Boeken / Non-fictie

Dolen door het dierenrijk

recensie: Ton Lemaire - Onder dieren

Het nieuwste werk van filosoof Ton Lemaire gaat over misschien wel zijn grootste liefde: dieren. In Onder dieren schetst hij een volledig beeld van het dierenrijk, zijn geschiedenis, wetenschappelijke duidingen en relatie tot de mens.

Al meer dan twintig jaar geleden vertrok filosoof Ton Lemaire als ecologisch vluchteling naar het Franse platteland. De steeds verder verstedelijkende en geïndustrialiseerde Nederlandse plattelanden en de groeiende consumptiemaatschappij maakten het voor hem onmogelijk in zijn geboorteland te blijven wonen. Het zal dan ook geen verbazing wekken dat juist deze thema’s centraal staan in zijn boeken. Vanuit zijn boerderij in de Dordogne – waar hij zoveel mogelijk zelfvoorzienend leeft – is Lemaire blijven publiceren in Nederland. Al zijn werken zijn maatschappijkritisch, bespiegelen het vooruitgangsdenken en onderzoeken de verhouding tussen mens en natuur.

De hoofdrolspelers

Lemaire begint zijn omvangrijke boek met een bespreking van vijf diersoorten, te weten de wolf, de olifant, de prieelvogel, het bijenvolk en het paard. Per diersoort wordt een uitgebreide beschrijving gegeven van zijn leefwijze, zijn historie en de manier waarop de soort in de geschiedenis is geduid en gemythologiseerd door de mens. Zo zagen de eerste kolonisten in Noord-Amerika de wolf als een duivels beest dat moest worden bevochten. Ook in de Germaanse mythologie werd de wolf gezien als agressief en grimmig. De olifant kent een heel andere benadering. In de boeddhistische landen worden hij gezien als een verheven diersoort, terwijl hij door stropers juist weer wordt gezien als leverancier van kostbaar ivoor.

Dierlijke intelligentie

Ook bespreekt Lemaire het gevoel voor schoonheid van de prieelvogel, die om een vrouwtje te verleiden een heus theater maakt met gekleurde voorwerpen, zoals bierdopjes of bloemen. Vanuit de evolutietheorie is dit handelen, dat geen direct nut heeft, lastig te verklaren. Er zijn meer diersoorten met dit soort menselijke eigenschappen. Zo bezit de olifant een empatisch vermogen en rouwt bijvoorbeeld om een dode soortgenoot. ‘Dat betekent dat ze een beginnend subject zijn, een innerlijkheid met gevoelens en een zeker bewustzijn van zichzelf.’

Bij dieren is dus meer te vinden dan louter instinctief handelen, namelijk ook een zekere ‘voorafschaduwing van intelligentie’, waaruit blijkt dat wij als mensen wellicht minder uitzonderlijk zijn dan we vaak denken.

De verkeerde weg

Lemaire is kritisch over de moderne, kapitalistische maatschappij. In zijn verhandeling over dieren komt dit wederom – en terecht – naar voren. Het bijenvolk, dat in de middeleeuwen werd gezien als heilig en goddelijk en dat als muze gold voor dichters als Vergilius, is vandaag de dag met uitsterven bedreigd. Pesticiden en genetisch gemodificeerde gewassen zijn (mede) oorzaak van een massale bijensterfte. Dit is een opmerkelijke ommekeer in visie en handelen die doet nadenken over de weg die de moderne wereld is ingeslagen.

Humanimalisme

Volgens Lemaire heeft het antropoceen, het nieuwste tijdperk in de geschiedenis van onze planeet waarin de mens invloed is gaan uitoefenen op de aarde, een nieuwe ethiek nodig. De mens als invasieve diersoort is bezig om op grote schaal zijn omgeving uit te roeien, waarbij hele ecosystemen ten onder gaan. ‘De klimaatcrisis confronteert ons met de gevolgen van een mensbeeld dat de mens buiten en boven de natuur en de dierenwereld heeft geplaatst.’

Lemaire heeft een oplossing bedacht voor deze scheefgegroeide verhouding tussen mens en natuur: het humanimalisme. Een woord dat de verbinding tussen mens en dier duidelijk maakt. Het humanimalisme is een nieuwe moraal die de verbondenheid van alles op aarde uitdrukt, en dus niet het verschil tussen mens en dier onderstreept, maar juist hun gemeenschappelijkheid. Om ‘dierlijker’ te worden dient het humanisme, de gerichtheid op de mens, zich zo te verruimen dat ruimte ontstaat voor het nemen van morele verantwoordelijkheid voor het dier.

Noodzaak van (mede)menselijkheid

Als de mens humanimalistisch zou worden brengt dat ethische normen met zich mee. Zo zouden de bio-industrie, het gebruik van proefdieren, de jacht, de visvangst en dierengevechten verboden worden. Dit klinkt natuurlijk even prachtig als onmogelijk in een wereld die bol staat van deze praktijken. Maar Lemaire is allesbehalve naïef en biedt veeleer nieuwe denkwijzen aan dan vaststaande regels die zeggen hoe het wel en niet moet.

Daarbij legt hij de nadruk op het feit dat het pas mogelijk is ook dieren binnen de moraal te trekken, als eerst de mensvriendelijkheid gegarandeerd is. ‘De sleutel tot een betere omgang met dieren ligt hoe dan ook in en bij onszelf.’ Daarmee bedoelt hij dat er pas dan ruimte ontstaat voor het dier in het gebied van de moraal, als eerst alle mensen er veilig zijn. Pas in een eerlijke menselijke samenleving kan het dier gelijkwaardig worden.

Verbondenheid

Daarmee is Onder dieren net zozeer een boek over dieren als over mensen. En dat is ook eigenlijk precies wat het wil zeggen, namelijk dat het onderscheid tussen menselijk en niet-menselijk niet langer houdbaar is. Lemaire schrijft op bevlogen en doordachte wijze over wat wij mensen kunnen leren van het dier, en laat zien hoe hierover gedacht is in de geschiedenis. Zo was Schopenhauer jaloers op dieren, omdat het dier in staat is te leven ‘in het rustige, onvertroebelde genot van het heden’. De Franse filosoof Montaigne stelde enkele eeuwen geleden al dat mensen die wreed zijn tegenover dieren slechtere mensen zijn. Ook de oude Griekse denker Plutarchus zag de verstandigheid en gematigdheid van het dier, in tegenstelling tot de inhalige en vraatzuchtige mens.

Onder dieren is een omvattende zoektocht naar het dier, dat biologische-, historische- en filosofische bespiegelingen verbindt met ethische en zelfs metafysische consequenties. Bovendien werpt het een nieuwe kijk op de moderne tijd en is het wederom een stevige maatschappijkritiek. Maar dat betekent niet dat de mens als slechterik wordt neergezet. Juist het overeenkomstige in het samenleven van mens en dier wordt benadrukt. Zowel mens als dier zijn in staat tot samenleven, wat betekent dat ze in staat zijn tot rekening houden met de ander. Daar moeten we ons op focussen.

Lemaire schrijft persoonlijk en meeslepend. Zijn liefde voor dieren spreekt uit alles wat hij schrijft, maar staat nergens in de weg omdat hij deze gevoelens gewoon benoemt. Zo zit hij met een onoplosbaar dilemma: hij houdt zowel van zijn kippen als van de vossen die hen soms doden en opeten. Daarmee is Onder dieren ook een persoonlijke zoektocht die de tijd neemt, verschillende invalshoeken belicht en aangrijpt. Wanneer Lemaire schrijft over de grootschalige dierenslacht in abattoirs stokt hij: ‘Het kost me moeite om  nu verder te gaan…’ Dat is Lemaire ten voeten uit.