Boeken / Non-fictie

Een Odysseus van de Verlichting

recensie: Brieven van Georg Christoph Lichtenberg

Het lijkt wel of de achttiende eeuw aan een ernstige revival onderhevig is. Nu weer is een selectie brieven vertaald van de Duitse wetenschapper en bultenaar Georg Christoph Lichtenberg: een merkwaardige figuur met dito levenswandel.

Lichtenberg (1742-1799) was niet alleen mismaakt door niet één, maar twee bochels, hij was ook nog eens opvallend klein. Zoals dat vaker gebeurt, compenseerde hij dat allemaal – even wat psychologie van de koude grond – door het ontplooien van een heleboel woeste activiteiten en de ontwikkeling van een eigenzinnig karakter. Tijdens een storm op zee laat hij zich vastbinden aan de mast, opdat hij het natuurgeweld ten volle kan beleven. De rest van de equipage ligt brakend en groen in het vooronder, maar Lichtenberg geniet. Een mooie anekdote, die goed aangeeft hoe hij in het leven stond. Als gevolg van hevig fysiek ongemak verandert die levenshouding in de loop der tijd, weet in- en uitleider Cyrille Offermans ons te vertellen, maar in de brieven merk je weinig van die verandering. Dat hij aan de toenmalige hele en halve goden Goethe en Kant iets formeler schrijft dan aan vriend en uitgever Dieterich is niet meer dan logisch, en hoeft niet per se op het conto te worden geschreven van de lichamelijke tegenslag die zijn leven langzaam maar zeker verwoestte.

De man die bliksem maakte

Georg Christoph Lichtenberg
Georg Christoph Lichtenberg

Lichtenberg was van beroep eigenlijk natuur- en sterrenkundige. Hij baarde opzien door – waarschijnlijk als eerste persoon – echte proefjes in zijn colleges te doen, en was daarnaast een onvermoeibare experimentator. Dat klinkt nu tamelijk oubollig, maar in die tijd was het echt iets bijzonders. Hij schreef ook over zijn vak, maar dat is uit de aard der zaak voor ons niet echt interessant meer. In de nu vertaalde brieven komt de natuurkunde slechts zijdelings aan bod, in een verslag over het maken van luchtballonnen en bliksemafleiders – de boeren in de omgeving meenden dat hij daarmee bliksem maakte – en in reacties op de omstreden en naar later bleek volkomen foute kleurenleer van Goethe, waar de titel naar verwijst.

Een aanzienlijk deel van de brieven bevat verslagen van zijn reizen naar Engeland. Lichtenberg bezocht daarbij ook ons eigen land, maar dat maakte, anders dan Engeland en vooral Londen, niet echt indruk. Aan de andere kant van Het Kanaal was alles even overweldigend, de schoonheid van de vrouwen – die verder toch al een behoorlijke rol in Lichtenbergs leven speelden – incluis. Naast de nodige frivole avonturen, waarop hij jammer genoeg slechts hint, speelden twee grote liefdes een doorslaggevende rol in zijn leven. De eerste koesterde hij voor het meisje dat in de Lichtenbergologie bekend staat als ‘die kleine Stechardin‘. Ze trok op haar twaalfde bij hem in, maar overleed toen ze zeventien was – een aanleiding tot hartverscheurende passages in de brieven. Niet lang daarna begon hij een strikt geheime verhouding met ‘de aarbeienverkoopster Margarete Elisbath Kellner’, die later ook officieel zijn vrouw zou worden. Dit overigens met de zeer praktische motivatie dat ze daardoor na het overlijden van de inmiddels behoorlijk zieke Lichtenberg niet onverzorgd zou achterblijven.

In Duitsland is Georg Lichtenberg een vaste cultuurhistorische waarde, voor Nederland ligt dat iets anders. In 1987 verscheen hier een bloemlezing uit de ‘kladboeken’ die hij jarenlang bijhield. Tijdens zijn leven werden deze kladboeken niet gepubliceerd, maar vandaag de dag gelden ze als zijn magnum opus. Het zijn levendige aantekeningen over van alles en nog wat, opgetekend door een zeer open geest, die invloed hadden op Schopenhauer, Nietzsche, Freud, Wittgenstein, Canetti en nog vele anderen, en die zeker de moeite waard zijn om er nog eens een speurtochtje in antiquariaten aan te wijden. Naast nog wat los mengelwerk was het dat voorlopig wel voor wat ons taalgebied betreft. Deze nieuwe bundeling brieven is dan ook een zeer welkome aanvulling, al hadden het er wat mij betreft veel meer mogen zijn. De achttiende eeuw rules.