Boeken / Fictie

‘Ik ben een soort katholiek milieudier’ – kanttekeningen bij Reve

recensie: Gerard Reve & Geert van Oorschot - Briefwisseling 1951-1987

Dat het ooit nog goed zal komen tussen Gerard (Kornelis Markies van het) Reve en Geert van Oorschot is onwaarschijnlijk. De Volksschrijver slijt zijn ouderdom in geestesvaagheid en de uitgever ligt alweer vele jaren in zijn graf. Een plan dat al in 1974 werd geopperd wordt nu dan eindelijk verwezenlijkt: de uitgave van de brieven die Reve aan Van Oorschot schreef. Aangevuld ook nog met de tegenbrieven van Van Oorschot. Hierdoor ontstaat een fraai beeld van een langdurige en vaak stormachtige verhouding, die eindigde met een rechtszaak en de dood. Anders dan bij de briefwisseling tussen dezelfde Van Oorschot en Hermans staan de brieven bij elkaar in één band en zijn ze voorzien van uitputtende uitleg door Revespecialist Nop Maas.

Over de uitgave van de brieven was Reve al vroeg duidelijk: “Er is veel waardeloos ge-urm bij, maar ik ben zo langzamerhand reeds zo oud, dat ik één stuk literatuurgeschiedenis ben geworden.” Ondanks deze relativerende woorden is de briefwisseling alles bij elkaar een interessante en zeer uitgebreide kanttekening bij het oeuvre van de Blanke Dichter van Stad en Land, met zijn uitgever als aangever. Het is echter niet, zoals sommigen beweren, de allerlaatste briefwisseling van belang. Het wachten blijft op de brieven, kaarten en telegrammen aan (en liefst ook van) Tijger en Woelrat, die in 1997 nog werden geveild, net als de brieven aan de jonge Indische Nederlander R. Van beide mochten we glimpen inzien, en die doen alleen maar verlangen naar meer.

Besmettelijk proza

Ook aan mengelwerk is nog voldoende op voorraad, en het is allemaal boeiend en uitgeefwaardig. Zelfs de punten en komma’s van Reve zijn per stuk superieur aan het complete oeuvre van A.F.Th. van der Heijden in luxe editie met leeslint, of het broddelwerk van nog mindere goden. Vervelend alleen, dat het zo besmettelijk is. De ontvankelijke ziel kan geen Reve lezen zonder veel van diens stijlkenmerken over te nemen, en vaak gaat dat zo sluipenderwijs, dat je het Zelve niet eens in de gaten hebt.

De correspondentie die nu vers in de winkels ligt is in de eerste plaats van belang voor de mensen met literaire smaak. Veel van wat Reve en Oorschot melden kennen we al uit andere uitgaven, maar dat is nou juist de kracht van dit werk. Hoe vaak Reve een anekdote of observatie ook vertelt, het blijft fascinerend. Op de voet volgen we zijn vele aarzelingen in de jaren vijftig, toen hij hevig op zoek was naar de vorm waarin hij zijn particuliere levens- en maatschappijvisie kon gieten, de worstelingen in de jaren zestig, het succes dat daarna kwam, de prachtboeken en de strijd die leven heet.

Pleegvader

~

Van Oorschot toont zich daarbij vanaf het begin de pleegvader die hij uiteindelijk ook zou worden, en geeft ons niet alleen inkijkjes in de rest van de Nederlandse letteren, maar gunt ons ook een blik in de keuken en woonkamer van zijn eigen leven, waar het ook niet altijd vreugde en pret was. Wat opvalt is dat de relatie uiteraard zijn moeilijkheden kent, vooral op het zakelijke vlak, maar dan toch veel en veel minder dan die tussen de uitgever en Hermans. De meeste brieven kennen de aanhef ‘Lieve’, en als Reve een keer met ‘Beste’ begint is Van Oorschot per omgaande aangedaan. Dat het in tranen eindigt komt waarschijnlijk vooral toch door zijn overlijden, anders was het vast nog goed gekomen, zoveel is zeker. Ondanks de steeds grotere rol die Vos zich toebedeelt:

Matroos heeft zo goed als al mijn relaatsies ter dood veroordeeld, en van elk ook het gratieverzoek afgewezen, maar op jou is hij merkwaardigerwijze erg gesteld.

De inhoud schenkt ons weer nieuwe nuances aangaande werk en biografie. Reve zet zijn religieuze gedachten een aantal malen op heldere wijze uiteen en maakt ons ook deelgenoot van zijn opvattingen over literatuur, en dan niet alleen de zijne. Bijzonder aangrijpend, maar het is vooral de manier waarop hij het opschrijft die hem helemaal tot op de hoogste toppen van de zangberg tilt. Daarvan in dit kloeke deel meer dan genoeg voorbeelden. Koop dat boek en zoek je eigen favoriete passages.