Boeken / Fictie

Boeiend?

recensie: Isabel Fonseca (vert. Guido Snel) - Gebonden

Wat doe je als je een liefdesbrief voor je man onderschept? Je wordt boos of verdrietig. Je spreekt je man er op aan. Je scheldt hem uit. Je schopt en slaat hem. Je verlaat gillend het huis. Óf je begint een levendige e-mailcorrespondentie met zijn minnares.

Isabel Fonseca

Isabel Fonseca

Dit laatste doet Jean Hubbard in de debuutroman Gebonden van Isabel Fonseca. De Amerikaanse Jean is een bekende columniste en al jaren getrouwd met haar echtgenoot Mark, een succesvolle reclameman. Op het moment dat Jean de gewaagde liefdesbrief aan Mark onder ogen krijgt, houden ze net een sabbatical op een tropisch eiland. In de brief staat ook een e-mailadres en Jean begint onder de naam van Mark een pikante mailwisseling met Giovana.

Vaart

De toon is gezet en je vraagt je af waar dit uiteindelijk allemaal toe moet leiden. Helaas besluit Isabel Fonseca er allerlei andere verhaallijnen bij te halen. Het opgroeien van Jeans dochter en de verwijdering tussen hen beiden, een borstonderzoek, haar vader die in het ziekenhuis belandt en in coma geraakt. Allemaal gebeurtenissen die op zich misschien een eigen roman waard zouden zijn, maar hier voornamelijk de vaart uit het verhaal halen.

En die vaart is in een groot gedeelte van dit boek een probleem. Fonseca doet erg haar best om mooi en indrukwekkend te schrijven. Ze vervalt voortdurend in bloemrijke beschrijvingen van situaties of de omgeving:

Elke bloesem leek wel opzichtig: de oranje flamboyaboom, de paarse jacaranda, de fuchsia bougainville, de roodmondige hibiscus, die stinkbom de gardenia, de obscene arondskelk. Zelfs haar lievelingsbloem, de bleekblauwe mannentrouw, leek te ver te gaan door op allerlei plekken waar hij niet gewenst was naar binnen te krioelen. Ze smachtte naar een gewone pot met blakende geraniums, buitenwijkblauwe hortensia’s, een nette vaas met geurloze tulpen. In plaats daarvan drong overal om haar heen de onverschillige jungle op. Alles rook verrot of verstikkend zoet.

Een nogal omslachtige manier om aan te geven dat Jean niet zo lekker in d’r vel zit. Iets minder voorbeelden, iets minder bijvoeglijke naamwoorden en iets minder drama was hier wel op zijn plaats geweest. Less is more. En Fonseca gebruikt dergelijke omschrijvingen voor elk wissewasje. Dat is geen mooi poëtisch taalgebruik meer. Het is oeverloos gezwam geworden.

Richting einde

Gedurende het boek lijkt Isabel Fonseca dit ook zelf te beseffen, of haar beeldspraak raakte uitgeput. De tweede helft van het boek maakt ze steeds minder gebruik van zulke uitvoerige beschrijvingen. De bijzinnen zijn er nog wel maar in mindere mate. Het verhaal komt wat meer op gang. En aangemoedigd door het slinkende aantal bladzijden lees je vervolgens wat makkelijker door.

Misschien komt het juist wel door deze stroeve, langdradige eerste helft (of zelfs tweederde) van het boek dat je de uiteindelijke afronding van de originele verhaallijn nauwelijks aan ziet komen. De ontwikkelingen aan het eind zijn ronduit verrassend. Of dat door verborgen kwaliteiten van de schrijfster komt of doordat je na het langdradige begin in slaap gedoezeld bent, blijft een vraag. Het zou zelfs een combinatie van die twee zaken kunnen zijn: het omslachtige taalgebruik is bedoeld om de lezer op een dwaalspoor te zetten. Maar dat lijkt te veel eer.

Het verrassende slot maakt wel wat goed, maar kan niet verhullen dat Gebonden een middelmatige debuut is, een roman waarin de schrijfster te hard haar best doet iets moois neer te zetten en daardoor te veel zinnen en te veel verhaallijnen in één boek probeert te proppen. Maar ben je bereid door tweehonderd pagina’s te ploegen om vervolgens een verrassende novelle van honderd pagina’s te lezen, voel je dan niet door deze recensie gebonden.