Boeken / Fictie

Popilatuur

recensie: Heleen van Royen - De mannentester

Afgelopen 7 september werd de nieuwe roman van Heleen van Royen met de nodige glitter en glamour gepresenteerd. Enkele maanden eerder had Conny Palmen op het Boekenbal duidelijk gemaakt dat schrijvers à la Heleen ‘nietsnutten’ waren die zich dienden ‘weg te scheren uit het land van de literatuur’. De mannentester is inderdaad geen hoge literatuur, maar het is evenmin een chicklit. Van Royen weet onderhoudend te schrijven, daar zijn de meeste recensenten het over eens, en ook het Nederlandse publiek lijkt die mening toegedaan.

Van Royen is een brand die met behulp van een strakke marketingcampagne boeken verkoopt alsof het Starbucks-koffie is. Geheel in de traditie van haar voorgaande boeken hoeft de lezer niet lang te wachten voordat de eerste seksuele toespeling wordt gemaakt. Toch schuilt er een verrassend element in deze roman: het personage Victoria. Een vrouw die realistisch onrealistisch is. Victoria is 27 jaar oud en is ‘mannentester’ van beroep. Voor een mooie financiële vergoeding onderzoekt ze of iemands prins op het witte paard wel trouw is. Inspiratie voor deze bijzondere beroepskeuze kan Van Royen hebben opgedaan in 2007, toen ze zelf een gigolo testte voor haar eigen glossy.

Haat als drijfveer
‘Door de bank genomen, haat ik mannen. Niet allemaal, sommigen zijn te dom om te haten, voor hen volstaat minachting. De vele mannen die ik haat, haat ik vol overgave.’ Mannentester Victoria is duidelijk een mannenhater, en dat brengt ons bij Stieg Larsson, de Zweedse bestsellerauteur in ruste. In zijn Mannen die vrouwen haten is een jonge vrouw eveneens wraakzuchtig ten aanzien van mannen, en ook zij verminkt haar slachtoffers zoals Victoria dat doet als blijkt dat de man de test niet doorstaat: ‘Ik pak het machientje en zet hem aan. De stilte in de kamer wordt doorbroken door een zoemend, licht snerpend geluid. Ik spreid zijn billen (..) Begin rechts naast zijn anus. (..) In vette rode letters kalligrafeer ik de S en de L en de U en de T.’ Volgens NRC-recensent Pieter Steinz pleegt Van Royen geen ‘ideeënroof’, maar worden verschillende passages uit boeken bijeengeraapt onder de noemer intertekstualiteit – men zou het ook een gebrek aan eigen fantasie kunnen noemen.

Inconsequent
Of er nu wel of geen sprake is van ‘ideeënroof’, na een voortvarend begin loopt De mannentester averij op. Dit komt door Victoria die geen sterke vrouw blijkt te zijn, maar een fragiel meisje dat haar jeugdtrauma’s niet heeft verwerkt op de manier die wenselijk is. Ook haar mannenhaat blijkt aan erosie onderhevig als ze een vrouw moet testen. Victoria ontdekt dat vrouwen net zo gemakkelijk te verleiden zijn als mannen. Karaktermoord alom als Victoria verliefd wordt op Fintan, een robuuste, zachte man die een babytijger groot brengt in Artis – een personage dat duidelijk geënt is op Thomas Dörflein, de recent overleden opvoeder van ijsbeer Knut in de Berlijnse Zoo. Naar het einde toe verspeelt Van Royen het krediet dat ze net daarvoor heeft opgebouwd. Met name het plot is zo doorzichtig als de marketingcampagne van De mannentester zelf.

Popilatuur
De sneer van good old Conny op het Boekenbal was behoorlijk politiek incorrect, en niet op zijn plaats. Schrijvers als Heleen van Royen en Saskia Noort zijn zeker welkom op het bal en ze moeten ook gewoon boeken blijven schrijven – talloze Nederlanders weten door deze vrouwen de gang naar de boekhandel te vinden. Het is echter wel zaak dat het predicaat ‘literatuur’ niet klakkeloos wordt gebruikt. Want eerlijk is eerlijk, dit is geen literatuur – en als dat wel zo is, hoe dienen we dan de werken van Nabokov, Kafka en Celine te benaderen? Boeken als De Mannentester hebben het nadeel tussen wal en schip te vallen. Het is noch literatuur, noch chicklit. Misschien is het een idee om in het ‘land der letteren’ een nieuw genre te introduceren: ‘Popilatuur’ wellicht?