Boeken / Fictie

Een claustrofobische tragedie

recensie: Een dagje naar het strand

Het grote voordeel van de tijd, is dat hij met zijn zeis het dorre hout wegsnoeit. Niet lang meer, broeders en zusters, dan is Harry Mulisch hooguit nog een hilarische voetnoot in de geschiedenis van het socialisme in Nederland. Houd goede moed.

In de letteren blijft op den duur niet meer dan een handvol boeken over, afgezien van een enkel oeuvre. Zo is Heere Heeresma ondanks noeste arbeid voor altijd en eeuwig, amen, de man van de novelle Een dagje naar het Strand (1962). Tweemaal verfilmd en nu in een betaalbare editie – want goedkoop is niets meer vandaag de dag.

Naar het strand

~

Het verhaal kan eigenlijk niet simpeler: de aan lager wal verkerende drankliefhebber Bernd neemt gehandicapt kind Walijne van ex-minnares Medusa en geslaagde vriend Carl mee voor een dagje naar het strand, vandaar ook de titel. Vanaf het allereerste begin is duidelijk dat deze Bernd geen enkele controle heeft over de gebeurtenissen. Hij is de held in een Griekse tragedie: dat het slecht met hem af gaat lopen weten we al, het gaat alleen nog om het hoe. Juist door de idiote pogingen die hij doet om toch greep op de dingen te krijgen, krijgt zijn uitzichtloze situatie des te meer nadruk. Hij wil geld lenen van Carl – ‘een schoft’ – en dat lukt dankzij een listig plan ook, maar veel verder helpt het hem ook niet.

Wachtend op de tram – Carl wil met de bus, maar Walijne is als zijn vleesgeworden noodlot uiteraard sterker – krijgt Bernd een optater van kroegbaas Louis, die nog geld van hem krijgt. De klap wordt zoals vrijwel alles in dit boek zonder veel problemen geïncasseerd. De dag verloopt verder ook in de voorspelbare kalme teloorgang, waarbij Heeresma zijn stijl optimaal inzet bij het scheppen van een onheilspellende en tegelijk geruststellende sfeer: alles voltrekt zich zoals de milde, meedogenloze Parcen het bedacht hebben.

Voor een mindere schrijver zou de verleiding van chaos en groot drama onweerstaanbaar zijn geweest, maar Heeresma houdt het klein en dicht bij huis, waardoor het effect des te groter wordt. Het gedoe bijvoorbeeld met de goedkope maar voor Walijne uiterst kostbare schelp is hartverscheurend. Dat het meisje uiteindelijk verdwijnt en zoek blijft, zagen we al bladzijden ver aankomen. Maar doordat we meegevoerd zijn in de alcoholische geest van een vertellende Carl kan dat ons ook niet werkelijk schelen, wat toch knap is. Een soort omgekeerde psychologie, die heel goed werkt.

Hard maar meedogenloos

Het beeldende taalgebruik maakt de novelle (die volgens mij eigenlijk een kleine roman is, maar goed) bij uitstek geschikt voor verfilming, wat dan ook twee keer gebeurde, en niet door de minsten. Roman Polanski waagde zich er in 1970 aan en veertien jaar later volgde de inmiddels door een moslim vermoorde Theo van Gogh. Een opmerkelijk succes voor een auteur die, ondanks nog meer prachtboeken – de ook al verfilmde Zwaarmoedige verhalen –, door het recensententuig nog steeds niet echt tot de canon is toegelaten. Wat op zich weer niet uitmaakt, want zoals we al zagen oordeelt de geschiedenis daar hard en meedogenloos over.

Heeresma zelf trekt zich zoals bekend van al dat onrecht helemaal niets aan. Wel zo verstandig. Tegelijk met EDNHS verscheen het tweede deel van zijn jeugdherinneringen Een jongen uit plan Zuid, over de periode ’43-’46.

Heere Heeresma • Een jongen uit plan Zuid ’43-’46 – deel 2 • Uitgever: De Arbeiderspers • 133 bladzijden • prijs: € 12,50 • ISBN 90-295-6304-4