Boeken / Fictie

Berichten uit een laatste kamer

recensie: Frans Pointl - De laatste kamer

.

Oud zijn is een chronische kwaal. Elke avond voor het slapen gaan hoop ik dat ik weg mag schuiven in de eeuwigheid. Een grafsteentekst heb ik al vastgelegd: Van mensen eindelijk verlost.

Deze zinnen, afkomstig uit de nieuwe verhalenbundel van Frans Pointl (1933), vatten in de essentie samen waar het in dit boek om draait: ouderdom, aftakeling en afscheid nemen. De auteur debuteerde in 1989 en sluit nu op zijn oude dag (hij is 80 jaar oud) zijn schrijfcarrière af met deze wonderlijke reeks verhalen. Wat de verhalen zo wonderlijk maakt, is niet alleen de inhoud van de teksten, maar is ook mede veroorzaakt door de plek waar ze geproduceerd zijn. Pointl schreef deze bundel in het Amsterdamse verzorgingstehuis waar hij sinds een paar jaar woont.

Oude dag
Het werk bestaat voornamelijk uit autobiografisch materiaal dat verdeeld is over drie delen. Verhalen uit zijn jeugd en adolescentie wisselen af met beschrijvingen van gebeurtenissen uit zijn huidige leven in het tehuis en zijn medebewoners.

Net als Pointls debuut ademt De laatste kamer de sfeer van de Nederlandse jaren vijftig. De soberheid vloeit naadloos over in de sombere, behoudende wereld waarin bruine meubels de overhand hadden. Tegelijk blikt Pointl terug op deze tijd met een nostalgische blik. Als lezer bespeur je het verdriet van de auteur dat deze periode, verbonden met zijn jeugd, voorbij is.

Naoorlogse setting
Naast de autobiografische stukken in het eerste deel van de bundel, bevat De laatste kamer ook enkele verhalen die enigszins op zichzelf staan. Zo’n verhaal is ‘De kostganger’. In dit verhaal woont de hoofdpersoon tijdens de periode van wederopbouw in bij de familie Feltstra.

In dit gezin, met zijn onsympathieke gezinsleden, vormt de naamloze kostganger een belangrijke spil. Vader gebruikt het geld voor de kamer voor zijn gokverslaving, moeder projecteert haar liefde niet op haar man maar op de logé en de zoon van het stel ziet in de kostganger zijn grote voorbeeld. Maar dan krijgt meneer Feltstra een ongeluk, raakt verlamd en elk gezinslid moet zich herdefiniëren. De kostganger belandt in een benarde positie.

Prachtig uitzicht
Het tweede deel van de bundel komt echter minder goed uit de verf. Zo is het verhaal van het nichtje van Adolf Hitler, die een erotische relatie heeft met haar oom, erg voorspelbaar en kan het de lezer hierdoor weinig boeien. Het derde deel van de bundel daarentegen is met het autobiografische titelverhaal ‘De laatste kamer’ een pure schoonheid. De beschrijving van het uitzichtloze leven in het verzorgingstehuis vol oude en zieke mensen doet geregeld naar adem happen.

Dit kleine vertrek is mijn laatste kamer […] Het is een monnikscel maar ik hoef tenminste niet langdurig in de ‘huiskamer’ te verblijven. Iedereen daar is me wezensvreemd. Je zult wel begrijpen dat ik me hier vaak ongelukkig voel.

Zijn eigen ongeluk steekt Pointl niet onder stoelen en banken. Hij heeft al verschillende malen in interviews aangegeven zijn leven in het verzorgingstehuis niet meer te zien zitten. Aangegrepen door de situatie van de auteur heeft de VPRO onlangs een boekenactie op poten gezet om de dagen van Pointl in zijn laatste kamer wat dragelijker te maken. Boekhandels, particulieren en schrijvers stelden een doos boeken beschikbaar aan Pointl.

Maar deze enigszins uitzichtloze situatie van de auteur is ook de kracht van de verhalen in de bundel. De terugkerende thema’s van aftakeling en ouderdom komen recht uit het hart. Het zijn de gevoelens die de auteur zelf ervaart en die hij prachtig kan tonen. Pointl vertoont nog een laatste maal zijn kunsten in deze gebundelde verhalen getiteld De Laatste Kamer.