Boeken / Fictie

Alle dertien goed

recensie: Hans van der Heijde - Horizontale reizen

Dertien verhalen in een bundel. Dertien: is dat wel een geschikt aantal verhalen om in je literaire debuut op te laten nemen? Als beginnend schrijver is het al lastig genoeg, ook als je niet met een ongeluksgetal te maken hebt. Is het niet verstandiger om voor een veiliger aantal te kiezen? Wat Horizontale reizen van Hans van der Heijde betreft is het antwoord een hartgrondig nee. Zijn eerste bundel mag er zijn. Het is weliswaar wennen aan de fragmentarische stijl en de afstandelijkheid ten opzichte van de ik-persoon. Maar eenmaal in het ritme van de schrijfstijl beland is het goed vertoeven in de werelden die de auteur heeft opgeroepen.

Het eerste wat opvalt is de manier waarop de verhalen opgedeeld zijn in korte alinea’s. Dit geeft een versnipperde indruk, alsof je geen verhaal aan het lezen bent maar een snelle opeenvolging van losse anekdotes. Een beetje het stand-up comedian concept in plaats van de samenhangende show van een cabaretier. In het begin is dat even wennen, vooral ook omdat het overkoepelende verhaal vaak geen afgebakend begin en/of einde heeft. Maar de inhoud van deze anekdotes en de manier waarop de situaties beschreven zijn, nemen je toch al snel mee in de vaart van het boek.

Douglas Adams

De verhalen spelen zich af in de Verenigde Staten en Oost-Europa maar ze ademen soms een absurditeit uit die me in de verte deden denken aan de intergalactische werelden van Douglas Adams (The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy). De personen in de diverse verhalen komen in situaties terecht die totaal wereldvreemd overkomen. Zoals bijvoorbeeld de brandweer van een klein dorpje die tijdens de ramp van 11 september in New York wordt gevraagd te assisteren, maar daar eigenlijk nooit aan toekomt omdat ten eerste de brandweerwagen de verkeerde kleur (groen) heeft en daarnaast de brandweermannen de weg kwijt zijn. En elke keer als ze die willen vragen als helden worden ontvangen door de plaatselijke bevolking en volgegoten met drank. Zo doorspekt de auteur menigmaal zware thema’s als wereldrampen en oorlogen met absurde, kleine persoonlijke problematiek. Dat werkt relativerend, maar ook confronterend. De verhalen die zich in Oost-Europa afspelen en onder andere het oorlogsverleden van Polen behandelen, geven juist door deze fragmentarische, absurde stijl de zinloosheid en waanzin aan van zo’n oorlog.

Ik

Een ander punt dat opvalt is het gebrek aan inzicht in de ik-persoon. De verhalen lijken, op een enkele na, gebaseerd op de ervaringen van de schrijver zelf, maar door al de verhalen heen krijgen we nauwelijks inzicht gegeven in diezelfde persoon. De ik-persoon vertelt het verhaal maar vervult zelden echt de hoofdrol. De overige personages zijn duidelijker uitgesneden, meer aanwezig. Ook dit voegt iets toe aan de toch al vreemde afstandelijke sfeer.

Apart

En dat geeft je als lezer een apart gevoel. Apart op een positieve manier. De stijl is wennen door de vervreemding die je erdoor ondervindt, maar niet onprettig. De verhalen lijken soms incompleet, maar wel van begin tot eind onderhoudend. De sfeer is absurd, maar ook met een trieste schoonheid.
En mijn mening is positief, met een toefje droefheid. Droefheid, omdat ik uiteindelijk denk dat dertien toch geen goed aantal is geweest. Veertien was veel beter geweest.