Boeken / Fictie

In 1q84 staan twee manen aan de hemel, maar verder is alles normaal

recensie: Haruki Murakami (vert. Jacques Westerhoven) - 1q84 (Boek een en twee)

.

Het gonsde al een jaar. Haruki Murakami, de Japanse bestsellerauteur die een gedoodverfde Nobelprijswinnaar lijkt (en de prijs daarom vermoedelijk wel nooit zal winnen), zou met een duizend pagina’s tellend magnum opus op de proppen komen, een trilogie waar de wereld versteld van zou staan. In Japan gingen de prijzige banden als warme broodjes, en dit voorjaar verschenen de eerste twee delen in Nederlandse vertaling.

1q84 heet de trilogie waarmee Murakami bijna alle registers opentrekt waarvan hij zich in de rest van zijn imposante oeuvre al eerder bediende. Het is een surrealistische roman, misschien wel een sciencefictionroman, maar het is sciencefiction in z’n meest realistische gedaante. Zoals Tim Krabbé (een Murakami-fanaat) het ooit beschreef: ‘Als Murakami schrijft over een kikker van 1 meter 80 die Hemingway en Dostojevski citeert (in het verhaal ‘Super-frog redt Tokyo’, uit de bundel Na de aardbeving), dan geloof je hem.’

Uiteraard verwijst de titel van dit reusachtige project naar misschien wel de beroemdste sciencefictionroman uit de wereldliteratuur, 1984 van George Orwell. Maar waar het boek van Orwell geschreven werd in een tijd waarin het jaar 1984 nog in onbekende verten lag, daar schrijft Murakami anno 2009 over het jaar 1984 zoals dat zich 25 jaar eerder voltrok. Althans, daar begint het.

Tengo en Aomame
1q84 kent twee verhaallijnen die heel langzaam in elkaar gevlochten worden. Het is het verhaal van een man en een vrouw, Aomame en Tengo, die voor elkaar bestemd zijn maar elkaar sinds hun tiende jaar niet meer hebben gezien. Aomame heeft zich ontwikkeld tot een fitnessinstructrice annex huurmoordenares (in het universum van Murakami hebben we wel gekkere dingen gezien) en Tengo is een stille, teruggetrokken man die zowel op wiskundig als op literair gebied bijzondere gaven heeft. Hij verdient zijn geld als bijlesleraar en werkt in zijn vrije tijd aan romans die hij niet durft uit te geven.

Als Aomame op een dag met een taxi in de file staat en te laat dreigt te komen op een afspraak, krijgt ze van de chauffeur de gouden tip om uit te stappen en via een voetgangersovergang naar ‘de andere kant’ te gaan. Het is de truc uit de boeken van Narnia of uit Alice in Wonderland: iemand loopt ergens doorheen en aan de andere kant ontvouwt zich een andere, vaak onbegrijpelijke fantasiewereld. Maar als Aomame aan de andere kant arriveert, lijkt er niets aan de hand. Ook aan de andere kant is het Japan van 1984 nog altijd het Japan van 1984.

Wat volgt is een verhaal dat zo ingewikkeld is dat samenvatten bijna onmogelijk is. In het heel kort: Tengo wordt verzocht het manuscript van de zeventienjarige, raadselachtige Fukaeri te herschrijven en Aomame krijgt de opdracht de leider van de religieuze sekte Voorhoede om te brengen. Beide gebeurtenissen gaan in tegen de wil van de Little People, kabouterachtige wezens die in de roman van Fukaeri een belangrijke rol spelen.

Het verhaal is nog niet verteld
Een en ander komt misschien wat onbegrijpelijk over. Niet voor niets neemt Murakami ruim achthonderd pagina’s de tijd om alles zo realistisch mogelijk uiteen te zetten. Daar slaagt hij aardig in. Ook voor de mensen die een aversie hebben tegen kunstgrepen als parallelle werelden en kabouterachtigen die de wereldorde beheersen – en dat zijn er veel – is 1q84 een overweldigend boek. Overweldigend door zijn stijl, het proza dat tegelijk mysterie en traagheid oproept, een proza dat in tempoversnellingen en dromerige klank misschien wel lijkt op de Sinfonietta van Janáςek, een muziekstuk dat de verbondenheid tussen Tengo en Aomame – die elkaar in de eerste achthonderd pagina’s van 1q84 nét niet ontmoeten – verbeeldt. Ook fraai is de wijze waarop Tengo erachter komt dat hij van 1984 is getransporteerd naar het parallelle 1q84, een wereld waarin twee manen aan de hemel staan. Het is de wereld van het boek van Fukaeri dat hij herschreven heeft, zodat 1q84 niet alleen als parallelle, maar ook als fictionele wereld, de wereld waarin de literatuur bestaat, kan worden uitgelegd.

Het verhaal van 1q84 is na de eerste twee delen nog niet verteld. Sterker nog, het is nog nauwelijks begonnen. Het derde deel verschijnt in het voorjaar van 2011. Pas dan kan vastgesteld worden of dit werkelijk Murakami’s grootste werk is geweest.