Boeken / Fictie

Onderschatting van het schrijversvak

recensie: Geluk is voor de dommen

~

Hans Vervoort komt met een nieuwe verhalenbundel. Aan dit laatste woord kleeft een raar smaakje. Verhalenbundel. Stukjes-tussen-neus-en-lippen. Gedachten die niet groot genoeg waren voor het ‘echte’ werk: een roman. Verhalenbundels zijn dan ook de ideale cadeautjes omdat er veel variatie in zit en ook de minder volhardende lezer weet zich er doorheen te banen. Vervoort presenteert met Geluk is voor de dommen een boek vol variatie, zowel in vormen, thema’s als kwaliteit.

Het korte verhaal is een klasse apart. Dat zeg ik omdat ik ze zelf schrijf, maar ook omdat het zo is. Het korte verhaal legt de maker een groot aantal beperkingen op: de lengte natuurlijk, maar ook een bondige karakterschets van personages is vereist, het beheersen van hoofd- en bijzaken, het in de hand houden van thema’s. Alles draait om de sleutelwoorden ‘kort’ en ‘bondig’. Korte verhalen zijn romans in het klein, beperkt tot de hoofdzaak.

Climax?

Wat na het lezen van Vervoorts bundel onomwonden duidelijk wordt, is dat een goede ontknoping de drijvende kracht is achter een goed verhaal. Wanneer een climax ontbreekt stort zo’n verhaal als een wankele Jenga-toren in elkaar. In Taai ongerief gaat het bijvoorbeeld over de Nederlandse kleding die de ik-figuur na zijn repatriëring in 1953 van zijn moeder krijgt. Zijn moeder heeft in Indië de mode niet bijgehouden en de ik krijgt een drollenvanger aangemeten, en een felrode trui. De climax van dit verhaal gaat erover dat de rode trui afgeeft op het witte overhemd dat de ik eronder aanheeft, en dat daardoor de oksels roodgekleurd zijn en hij zich vreselijk schaamt: Er was in dat samengaan [van de kleur van de trui met overhemd in de oksels] iets ontstaan dat niemand op zijn netvlies wilde hebben. Schromelijk overdreven.

Onderschatting

Er zit wel een zekere originaliteit in de meeste verhalen, maar het lijkt alsof Vervoort zich er met een Jantje van Leiden vanaf maakt. Een bedrijfje als de Laatste Wens Service, dat spullen uit het huis van een overledene haalt om die discreet te vernietigen is een geniaal idee, maar Vervoort zit er wat mee te spelen en te pielen. Het ontstaan van het bedrijfje schetst hij nog met interesse, maar zodra er een zogenaamd geheimzinnige vrouw overlijdt, leunt Vervoort achterover omdat hij denkt dat het verhaal zich met zo’n mysterie zelf wel af kan schrijven. het is de gemakzucht in bijna elk verhaal van Geluk is voor de dommen waar ik me vreselijk aan erger. Vervoort bedenkt wat, denkt vervolgens het Ei van Columbus gevonden te hebben en vertrouwt erop dat het door die leuke inval vanzelf wel geniaal wordt. Ik vind dit niet alleen een onderschatting van het schrijversmetiér, maar nog veel meer van de lezer.

Cliché

Maargoed, plot en clou zijn niet alles. Er is ook nog de manier van opschrijven. De achterflap roemt de ‘droge stijl en Vervoorts relativerende verteltrant’. Die verteltrant is zelf te relativeren, want als er iets opvalt aan Vervoorts stijl is het wel een voorliefde voor vreselijke clichés. Een kort verhaal vereist een bondige formulering, maar om kreten als ‘drank hielp. Als ik er maar genoeg van naar binnen werkte kwam ten slotte [sic] de slaap wel’ te gebruiken om het verdriet van een man die zijn vrouw en kind kwijt is te schetsen, is ronduit goedkoop. Als het vervolgens verder gaat met het overbekende idee ‘bij het wakker worden de volgende dag (zo laat mogelijk) was er altijd heel even een neutraal moment’, hoef je niet eens meer verder te lezen om te weten dat vervolgens ‘de herinnering toeslaat’ en de ik weer teruggooit in ‘die lange donkere tunnel van verdriet’. En natuurlijk staat hij op een dag op en gebeurt dat niet meer. ‘Op een dag werd ik wakker. […] de pijn was weg. Nee, was draaglijk geworden.’ Verrassing!

Vervoort schept zijn verhalen veel te achteloos. In het persbericht bij het recensie-exemplaar werd de klacht verwoord dat mensen geen serieuze aandacht opbrengen voor het korte verhaal. Vervoort moet daar verandering in brengen. Maar hoe wil hij dat doen als hij zelf niet eens serieuze aandacht wil, of kan besteden aan zijn eigen korte verhalen?

Succes

~

Er staan te veel verhalen (19) in de bundel om ze allemaal te behandelen in deze recensie, maar het idee wordt duidelijk. Natuurlijk bevat de bundel ook stukken die dergelijke tenenkrommende clichés achterwege laten, maar die zijn veruit in de minderheid. Om over stukken met goede plot, opbouw en climax maar te zwijgen. Het enige verhaal dat leuk is bedacht en zonder al te veel gemeenplaatsen is uitgewerkt, heet Sterrenslag. Het gaat over een slecht verkopende schrijver die zijn eigen dood fingeert om meer boeken te verkopen, maar dat vervolgens bekend maakt aan de pers, waardoor zijn boeken plotseling wel in de belangstelling komen te staan en hij alsnog succesvol wordt.
Vervoort geniet een redelijk succes en heeft ook andere titels op zijn naam staan. Maar als dit zijn debuut was geweest, was hij net zo’n dood gestorven als de slecht verkopende schrijver uit zijn verhaal. En ik weet niet of het dan wel goed zou aflopen.

Lees en oordeel zelf:

www.hansvervoort.nl
Het Taaie Ongerief