Boeken / Fictie

Propaganda in de literatuur

recensie: Els Launspach - Messire

Is een kunstwerk nog wel kunst als het ook propagandistische doeleinden dient? Op deze vraag probeert schrijfster en dramaturge Els Launspach een antwoord te geven in haar roman Messire. Hierbij concentreert zij zich op het incorrecte beeld dat door schrijvers en historici is geschetst van de Engelse koning Richard III.

Voor Messire heeft Els Launspach zich laten inspireren door de tegenstrijdigheden tussen de historische koning Richard III en het personage uit het gelijknamige toneelstuk van Shakespeare. In de roman komen de drie hoofdpersonen erachter dat koning Richard niet de mismaakte tiran was die Shakespeare van hem maakte, maar een heerser die het goed voorhad met de Engelse bevolking. Na de desastreuze Rozenoorlogen (1455-1485) nam Henry Tudor als Henry VII plaats op de Engelse troon. Hij legitimeerde zijn heerschappij door zijn voorganger Richard af te schilderen als een tiran. In het Tudor-tijdperk (1485 tot 1603) kwamen de literatuur, wetenschap, architectuur en handel in Engeland tot bloei. De Engelse filosoof Thomas More, het eerste personage in de roman van Launspach, leert echter dat de Tudor-heerschappij ook een schaduwkant heeft. Hij komt erachter hoe hij is gebruikt door the powers that be om met zijn History of King Richard III(1513) bij te dragen aan het salonfähig maken van de leugens omtrent de heerser.

Fictie

Els Launspach is een dramaturge, gespecialiseerd in Griekse tragedies en Elizabethaans theater. Daarnaast is ze ook bekend als schrijfster van historische kinderboeken, zoals bijvoorbeeld de trilogie De komst van Guattaral. Het lijkt alsof Launspach bij het schrijven van Messiremoeite heeft gehad om deze twee métiers van elkaar te scheiden. Het wordt namelijk niet helemaal duidelijk of Messire nu een inleiding is bij Richard III van Shakespeare of een volwaardige historische roman. De personages, drie Engelse historici uit respectievelijk de 16e, 17e en 21e eeuw, krijgen nauwelijks ruimte om zich te ontwikkelen, aangezien er al zo’n grote hoeveelheid geschiedkundige informatie in het boek staat. De historische feiten hebben bovendien geen directe impact op de levens van de drie geschiedkundigen.

Het grote nadeel van de nadruk op al die historische gebeurtenissen is dat er nauwelijks aandacht is voor het verhaal. De roman negeert de regels voor het schrijven van fictie meerdere malen: de plot ontwikkelt zich nauwelijks, de personages groeien of veranderen niet en ze komen nauwelijks met elkaar in conflict. Hierdoor is Messire wellicht interessant voor wie meer wil weten over de Rozenoorlogen en de periode in de Engelse geschiedenis erna, maar als literair werk schiet het enigszins tekort. Doordat de uitkomst van de roman al in het begin wordt gegeven – in de 16e eeuw creëerde men een mythisch beeld van koning Richard III – is er in de rest van het boek vrijwel geen spanningsboog meer te ontdekken.

Waarom?

Bijna aan het einde van de roman stelt de historica Jennifer Simpson, een van de drie hoofdpersonages in Messire, deze vragen. Haar motivatie blijft echter onduidelijk. Het wordt niet duidelijk waarom het relevant is voor haar – een 21e-eeuwse geschiedkundige – om 16e-eeuwse historische werken te veroordelen aan de hand van moderne wetenschappelijke maatstaven.

Wellicht zou het interessanter zijn geweest om te onderzoeken wat Thomas More en Shakespeare beoogden met hun werken over Richard III. Wilde More een essay schrijven over tirannie in het algemeen, of had hij zelfs via een omweg kritiek op Henry VIII, de koning die hem later zou laten onthoofden? Shakespeare schreef een trilogie over de rampzalige Rozenoorlogen, die vooraf gingen aan de heerschappij van de Tudors. In deze toneelstukken wordt de burgeroorlog uitgelegd als een conflict van bovenmenselijke proporties, een oorlog die wordt vergeleken met Bijbelse beschrijvingen van de komst van de Apocalyps (bijvoorbeeld Lucas 12-54). Zou Shakespeare de politieke onzekerheid omtrent de opvolging van koningin Elizabeth I en de vrees voor een nieuwe burgeroorlog niet hebben willen bezweren met zijn werk? Helaas is er voor zulke nuances in Messire geen ruimte vrijgemaakt en is het boek gewijd aan een conclusie die wetenschappelijk gezien nogal voor de hand ligt.

‘Waarvoor vecht ze, vraagt ze zich intussen af. Richard vertegenwoordigde de heersende klasse. Als heer van het noorden was hij net zo meedogenloos als van een man in zijn positie werd verwacht. In zijn strijd tegen de Schotse bendes spreidde hij ongetwijfeld dezelfde arrogantie tentoon waar zij in het huidige Engeland zo’n hekel aan heeft. Waarom maakt zij zich zo druk om zijn reputatie?’ (Messire, pp. 227-228)