Boeken / Fictie

Dichten tegen beweging

recensie: Gottfried Benn (vert. Huub Beurskens) - Statische gedichten

.

Een jaar na publicatie van zijn Statische gedichten schrijft Benn in één van de vele brieven aan F.W. Oelze: ‘Mijn huidige vrouw heeft niet veel op met mijn soort lyriek, altijd maar graf en ondergang, zegt ze, ik zou iets anders moeten verzinnen.’ Al getuigde haar advies niet van veel poëtisch inzicht, in haar observatie had Benns vrouw gelijk. De ondergang en de eenzaamheid zijn belangrijke motieven die in bijna elk gedicht terugkeren. De dichterlijke ‘alleenspraak’ van Benn is bovenal een herdenken van het verlies van de oude kosmische orde van de wereld:

De werelden drinken en laven
Zich aan een roes voor een nieuw heelal
En de laatste Quartairen begraven
Het ptolemeïsche met droom en al.
Verval, vergeefsheid, verglimmen –

Poëtische statica


Zoals Benn zelf al schreef aan Oelze kan de titel van zijn bundel als aanstootgevend worden ervaren: is poëzie niet veeleer dynamisch dan statisch? Statica heeft voor Benn een reeks betekenissen. In zijn brieven, zoals ook Beurskens laat zien in zijn nawoord, plaatst hij dit begrip dikwijls tegenover ‘faustisch’: de statische dichter wordt niet door een onbegrensd streven gekenmerkt, maar juist door een vermogen zich te beperken en zich te binden aan vorm en gestalte. Maar statisch betekent voor Benn ook dat de dichter zich dient te onthouden van engagement met politieke bewegingen en zich niet dient te mengen in de drukte van het menselijk handelen en het menselijke verkeer. In het gelijknamige gedicht zegt Benn het als volgt:

Richtingen aanhangen,
Handelen,
Af en aan reizen
Is het teken van een wereld
Zonder klare blik.

De klare blik is niet weggelegd voor de rusteloze reizen, het vluchtige handelen of het politieke engagement. Het oogmerk van het gedicht is de statica waarmee een gestalte en een vorm tot stand wordt gebracht zonder ontwikkeling:

Ontwikkelingsvreemdheid
Is de diepte van de wijze,
Kinderen en kindskinderen
Baren hem geen zorgen,
Dringen niet bij hem door

Vertaling


De uitgever heeft er goed aan gedaan voor een tweetalige editie te kiezen, want al heeft Beurskens een indrukwekkende prestatie geleverd met zijn vertaalwerk, het Duitse origineel blijft toch onontbeerlijk om door te kunnen dringen tot de dichterlijke wereld van Benn. Neem bijvoorbeeld ‘Gedichten’. In de tweede en de derde strofe van dit gedicht speelt Benn met de spreuk van Schiller die vooral bekend geworden is dankzij het voorwoord van Hegels rechtsfilosofie: ‘Die Weltgeschichte is das Weltgericht’. Benn kritiseert deze regel. Voor hem is het niet de wereldgeschiedenis die een oordeel vellen mag, maar het is de taak van de poëzie:

Een nieuw kruis, een nieuw strafgericht,
Maar een plaats zonder bloed en strop,
Ze zweert in strofen, oordeelt in het gedicht

In de vertaling is ‘Weltgeschichte’ weergegeven als ‘wat ter wereld werd gesticht’. Dit behoudt wellicht de klank van het origineel, maar verliest de belangrijke verwijzing naar Schillers spreuk. Daarmee raakt tevens Benns verzet tegen een dergelijke geschiedenisopvatting verloren, waaraan hij ook elders, in zijn essay ‘Zum Thema Geschichte’, refereert.

Tegenover de gang van de geschiedenis die getekend wordt door ‘macht en moordverbond’ staat het vers dat blijft omdat ‘de strofe waart van mond tot mond’ en zo ‘bespot alle gedoe en trotseert de tijd’, zoals Benn schrijft in het prachtige ‘Verzen’. Zo is de eenzame dichter

Onaangedaan kijkt hij toe hoe anders
De aarde was toen hij begon met bestaan,
Niet meer Sterf en niet meer Verander:
Vormstil kijkt hem de voleinding aan.