Boeken / Non-fictie

Uit z’n schelp

recensie: Geerat Vermeij - Schelpen en beschaving

Een boek over schelpen? ‘Opwindend’, is wellicht niet het eerste dat in je opkomt. Maar de titel is misleidend: dit boek gaat niet (alleen) over schelpen. Wel over de vraag in hoeverre evolutie niet alleen de natuur bepaald heeft, maar ook een heel grote rol speelt in de ontwikkeling van onze beschaving.

Evolutie blijft een hot topic. Uiteraard voor religieuzen, die er een gevaarlijke en onverklaarbare concurrentie voor het creationisme in zien; maar blijkbaar ook voor sociologen. In zijn boek Schelpen en beschaving laat de in Nederland geboren en in de VS werkzame evolutiebioloog Geerat Vermeij zien waarom.

Evolutionaire principes

Het evolutiemechanisme mag dan vooral hebben ingegrepen in de ontwikkeling van dieren, planten en mensen, volgens Vermeij is het ook van een invloed op het samenlevingsmodel. Die uitdagende gedachte werkt de auteur minutieus uit. Want hij

wil laten zien hoe een goed begrip van haar mechanismen en consequenties tot een emotioneel bevredigende, esthetisch aantrekkelijke en zeer betekenisvolle wereldopvatting leidt, waarin het menselijk bestaan in een nieuw licht komt te staan.

Maar waarom dan schelpen? Daarvoor is enig inzicht nodig in de levensloop van Vermeij: deze wetenschapper is blind vanaf zijn derde levensjaar. Dat levert hem vreemd genoeg een voordeel op tegenover zijn collega’s. Want zijn fascinatie voor weekdieren en schelpen, gecombineerd met een formidabele tastzin, gaven hem inzichten die anderen onmogelijk konden verkrijgen door ‘afstandelijke’ studie.

Daarom vormen schelpen het uitgangspunt van zijn idee: als geen ander gunnen zij ons door hun vorm een blik op evolutionaire principes. En door hun migraties in de grote oceanen kan Vermeij ook bepaalde hypotheses formuleren over migraties en groepsvorming. Met natuurlijk de nodige voorzichtigheid:

Evolutiebiologen moeten beseffen dat de vorm, het gedrag, de fysiologie en de complexe moleculaire machinerie van hedendaagse organismen altijd een afgeleide toestand vertegenwoordigen die door een eindeloze periode en miljarden evolutionaire stappen van de oertoestand gescheiden is.

Schaalmodel van beschaving

Het spreekt voor Vermeij dat hij heel vlot en toegankelijk vertelt. Verwacht dus geen technische uiteenzettingen over de structuur van moleculaire zuren of mitochondrieën, wel een verhalend betoog over veranderingen en wendingen. Nadeel blijft natuurlijk het onderwerp: schelpen en weekdieren. Hoe boeiend ook in het licht van de evolutie, en hoe smakelijk de auteur er ook over vertelt, niet echt een sexy materie. Het is dan ook bijna ontroerend hoe begeesterd en begeesterend Vermeij spreekt over ‘zijn’ studieobjecten. En terloops interessante weetjes over de diertjes rondstrooit. Zoals over de roofslakken en hun twee aanvalsmethodes:

Bij de eerste methode wordt een gaatje in de schelp van het slachtoffer geboord, waardoor de slak zijn zuigsnuit naar binnen steekt om de weke weefsels op te zuigen. Het boren is een tijdrovende bezigheid die uren tot dagen kan duren.

Bij de tweede methode sluipen de dieren binnen via bestaande openingen, maar als het prooidier zijn schelp sluit, kan dat de zuigsnuit van de predator kosten. Misschien minder opwindend dan de jachtpartijen van leeuwen of luipaarden, maar toch: het is een fascinerende wereld.

Wie erin slaagt schelpen te zien als een schaalmodel van onze menselijke beschaving, krijgt een boeiend verhaal voorgeschoteld, dat op een originele, zij het niet voor de hand liggende wijze licht werpt op de complexiteit van niet alleen het maritieme, maar alle leven op aarde.