Boeken

Een schateiland

recensie: Emilie Yueh-yu Yeh & Darrell Davis - Taiwan Film Directors: A Treasure Island

Zo’n tien jaar geleden stond de Taiwanese cinema aan de top van de Europese arthousecultuur: The Wedding Banquet, The Puppetmaster (1993), Eat Drink Man Woman en Vive l’amour (1994) waren successen aan de kassa’s van de filmhuizen en bij de critici. Sindsdien zijn de Taiwanese importfilms sporadischer, maar niet minder opzienbarend: bij de pers scoorden The River (1997), The Hole (1998) en Yi Yi (2000) vaak het hoogst in de jaarlijstjes. Dat al deze films door dezelfde regisseurs zijn gemaakt is geen toeval: Ang Lee, Hsiao-Hsien Hou, Ming-Liang Tsai en Edward Yang waren de grote namen van de Taiwanese filmwereld.

En afgezien van Lee, die al gauw naar Hollywood overstapte, zijn ze dat nog steeds. De vier mannen zijn kopstukken van de ‘Taiwan New Cinema’, de benaming voor een stroming zeer persoonlijke films die het land in de jaren tachtig begon te produceren. De nieuwe films hadden een duidelijk auteursstempel en weken af van wat gangbaar was: politieke films die in opdracht van de Nationalistische Partij van China gemaakt werden. Hoe deze regisseurs naam maakten en wat hun verhouding tot de locale en internationale filmcultuur is wordt uitvoerig uit de doeken gedaan in Taiwan Film Directors, een welkome studie naar de nieuwe cinema van Taiwan.

<i>Yi Yi</i>
Yi Yi

De auteurs doen dat aan de hand van de turbulente culturele en politieke geschiedenis van het eiland, maar ook van de achtergrond van de regisseurs in de filmindustrie, en bovendien van uitvoerige analyses van hun films. Het resultaat is een zeer grondig boekwerk dat een rijk geschakeerd beeld geeft van de na-oorlogse Taiwanese filmwereld. Het werk gaat bovendien in op een grote hoeveelheid films van andere regisseurs. Ye en Davis noemen Taiwan een schateiland, doelend op de aantrekkingskracht dat het exotische eiland, dat nooit een duidelijke eigen identiteit gehad heeft, altijd uitoefende op zijn overheersers (het werd in de zeventiende eeuw immers door Nederlanders bezet). De implicatie is echter duidelijk: de huidige rijkdom van Taiwan is te vinden in de inheemse cinema.

Confucianisme

Aangezien het Liang, Lee (hoewel deze zich expliciet op de internationale markt richtte), Tsai en Yang zijn die het land cultureel op de wereldkaart hebben gezet, is het terecht dat dit viertal de kern van de boek beslaat. Maar de auteurs gaan nog een stapje verder en weiden een heel hoofdstuk aan de interessante assumptie dat Ang Lee zijn Taiwanese (Chinese) esthetica meegenomen heeft naar Hollywood, waar hij op het oog genrefilms maakt, terwijl hij een Amerikaanse (en wereldwijde) hit scoorde met Crouching Tiger, Hidden Dragon. Hierin haalt Davis (die dit hoofdstuk schreef) het veel gehoorde commentaar dat het een veredelde Hollywoodfilm zou zijn onderuit, en toont met succes aan hoe de thematiek en structuur van de film herleid kan worden tot het confucianisme.

Puzzelen

<i>Eat Drink Man Woman</i>
Eat Drink Man Woman

Taiwan Film Directors is helder van opzet en toegankelijk geschreven: de auteurs stellen letterlijk een aantal vragen en beantwoorden die in detail. Het boek eindigt met de interessante vraag of Taiwan zijn rijke filmcultuur kan behouden, of dat de filmkunst in de nabije toekomst wordt opgeslokt door Hollywood of China. Het boek is zeer fraai vormgegeven: het is erg overzichtelijk gezet (de hoofdstukken zijn in de marges gedrukt) en voorzien van veel bijzondere ‘stills’, portret- en setfoto’s. Er ontbreekt evenwel een aantal belangrijke formele zaken: aangezien betrouwbare informatie op dit gebied schaars is, waren filmografieën van de regisseurs en originele titels zeer welkom geweest. Verantwoording voor de manier van transcriptie van Taiwanese namen zou ook geen overbodige luxe zijn; die wijkt namelijk vaak af van het gangbare, zodat het soms puzzelen is om bekende namen op te zoeken en te herkennen.

Droevig

Gezien de steevaste Nederlandse populariteit van Taiwanese filmhuisfilms is het des te frappanter hoe droevig het aanbod voor de thuiskijker is: er zijn bij ons tot op heden welgeteld vijf Taiwanese films op dvd verschenen. Slechts één daarvan is van de hand van de genoemde auteurs: Hou’s Millennium Mambo (2001), die niet meer geperst wordt. De overige zijn onderdelen van een reeks commerciëlere Aziatische films die hun release aan een Amerikaanse maatschappij te danken hebben en/of daardoor gefinancierd zijn (20:30:40 en Double Vision), en obscure romantische drama’s (Blue Gate Crossing en het overwegend Chinese Fleeing by Night), die in het boek niet eens genoemd worden. Homescreen, de distributeur die in het tijperk van de vhs Tsai’s films uitbracht, heeft geen dvd-versies op het programma staan.