Boeken / Fictie

Een knappe prestatie, dat wel

recensie: Haruki Murakami (vert. Jacques Westerhoven) - 1q84 (boek drie)

Haruki Murakami is de meester van de hypnose. Zijn laatste werk ontbeert echter de kracht om de lezer honderden pagina’s lang mee te voeren in een magisch-realistische trip.

De eerste twee delen van de trilogie 1q84 besloegen al een kleine achthonderd pagina’s, en met deel 3 voegt Murakami daar nog eens vijfhonderd aan toe. Waarom het slotdeel echter een half jaar later moest verschijnen, wordt niet duidelijk: het verhaal gaat verder waar deel twee ophield.

De wereld met de twee manen
Dat verhaal betreft de dertigers Tengo en Aomame. Ze hebben elkaar lang geleden ontmoet en zijn elkaar vervolgens uit het oog verloren. De liefde die ze beiden hebben gevoeld, is echter ongerept gebleven. Hij is schrijver en wiskundige geworden, zij fitnessinstructrice en huurmoordenares. Decennialang wachten zij al op de onvermijdelijke ontmoeting. Naar die hereniging schrijft Murakami drie delen lang toe. Hij tuigt het klassieke gegeven van de voorbestemde liefde op met een magisch-realistisch verhaal over een parallel universum, waarin Tengo en Aomame verzeild raken: 1q84, een wereld met twee manen, die onzichtbaar wordt bestuurd door dwergen.

Beiden komen onzacht in aanraking met een religieuze sekte; Tengo wordt ghostwriter van een onthullende roman over de sekte, Aomame vermoordt de sekteleider op verzoek van een mysterieuze oude dame. De sekte brengt een achtervolging op gang, waarbij de twee geliefden door een privédetective in elkaars armen worden gejaagd. Deze Ushikawa is naast Tengo en Aomame de derde verteller in het derde deel van 1q84, waarin ieder hoofdstuk de zich parallel voltrekkende gebeurtenissen vanuit een ander pespectief vertelt.

Een achtervolging met het tempo van Proust
Evenals in de vorige twee delen toont Murakami op virtuoze wijze hoeveel noten hij op zijn zang heeft. Dat maakt van 1q84 een rijke trilogie die eindeloos kan worden geanalyseerd op zich parallel afspelende gebeurtenissen en thematiek. De trilogie vertoont bovendien opvallende overeenkomsten met eerder werk van de auteur – denk bijvoorbeeld aan de gedoemde verhouding van Tengo en Aomame en een vergelijkbare affaire in Murakami’s bekendste werk Norwegian Wood. Echter, de auteur lijkt het zijn lezers met 1q84 ook weer niet al te moeilijk te willen maken. De roman is weliswaar topzwaar door de vele motieven en filosofische en literaire verwijzingen, maar Murakami expliciteert vrijwel ieder thema en motief.

Dit doet hij onder andere door een van zijn personages een verhandeling te laten houden over Carl Jung, wiens theorieën over het onbewuste een belangrijke rol spelen in de parallelle wereld die 1q84 voorstelt. Ook literaire verwijzingen blijven zelden impliciet: het isolement van al zijn personages (die elkaar voortdurend net niet ontmoeten) en de eindeloze beschrijvingen van hun dagelijkse handelingen doen denken aan Proust. Vanzelfsprekend leest Aomame Proust en wordt keer op keer herhaald hoe zij zich weer zet aan de eindeloze beschrijvingen in De kant van Swann – meta-Proust dus eigenlijk.

Een marathon, geen wereldrecord
Bevestigt 1q84 Haruki Murakami’s reputatie als groot schrijver? Ja. Is 1q84 daarmee een briljante trilogie? Nee. Het getuigt van een grote kennis en beheersing van literatuur en filosofie om een dergelijk verhaal niet alleen te componeren, maar de touwtjes ook nog eens tot het bittere eind stevig in handen te houden. Toch is de compositie niet voldoende om de aandacht van de lezer vast te houden. Het grootste bezwaar is Murakami’s stijl, die dit keer niet vloeiend genoeg is. Met name de dialogen zijn voorspelbaar, zouteloos en niet zelden volkomen onbelangrijk voor de voortgang van het verhaal. Daarnaast komt ook het einde, hoewel voorspelbaar, toch nog uit de lucht vallen. Bovendien concentreert het slot zich volledig op Tengo en Aomame, en worden alle andere, zorgvuldig getekende personages aan hun lot overgelaten in de vijandige parallelle wereld van 1q84.

Het is een wonderbaarlijke prestatie, het schrijven van een magisch-realistische trilogie die een nieuwe wereld oproept. Vraag het Tolkien maar. Maar 1q84 blijft vooral in je hoofd als een knappe prestatie, zoals ook het lopen van de marathon (Murakami’s grote hobby) een knappe prestatie is. Maar alleen diegene die de marathon binnen twee uur loopt, vestigt zijn naam in de geschiedenis. Daarvoor doet Murakami er toch te lang over.