Boeken / Fictie

Fortuna zal haar weg vinden

recensie: Hannah Pittard (vert. Karina van Santen en Martine Vosmaer) - Het lot van Nora Lindell

Eén ding is zeker. Zo’n dertig jaar terug, tijdens Halloween, verdween Nora Lindell spoorloos uit een slaperig provinciestadje. Ze laat een groep puberende jongens achter. Met deze gegevens als uitgangspunt onderzoekt de jonge schrijfster Hannah Pittard wat een plotselinge vermissing van een tienermeisje met haar achterblijvers doet.

In haar debuutroman Het lot van Nora Lindell schetst Pittard in prachtige volzinnen de geruchten en aannames die de jongens aaneensmeden tot het verhaal van Nora. De suggestie dat het meisje weleens een lift zou kunnen hebben aangenomen, leidt bijvoorbeeld tot de fantasie dat zij, bizar maar dapper aan een verkrachtingspoging ontsnappend, in Arizona aankomt en daar een arme doch trouwe Mexicaan trouwt. Alle halve en hele aanwijzingen die in de loop der jaren volgen kunnen de jongens daarna alleen nog in het licht van dit verhaal zien.

De waarheid van een sympathieke Mexicaan


De jongens verzinnen aanvankelijk een vertederend onschuldig verhaal. Zij zijn zo begaan met het lot van Nora dat zij het idee dat ze dood of verkracht zou kunnen zijn simpelweg niet kunnen verteren. Ook de Mexicaan die zij in hun verbeelding trouwt, verdient een plekje in hun hart. De verteller beseft terdege dat de wens in hun geval de vader van de gedachte is:

Het enige wat rest: bedekte toespelingen en gissingen, halfware verhalen en roddels over wat er gebeurd zou kunnen zijn. Misschien. Maar waarom zouden we haar het hart van de Mexicaan laten breken? Waarom geven we hem niet iets wat ze ons nooit gaf? Heeft hij het niet verdiend? Heeft hij niet meer verdiend dan wij?

Als hongerige wolven verwerken de jongens iedere aanwijzing in hun verhaal. Ze willen echter niet dieper ingaan op de veel donkerdere waarheid die het lijkt te verbergen. Verwijzingen naar een mogelijk veel tragischer lot van Nora Lindell zijn er namelijk voldoende.

Aanwijzingen


Zo is er de schimmige figuur van Trey Stephens. Destijds Nora’s vriendje, maar vreemd genoeg de laatste die iets van haar vermissing hoort. Jaren later wordt hij veroordeeld voor misbruik van de minderjarige dochter van een vriend. Een verband met Nora’s vermissing ligt voor de hand, maar wordt nooit uitgesproken.

De vondst van mensenbotten aan de oever van de rivier speelt eenzelfde suggestieve rol. En de ervaringen van andere jonge meisjes in het boek kunnen wellicht ook gelezen worden als een verwijzing naar wat wellicht met Nora is gebeurd. Pittard bouwt daardoor knap een beklemmende onderhuidse spanning op. De lezer wil wel met de jongens mee geloven in hun naïeve voorstelling van Nora’s lot, maar voelt dat dit een duister vermoeden moet toedekken.

Life happens…

De jongens worden ondertussen ouder. Ze trouwen, krijgen kinderen en rekeningen. Ze denken steeds minder aan Nora en meer aan hun zwembadfeesten, scheidingen, kankers en alle andere bijverschijnselen van het volwassen worden. Hun nostalgische hunkering naar een verdwenen jeugdleven wordt steeds moeilijker vol te houden. Het verstrijken van de tijd sinds de verdwijning verwoordt Pittard haast poëtisch:

Nu we op hetzelfde uur thuis moesten zijn maar de dag ineens langer was, terwijl onze moeders thuis op ons zaten te wachten, terwijl het leek of de bladeren in één middag verkleurden en vielen, van groen overgingen in tingrijs in niets, bleven we buiten, uit de buurt van onze ouders.

Het lot van Nora Lindell staat vol met dit soort pareltjes. Dat de poëtische schoonheid van Pittards verteltrant ook in de Nederlandse vertaling overeind blijft, is knap. Toch moet als klein kritiekpunt worden opgemerkt dat de oorspronkelijke titel niet had mogen sneuvelen. The Fates Will Find Their Way klinkt wellicht wat corny, maar dekt de inhoud veel beter.