Boeken / Fictie

Menselijke detective met een Afrikaans sausje

recensie: Deon Meyer (vert. Martine Vosmaer & Karina van Santen) - 7 dagen

.

Een Zuid-Afrikaanse politieman wordt neergeschoten. Kort daarvoor heeft de politie een dreigmail ontvangen: ‘Het is vandaag precies veertig dagen geleden dat Hanneke Sloet is vermoord. […] Ik ga elke dag een politieman neerschieten tot jullie de moordenaar arresteren.’ Deze opvolger van 13 uur, de VN Thriller van het jaar 2012, is voor hoofdinspecteur Bennie Griessel weer een race tegen de klok.

Griessel heeft zijn leven in duigen zien vallen: door zijn drankgebruik is zijn vrouw van hem gescheiden en lukte het hem bijna niet meer zijn werk bij de politie in Kaapstad vol te houden. Nu is hij al anderhalf jaar van de drank af en hoewel de fles blijft lonken, heeft hij promotie gemaakt en gaat zijn leven weer de goede kant op. Hij krijgt de leiding in de zoektocht naar de schutter in de zaak-Sloet en bij het oplossen ervan. Maar hij wordt van het kastje naar de muur gestuurd, twijfelt aan de oprechtheid van zijn leidinggevende en is ervan overtuigd dat hij zijn intuïtie kwijt is. Het lijkt nu helemaal mis te gaan.

Als lezer raak je helaas net zo verward als Griessel. De vermoorde advocate Sloet werkte aan een ingewikkelde zakendeal, maar hoe het precies zat, wordt niet echt duidelijk, of is eigenlijk niet interessant genoeg. Het dwingende ritme dat voorganger 13 uur voortstuwt, mist hier grotendeels door de technische en wijdlopige toelichtingen en verklaringen. Het boek is in zeven delen – de zeven dagen – opgedeeld, maar dat brengt duidelijk niet genoeg urgentie in het verhaal als de dertien uur van het vorige boek.

Fok

Toch is 7 dagen de moeite waard. Bennie Griessel is als middelbare, gedesillusioneerde man bijzonder ontwapenend en boeiend. Hij is een beetje verliefd aan het worden op de mooie zangeres Alexa Barnard, die hij bij de zaak uit 13 uur heeft leren kennen, maar hij is bang dat hij niet goed genoeg is voor haar. Hij heeft daarom besloten dat het beter is als hij niet meer scheldt: ‘”Je ziet er…” Griessel wil “fokking” zeggen, maar hij beheerst zich en zoekt wanhopig naar een aanvaardbaar woord.’ Uiteraard lukt dit niet lang: ‘Het leven is altijd fo… verdomd…’ Enige tijd probeert hij fok door faux pas te vervangen, maar deze term heeft natuurlijk bij lange na niet dezelfde kracht of het gewenste effect. Dit gevecht met zichzelf, zijn taalgebruik en zijn drankzucht maakt Griessel een interessant, sympathiek personage. Telkens als het verhaal wat minder boeit, lees je door en hoop je dat het goed afloopt voor de inspecteur en vooral dat hij gaat inzien dat hij niet zo’n loser is als hij zelf denkt.

Uiteindelijk is de plot natuurlijk wel van belang in een thriller en die is in 7 dagen ook wel goed uitgedacht, maar misschien met wat veel detail en zijsporen uitgewerkt. Het is duidelijk dat Deon Meyer, inmiddels een bekende naam in thrillerland, veel onderzoek doet, maar het voert soms te veel de boventoon. Pas helemaal op het eind, als de Kaapse politie de schutter op de hielen zit, wordt het verhaal echt spannend. En dat is jammer, maar niet onoverkomelijk. Griessel en zijn collega’s brengen zo veel kleur in het boek dat dat toch goed kan. Maar bij het volgende boek weer wat meer tikken van de klok, graag.