekst is gelukkig ook doorspekt met geestige commentaren: ‘Hij benijdde iedereen die onbelemmerd over straat liep. Heel kinderachtig.’ De inetti worden zeker niet gespaard.

Een strijd verschijnt hier voor het eerst in vertaling, en ‘De novelle’ is opnieuw vertaald. Het zijn prikkelende verhalen, die nieuwsgierig maken naar meer – gelukkig heeft uitgeverij Athenaeum De bekentenissen van Zeno een paar jaar terug nog in hun Perpetua-reeks uitgebracht. De kenners van dat werk raad ik aan Een strijd te kopen en te lezen, en tegen hen die deze roman een te grote hap in een keer vinden zeg ik: Een strijd is het ideale opstapje naar het werk van deze hoogst boeiende auteur.