Boeken / Fictie

Maatschappijleer voor dummies

recensie: Geert Kimpen - De prins van Filettino

Het Italiaanse dorpje Filettino, dat in 2011 zijn onafhankelijkheid uitriep, diende als basis voor de nieuwe roman van Geert Kimpen. Met De prins van Filettino levert Kimpen, bekend van De kabbalist, een maatschappijkritische roman af met visie, maar zonder kwaliteit.

In 2011 werd in Italië van overheidswege besloten dat alle dorpen met minder dan duizend inwoners moesten fuseren om administratieve kosten te verminderen. Kimpen creëerde zijn boek rondom het gegeven dat een van deze dorpen, Filettino, daarop zijn onafhankelijkheid uitsprak. Het dorp drukte een eigen bankbiljet, benoemde een staatshoofd en werd daarmee al snel wereldnieuws.

Superponatie van fictie

Het non-fictionele deel van De prins van Filettino bestaat uit deze geschiedkundige basis en veel speculatie en achtergrondinformatie over het huidige bankensysteem: veel hedendaagser kan het niet. Tegenover deze achtergrond zet Kimpen Luca, de burgemeester van Filettino die zichzelf uitroept tot prins. Luca is een simpele ziel die vooral zijn pik achterna loopt, hetgeen de nodige moeilijkheden oplevert wanneer zijn twee minnaressen elkaar proberen af te troeven. De pers die hem al snel weet te vinden schildert hem dan ook terecht af als een weinig geraffineerde randdebiel. De enige persoon die over nog minder intellectueel vermogen lijkt te beschikken dan Luca is zijn kersverse minister van financiën, Bernardo, die gepromoveerd is vanuit zijn baan als plantsoenwerker.

Luca’s plan om het dorp tot prinsdom uit te roepen is weinig doordacht, waardoor hij in zijn handjes mag wrijven dat hij omringd is door uitermate behulpzame mensen, zoals de dorpspriester. Die stelt voor een dam te bouwen in de rivier naar Rome, zodat ze geld kunnen vragen voor het water, wat meteen een oplossing biedt voor de werkloosheid. Sergio, een journalist die gespecialiseerd is in economie, voorziet Lua van complottheorieën en financiële adviezen. En zijn secretaresse Alessia en adviseur Faustina voorzien hem van seks.

Liever een avondje cabaret

Kimpen heeft met zijn roman niet de juiste vorm gekozen voor een pittige satire, die beter tot zijn recht was gekomen in een serie columns, een clowneske toneelvoorstelling of misschien een kritisch krantenartikel. Hoewel de materie zeker interessant is, werkt de jip-en-janneketaal waarin hij de achtergrond van het huidige bankensysteem uit de doeken doet werkt al na vijfentwintig pagina’s al danig op de zenuwen, laat staan na meer dan honderd.

Al zijn karakters leveren dezelfde maatschappijkritiek, uitgedrukt in zinsneden als ‘Overheidssteun werkte als morfine. Het wiegde levende mensen in slaap. Een vorm van schijndood.’ en ‘Het papier of het metaal waar geld van gemaakt werd was an sich nauwelijks iets waard. Het werd iets waard omdat we erin geloofden.’ Daardoor zijn hun ideeën vooral die van de schrijver. Kimpen gaat zelfs zover dat hij zichzelf in het verhaal verwerkt als een schrijver die afreist naar Filettino wanneer hij het dorpje in het nieuws ziet.

De kerk van Kimpen

Naast plezierig taalgebruik ontbreekt het de roman bovendien aan technisch goed schrijverschap. Aanvankelijk lijkt het te zijn geschreven vanuit een personaal vertelperspectief waarin Luca centraal staat, maar wanneer dat niet langer afdoende blijkt schakelt Kimpen willekeurig over op andere personages, soms midden in een hoofdstuk over Luca.

Aan het eind spreekt hij zelfs de lezer rechtstreeks aan: ‘Of jou daar,’ knipoogde de prins en hij wees naar jou. ‘Ja, jij die dit verhaal nu leest. Want ik besta op dit moment alleen maar in jouw gedachten.’ Een prekerig slotstuk dat Kimpen wellicht heeft overgehouden aan zijn onderzoek voor De kabbalist, zijn debuut, waarvan inmiddels meer dan twintig drukken verschenen zijn. Het lijkt onwaarschijnlijk dat hij dat aantal met De prins van Filettino zal gaan halen.