Boeken / Fictie

Dichter na Auschwitz

recensie: Günter Grass - Oogst

.

Kan men na Auschwitz nog met enig fatsoen gedichten schrijven? De ooit invloedrijke Duitse filosoof Theodor Adorno meende van niet. In de vaak losse, soms beklemmende, maar altijd intrigerende gedichten in de zojuist verschenen verzamelbundel Oogst laat Nobelprijswinnaar Günter Grass zien dat Adorno het bij het verkeerde eind had. En passant biedt hij ‘germanofielen’ en biografische muggenzifters voldoende stof tot discussie.

Theodor Adorno, zegt die naam ons nog iets? Studenten filosofie en sociologie schiet waarschijnlijk de titel Dialektik der Aufklärung te binnen. Anderen herinneren zich wellicht nog de eindeloos geciteerde opmerking dat ‘nach Auschwitz ein Gedicht zu schreiben barbarisch‘ is. Weinigen zullen hoe dan ook weten hoe Adorno dacht over de term ‘hobby’. Toch heeft de voormalige directeur van de ooit invloedrijke Frankfurter Schule daar ooit wel eens iets interessant over gezegd. In het essay ‘Freizeit’ (1969) schrijft hij: “Met dat waarmee ik me buiten mijn officiële beroep bezighoudt, is het me zonder ook maar één uitzondering zozeer ernst dat ik geschokt zou zijn door de voorstelling dat het om hobby’s gaat, dus om bezigheden waar ik zonder enige zin dol op ben, alleen maar om de tijd te doden.”

Duitse geschiedenis
Groot is de verleiding om in de persoonlijke ontboezemingen van de dichter sporen te zoeken van de ‘grote leugen’ die Grass jarenlang met zich meedroeg en die hij pas in zijn vorig jaar verschenen autobiografie De rokken van de ui aan de openbaarheid prijsgaf: het feit dat hij in zijn jonge jaren enige tijd heeft gediend bij de Waffen-SS. En inderdaad: in Oogst kunnen tal van regels worden gevonden die schijnbaar vooruitwijzen naar deze onverwachte bekentenis. Ook in de gedichten die afkomstig zijn uit de recente bundel Dummer August (2007) – overigens niet opgenomen in Lyrische Beute – komt het onderwerp enkele malen terug. Het meest uitgesproken in ‘Mijn blaam’:

Laat, zeggen ze, te laat.
Tientallen jaren te laat.
Ik knik: ja, het duurde even
Eer ik woorden vond
Voor het sleetse woord schaamte

Toch is Oogst natuurlijk meer dan een autobiografie in versvorm. In de ruime selectie van Grass’ poëtische werk van de afgelopen vijftig jaar, kundig vertaald door Jan Gielkens, zijn tal van onvergetelijke verzen (en een aantal vermakelijke tekeningen) te vinden die de kwalificatie ‘politiek geëngageerd en/of autobiografisch hobbyisme’ verre overstijgen. Grass’ gedichten goochelen met beelden, durven frivool te zijn, spotten met land en dichter en komen desondanks bijna voordurend weer op hun pootjes terecht. Oogst bewijst dat Grass een groot dichter is.

De auteur heeft er de voorkeur aan gegeven de in zijn boezem besloten onzegbare geheimen, angsten, vermoedens, grappen en grollen in een poëtische vorm te gieten. Dat is goed nieuws. Vooral voor hen die het lezen van poëzie als hun hobby beschouwen.