Boeken / Fictie

Excentriekelingen in Engeland

recensie: Elias Canetti - Party tijdens de blitz: de Engelse jaren

Hoewel Elias Canetti (1905-1994) met het fantastische Het martyrium slechts één roman op zijn naam heeft staan en verder ook niet heel veel fictie geschreven heeft, staat hij toch bekend als een van de grootste Duitse prozaïsten van de twintigste eeuw. Deze roem heeft hij vooral te danken aan zijn befaamde driedelige autobiografie: De behouden tong, Fakkel in het oor en Het ogenspel. Het door Elly Schippers vertaalde Party tijdens de blitz: de Engelse jaren, het vierde en niet geheel voltooide deel van deze autobiografie, doet ondanks het ietwat fragmentarische karakter ervan niet tot nauwelijks onder voor zijn drie voorgangers.

Party tijdens de blitz zou tot het genre van de bekentenisliteratuur gerekend kunnen worden, met als kanttekening echter dat je over Canetti persoonlijk maar weinig te weten komt. Een scherp, diepzinnig en sprankelend boekje vol memorabele portretten van bekende en minder bekende personen. Er komen uiteenlopende figuren in voor over wie Canetti telkens iets verassend te zeggen heeft. Zo lezen we over het bokkengezang van Bertrand Russel, over de roem van de door Canetti verfoeide T.S. Elliot (“Zal men zich daar ooit voldoende voor schamen?”), over de conservatieve Enoch Powell die trekjes heeft van een demagoog, en natuurlijk over de vele Engelse parties die zelfs tijdens de Blitz hun doorgang vonden.

Onzichtbaar

~

Aanvankelijk ging Canetti naar Engeland om aan het misdadige regime van Hitler te ontsnappen, maar ook na de oorlog bleef hij er nog lange tijd wonen, wat al aangeeft dat het hem er meer beviel dat hij zelf wilde toegeven. In Engeland was Canetti destijds nauwelijks bekend. Het Martyrium was nog niet in het Engels vertaald, waardoor vrijwel niemand het had gelezen (Canetti vertelt over de plannen van een ‘vriendin’ om het te vertalen). Dit maakte Canetti zo goed als onzichtbaar in de hoogmoedige societykringen van Engeland, waarover de door Canetti zo gehate T.S. Elliot de scepter zwaaide en waar een schrijver zonder aantoonbaar oeuvre nauwelijks meetelde. Voor Canetti was dit nauwelijks een ramp. Iemand als hij functioneert het best als observator en daarvoor kun je beter maar onzichtbaar zijn. Dat betekent niet dat hij zijn tijd in eenzaamheid moest doorbrengen. Hij had vele excentrieke vrienden en kennissen, waarvan de meeste geregeld opduiken in Party tijdens de blitz.

Iris Murdoch

Een van de meest verassende portretten is die van Iris Murdoch. De anders altijd zo milde Canetti gaat behoorlijk tekeer tegen zijn vroegere minnares. Hij beschrijft haar als een kleinburgerlijke alleseter, die zowel qua ideeën als qua minnaars weinig kieskeurig was. Tijdens het lezen van dit haatdragende portret kun je je niet aan de indruk onttrekken dat Canetti niet helemaal eerlijk is als hij zegt:

Dit is de enige keer in mijn leven geweest dat ik met een vrouw was die ik niet interessant vond om de liefde mee te bedrijven.

Waarom dan toch zo’n rancuneuze afrekening? Niemand, zelfs T.S. Elliot niet, krijgt er zo van langs als Murdoch. Haar vierentwintig romans staan volgens Canetti vol met Oxford-gebazel en haar filosofische werk is niet om door te komen. En er is nog wel meer mis met haar:

Ze neemt niets helemaal aan, ze wijst niets helemaal af, het blijft alles bij elkaar onafgerond, ongevaarlijk en tolerable (Engels voor dragelijk).

Alles bij elkaar levert Canetti’s tirade een fascinerend portret op dat ongetwijfeld niet ver bezijden de waarheid is, maar dat wel buitenproportioneel lijkt voor iemand die zo oninteressant zou zijn. Als hij over Murdoch praat lijkt Canetti alle voorzichtigheid uit het oog te verliezen en de kraan volledig open te zetten. Zo vertelt hij in geuren en kleuren over de aanvang van de ietwat kille copulatie, die plaatsvond op Canetti’s bank. Zoiets kom je in de portretten van Canetti’s andere minnaressen nergens tegen.

Onvoltooid

Het grootse van Canetti’s proza is dat het niet uitmaakt of je de mensen waarover hij schrijft wel of niet kent. Canetti weet ze zo neer te zetten dat ze een universeel karakter krijgen en ze je vrijwel direct gaan interesseren. Het doet er daarbij niet eens zo heel veel toe of het nu om Churchill of om een filosoferende straatveger gaat. Het is goed te merken dat Canetti nog niet de laatste hand had gelegd aan zijn Engelse memoires. Hij herhaalt zichzelf verschillende keren en stopt soms erg abrupt. Bovendien is Party tijdens de blitz, in tegenstelling tot de andere drie autobiografische werken, geen chronologisch geordend geheel geworden. Deze onvoltooidheid doet echter niks af aan Canetti’s sprankelende proza.