Boeken / Fictie

Een dag als (g)een ander

recensie: Kosmopolis

Stel je eens voor: je schrijft op de rand van de jaren negentig een meesterwerk over de ontsporende naoorlogse wereld met de Koude Oorlog als climax. Je noemt die roman Onderwereld en maakt hem een pagina of achthonderd dik. Je wordt geprezen om je analysevermogen en komt dan tot de conclusie dat je slechts een aantal onderliggende structuren hebt weten bloot te leggen. Wat doe je dan? Blijkbaar keer je dan je werkwijze om. In plaats van een parallelle geschiedenis te destilleren uit honderden nieuwsfeiten, zet je een aantal typische jaren negentig fenomenen in om de Apocalyps van de twintigste eeuw te beschrijven. Je geeft deze 174 pagina’s de ambitieuze titel Kosmopolis mee en klaar is Don DeLillo.

~

Don DeLillo viel altijd op door zijn sterk intellectuele romans. Onder de postmoderne experimenten schuilde immer een originele kijk op de wereld, niet zelden doorspekt met verregaande complottheorieën. DeLillo was daardoor een van de meest interessante schrijvers van de late twintigste eeuw. Maar nadat hij voor Onderwereld tientallen verhaallijnen had bedacht, lijkt de koek een beetje op. Niet dat de Amerikaanse schrijver geen visie op de moderne samenleving meer heeft, integendeel. Hij lijkt het gewoon niet meer te zien zitten om er een logisch verhaal omheen te verzinnen.

Kapper

Loopt u maar even mee: Eric Packer, 28 jaar, multimiljardair, eigenaar van een drie verdiepingen tellend appartement, waarvan de bovenste roteert. Bovendien is hij in het bezit van een verlengde witte limousine voorzien van een tiental plasmaschermen, camera, toilet, fauteuil, bank en gek genoeg ook een klapstoel. Verder uiteraard een chauffeur, twee bodyguards en een hoofd beveiliging. Hij stapt aan het begin van het boek in en is vastbesloten zijn haar te laten knippen aan de andere kant van de stad. Tijdens de rit consulteert hij zijn beursanalist, ontmoet hij zijn rijke jonge vrouw in een taxi die toevallig naast hem rijdt, wipt hij even binnen bij zijn minnares, laat hij zich in de auto onderzoeken door een dokter, ontvangt tegelijkertijd zijn financiële deskundige, waarmee hij transcendente seks heeft en ontmoet wederom zijn vrouw, waarmee hij na een paar weken huwelijk ook wel eens het bed wil delen. Even later zit hij vast in een betoging van antiglobalisten die zijn limousine aan gort slaan. Dit belet hem echter niet om een onderhoud te hebben met het hoofd van de dienst theorie van Packer Capital. Even later stapt hij met zijn vrouwelijk lijfwacht een hotel binnen en… heeft seks met haar. Na afloop laat hij zich door haar beschieten met een elektrocutiepistool en geeft haar de rest van de dag vrij. Volgt u nog?

Taartterrorist

~

Het schiet niet op in het verkeer. Dit wordt onder andere veroorzaakt door het feit dat net deze dag de president door de stad rijdt. Tot overmaat van ramp krijgt zijn vrouw (die hij nogmaals toevallig ontmoet) door dat hij met andere vrouwen slaapt. Hij belandt op een rave waar hij bodyguard nummer twee achterlaat. (U begrijpt dat we even in een iets hogere versnelling door het ‘verhaal’ gaan.) Bij een zoveelste verkeersopstopping wordt hij ‘getaart’ door de bekende taartterrorist. Deze wordt door het hoofd beveiliging in bedwang gehouden en door Packer hoogstpersoonlijk in zijn edele delen getrapt, waarna een aanval op de draaiende camera’s van de in allerijl gearriveerde pers volgt. Uiteraard schiet Packer nog geen vijf minuten later de man dood die hem zo trouw beveiligde en vervolgt hij zijn weg.

Bent u nog benieuwd naar het vervolg? Goed dan. Hij wordt nog een keer opgehouden en wel door de rouwstoet van een overleden rapper, hij bereikt de kapper die hij uit sentimentele redenen blijkt te bezoeken. Even later ziet hij op een kruispunt vele naakte mensen liggen. Er blijkt een film te worden opgenomen. Eric gaat er bij liggen en vindt daar zijn vrouw, waarmee hij dan uiteindelijk toch nog de liefde bedrijft. Dan wordt het tijd de limo te parkeren en wonder boven wonder blijkt dit te gebeuren in de straat waar zijn moordenaar woont.

Kapitalistische apocalyps

Met al deze onzin wil DeLillo duidelijk maken dat de kapitalistische twintigste eeuw op zijn einde afstevent. Het grootkapitaal is aan de verliezende hand. Het zijn namelijk de antiglobalisten, de drugsslikkende kinderen op de raves en de treurende R&B’ers die voor de positieve noot zorgen in dit boek. De individualist Packer, die en passant de gehele financiële markt opblaast, wordt zich hier langzaam maar zeker van bewust. Hij identificeert zich voor een deel met de betogers en de subculturen, maar is niet in staat zijn houding te veranderen. Zijn onverschilligheid staat hem in de weg. Uiteindelijk ziet hij zijn einde onder ogen als hij in gesprek is met zijn moordenaar; ook een eenling, maar een slachtoffer van het systeem en geen dader. En dan volgt, met een kleine variatie op Sartre (L’enfer c’est les autres), de zin waar je al deze nonsens voor hebt doorstaan:

De wereld dat zijn de anderen.

Daar gaat het dus om: verdraagzaamheid of het onvermogen om verdraagzaam te zijn. Een nobel streven dat, naar ik vrees, in deze vorm niet veel gehoor zal krijgen. En alhoewel ik weet dat DeLillo deze uitroep ook niet zal horen: een lezing is in het vervolg afdoende, dan hoef je er ook niet zo’n vervelend verhaal bij te bedenken!