Boeken / Non-fictie

De romantische orde van Ger Groot

recensie: Ger Groot - De gelukkigste illusies

.

Dat Ger Groot in veel, en zeker niet de minste, tijdschriften een podium wordt geboden is niet verwonderlijk. Groot is een begenadigd stylist wiens eruditie zich uitstrekt tot tal van onderwerpen. Deze veelzijdigheid van de auteur laat zich terugvinden in de verschillende thema’s die hem in De gelukkigste illusies bezighouden. Groot schrijft over de ervaringen van het vaderschap en over de aantrekkingskracht van het stierengevecht. Hij kapittelt de hedendaagse kunstenaar die slechts een steeds intensiever schokeffect beoogt. Hij kruipt in de huid van de man die bedrogen wordt door zijn geliefde en geeft een haast fenomenologische beschrijving van de gevoelens van haat, wanhoop en onmacht die de bedrogene in de greep houden. En daarnaast laat hij ook nog eens zien een kenner van literatuur te zijn en een filosoof die op vakkundige wijze de vraag naar de betekenis van literatuur en literatuurwetenschap onophoudelijk opwerpt.

Tweeslachtigheid


De gelukkigste illusies
biedt bovenal een kaleidoscopisch zicht op de vele gedachten die de auteur heeft met betrekking tot de erfenis van de Romantiek, waarbij de eenheid – ook voor Groot zelf – zoek is. Nu eens is de fascinatie van het kwaad onvermijdelijk en verscheurend aantrekkelijk, dan weer leidt het tot een veronachtzaming van het goede van de alledaagse werkelijkheid en lijkt de schrijver in de melancholieke levenswijsheid van de Prediker een alternatief voor de Romantische dwaasheid te vinden.

Groot maakt zichzelf geen zorgen over zijn tweeslachtigheid: voor hem gaat deze ambiguïteit wezenlijk gepaard met een denken dat zich dicht bij de doorleefde ervaring wil ophouden. Maar men kan zich afvragen of de filosoof in de essayist hier genoegen mee kan nemen. Wanneer de filosoof terugkijkt op de essayist die zijn eigen nieren op vele, verschillende wijzen heeft geproefd, kan de vraag niet uitblijven hoe deze tegenstrijdige ervaringen tijdens een leven lang nadenken nu eigenlijk samenhangen.

Eenheid

Deze vraag naar samenhang riekt, voor een sterk door Nietzsche en Derrida beïnvloedde schrijver als Groot, ongetwijfeld te veel naar een metafysische zucht naar eenheid. Vandaar, misschien, dat Groot, terugkijkend op zijn verzameling essays, de vraag naar de samenhang in z’n vele overwegingen in de inleiding van De gelukkigste illusies expliciet naast zich neerlegt. Maar het overdenken van een samenhang is niet per se identiek met het fabriceren van een metafysisch construct. Eerder is het een vraag naar de raakpunten waar de ongelijke ervaringen contact met elkaar maken en zo het ene leven van de essayist, filosoof, literatuurlezer, vader en stierenvechter Ger Groot laten plaatsvinden. Temidden van de rijkdom aan inzichten die deze bundel te bieden heeft, zoekt de lezer tevergeefs naar deze vraag. Maar wellicht biedt het essay, dat in de handen van Groot een ijzersterk medium is om ervaringen te vertolken, niet de meest adequate vorm om volhardend naar deze samenhang te kunnen vragen. En daarmee ligt er nog een vraag te wachten op een antwoord van de filosoof Ger Groot.