Boeken / Fictie

(Oost-Duitse) leegte

recensie: Franziska Gerstenberg (vert. Corry van Bree) - Hoeveel vogels

Een mollig meisje pijnigt zichzelf met balletlessen omdat ze jaloers is op de gratie van haar ballerinazusje. Het wordt een obsessie. Als haar vriendje vraagt of ze een ander heeft, zwijgt ze liever dan dat ze toegeeft haar dinsdagavonden door te brengen op de balletschool. Het verhaal ‘Slanke enkels’ heeft een open einde en een ongelukkige hoofdpersoon. Dat is typerend voor alle verhalen uit Hoeveel Vogels van Franziska Gerstenberg.

De vijftien vertellingen van Hoeveel Vogels gaan over jonge mensen en de moeizame verhoudingen die zij hebben met hun naaste familie en geliefden. Met de verwrongen familiedrama’s en op de klippen gelopen relaties weet Gerstenberg gevoelens van onbehagen op te roepen bij de lezer.

Wie viel Vögel werd in de Duitse pers veelvuldig geprezen. In de massa van nieuwe verhalenbundels sprong de schrijfster eruit omdat ze niet verviel in stereotypen van Ostalgie (het terugverlangen naar de DDR), zoals vele van haar literaire soortgenoten. Weliswaar overheersen bij de jongeren die Gerstenberg beschrijft gevoelens van leegte, verveling en jaloezie, het brengt ze er niet toe te verlangen naar vroeger tijden. Dat kunnen ze ook niet, de twintigers hebben het leven achter de Muur immers niet of nauwelijks bewust meegemaakt.

Leegte

Naast de thematiek valt ook de stijl van Gerstenberg op. Haar verhalen lopen over van gesprekken die niet lopen. Toch zijn de door haar beschreven conversaties interessant. De leegte van het leven, die altijd in de dialogen naar voren komt, wordt nog nadrukkelijker aanwezig gemaakt doordat Gerstenberg er irrelevante sfeerschetsen aan toevoegt. In het verhaal ‘Kwartels, kinderen, concentratie’ vertelt Ulrike haar vriend Gernot, tijdens een bezoek aan de dierentuin, dat ze haar baan verloren heeft. Ze staan te wachten tot de otters worden gevoerd:

Hij vraagt: Wat heb je verkeerd gedaan? Ze fluistert: Ben je niet goed bij je hoofd? en grijpt zijn oor. Omzetverlies, zegt ze. Wie het laatst is aangenomen moet het eerst weg. Aan de kant! roept de verzorgster achter haar, hier komt het voer. Maar dan gaat ze eerst naar de nertsen.

Gerstenbergs stijl geeft de verhalen een poëtisch karakter. Steden worden met één letter aangeduid en gesprekken worden zonder aanhalingstekens geschreven. De onduidelijkheid – is het geschrevene een gedachte of een citaat? – geeft de dialogen een extra dimensie. Of de personages nu te veel of te weinig spreken, altijd wordt de indruk versterkt dat ze ongelukkig zijn.

Chaos

De poëtische vertelwijze laat een vreemd, maar tevens herkenbaar gevoel achter. Zoals het begin van het titelverhaal ‘Hoeveel vogels’:

Ik kende hem helemaal niet. Hij is vriend van Kronberg. Mijn oudste vriend, zei Kronberg. Hij zei niet: mijn beste. Bjarne was erbij, en Bjarne kan niet autorijden als hij jaloers is. Dat weet niemand beter dan ik, maar Kronberg weet het ook, en dat hij zelf niet meer kon rijden, was duidelijk. Daarstraks (…) had hij gezegd: Er is een feest, Raimunds verjaardag, het is maar veertig kilometer. Aan de telefoon zei Raimund iets over Braziliaansen, heet en cognackleurig. Ken je dat? De tijd raakt in de war en je hebt achteraf geen grip meer op de klok of de stand van de zon. In plaats daarvan denk je na waar Brazilië precies ligt, boven of onder Bolivia. Welke kleur hadden Violetta’s ogen?

De chaos in deze alinea brengt de chaotische toestand in het hoofd van de hoofdpersoon direct op de lezer over. Hoewel je niet precies begrijpt wat er gebeurt, word je door de personages en hun wirwar van gedachten het verhaal ingetrokken.

De verhalen in Hoeveel vogels zijn onafhankelijk van elkaar voortreffelijk geschreven. Maar achter elkaar gelezen, valt op dat ze allemaal volgens eenzelfde schema geschreven zijn. Alsof er een formule is gebruikt die voorschrijft hoe je een alledaags saai verhaal kan ombuigen in een literaire tekst. In de eerste paar zinnen worden de hoofdpersonen van het verhaal geïntroduceerd, snel en warrig. Daarna wordt de lezer over de locatie geïnformeerd. Vervolgens wikkelt het verhaal zich af, het sleept zich voort. Uiteindelijk weet je op het einde nog niets en blijft je verward achter.