Boeken / Fictie

De mythen: Karen Armstrong – Mythen // Margaret Atwood – Penelope // Jeanette Winterson – Zwaarte

recensie: De mythen: Karen Armstrong – Mythen // Margaret Atwood – Penelope // Jeanette Winterson – Zwaarte

Afgelopen week werd op de Frankfurter Buchmesse de nieuwe, internationale serie De mythen gepresenteerd. In dit project geven verschillende internationaal erkende schrijvers hun eigen versie van een bekende mythe. Deze week verschenen de eerste drie delen – geschreven door Karen Armstrong, Margaret Atwood en Jeanette Winterson – simultaan in vijfentwintig landen.

Karen Armstrong staat bekend om haar goedverkopende geschiedenissen over religieuze fenomenen. Ze verlaat de vertrouwde paden niet en schrijft dit keer een beknopte geschiedenis van de mythen. Margaret Atwoord hervertelt het verhaal van de terugkeer van Odysseus vanuit het perspectief van zijn vrouw Penelope, die haar dagen in de onderwereld slijt. Jeanette Winterson biedt een modern perspectief op de mythe over Atlas, die op zijn rug de kosmos met zich mee torst.

Het verschijnsel mythen

Karen Armstrong – Mythen

~

De hoogste dichtheid aantoonbare flauwekul per vierkante centimeter kom je steevast tegen bij Karen Armstrong. Ook haar nieuwe boek, een inleiding over het verschijnsel mythen, bevat weer louter onzin. Armstrong gelooft – en dat werkwoord staat daar niet per ongeluk – dat mythen waarde hebben, dat het niet zomaar verhalen zijn van primitieve beschavingen, zoals ieder weldenkend mens weet. Dat ze iets zeggen over de werkelijkheid, die zij ‘de schepping’ noemt. Weten we ook meteen waar zij zelf evolutionair staat.

Iets zeggen over de zielenroerselen van mensen die in voorbije tijden leefden is een hachelijke zaak, zelfs als we schriftelijke bronnen hebben. Over de prehistorie spreken we helemaal met vele slagen om de arm. Niet Armstrong. Die weet zelfs wat er omging in het hoofd van de paleolithische mens (‘de paleolithische mens had de jacht beschouwd als een heilige handeling’).

Dat komt, omdat zij de bijzonder schaarse resten die uit het verleden tot ons zijn gekomen niet op hun intrinsieke waarde beoordeelt, maar inpast in haar eigen religieuze gedachtegoed – of wat daarvoor door moet gaan. Zo zijn prehistorische grotten bij haar ‘kathedralen’, waar ‘pelgrims’ op afkwamen. In de serieuze archeologie is daar geen enkel bewijs voor, maar ja, dat is dan ook echte wetenschap en daar heeft Armstrong geen kaas van gegeten.

Hemeltergend

De redeneringen die Armstrong aan haar gammele kennis ophangt rammelen geweldig. Iedere pagina bevat minimaal één, en vaker meerdere enormiteiten. Je kunt wel aan de gang blijven. Zo schrijft ze ergens dat mythen over hemelreizen uit het begin van de menselijke geschiedenis stammen. Vervolgens stelt ze met veel ongefundeerde aplomb:

Dat betekent dat de wens om ‘boven’ de menselijke staat uit te stijgen een van onze wezenlijke verlangens is.

Geen idee wat dat is, ‘boven’ de menselijke staat, maar wat we bijvoorbeeld wel zeker weten, is dat de vroege mens waar Armstrong op doelt geen centrale verwarming had. Om daaruit dan weer de conclusie te trekken dat ‘ons wezenlijk verlangen’ naar een tochtige hut uitgaat, is waarschijnlijk toch net even een stap te ver.

En zo blundert ze maar door, van de ene naar de andere misser. Boeken die ze aanhaalt heeft ze niet gelezen. Wat ze over Luther beweert is te idioot voor zelfs maar een parafrase. De zeer bijgelovige, we zouden haast zeggen mystieke, Newton wordt bij haar een toonbeeld van rationaliteit. Ze denkt dat het politieke compromis dat de Drievuldigheid opleverde, met een vooropgezette mystieke bedoeling is bedacht. Het is hemeltergend, zoveel moedwillige stompzinnigheid.

De basis voor haar al te stellige beweringen blijft flinterdun. Hier en daar een verwijzing naar een boek, maar meest baseert zij zich op ‘wijzen’ (sic!) die dingen ‘beweren’, en ‘geleerden’ die op hun beurt weer iets ‘menen’, en anders denkt ‘men’ wel iets, of hebben we ‘aanwijzingen’. Zonder dat duidelijk wordt wie die ‘wijzen’ en ‘geleerden’ en ‘men’ dan wel zijn, en wat de waarde van die ‘aanwijzingen’ is. Slordig taalgebruik (‘een psychotische zenuwinstorting’ – dit uiteraard in tegenstelling tot een psychotische beenbreuk) maakt de ellende compleet. Conclusie: dit boek is alleen geschikt als onderzetter.

‘Tot hij terugkeerde naar zijn vrouw Penelope’

Margaret Atwood – Penelope

Tien jaar lang bevocht de listige Odysseus de Trojanen, tot de stad door zijn Houten Paard verslagen werd. Tien jaren spendeerde Odysseus aan zijn thuisreis, jaren waarin hij monsters versloeg en met godinnen sliep, tot hij terugkeerde naar zijn vrouw Penelope, die al die jaren op hem had gewacht. Penelope probeerde ondertussen wanhopig de vrijers die naar haar hand dongen van zich af te houden. Odysseus wist met zijn listen de vrijers te verslaan, hing twaalf overspelige dienstmaagden op, en leefde verder met zijn vrouw.

Aldus Homerus, de schrijver van de alom bekende Odyssee. En toen kwam Margaret Atwood, die de taak had het derde boek uit de serie De mythen te schrijven.

Twaalf gehangen dienstmaagden

~

Atwood koos voor een hervertelling van de mythe van Odysseus vanuit het perspectief van Penelope en de twaalf gehangen dienstmaagden. De Odyssee is weliswaar de bekendste versie van het verhaal over Penelope en Odysseus, maar mythen waren oorspronkelijk verhalen die mondeling werden doorgegeven. Atwood putte daarom veel uit andere bronnen dan de Odyssee, waardoor ze een verhaal neer kon zetten dat inderdaad een heel andere kant laat zien dan Homerus’ versie. Bij Atwood vertelt Penelope haar verhaal vanuit de onderwereld, met alle kennis die ze over haar leven bezit, zodat de ingetogen Penelope van Homerus is vervangen door een mondige vrouw die met rake streken haar leven weet neer te zetten.

Toen en nu

De hoofdstukken waarin Penelope aan het woord is worden afgewisseld door liederen en teksten van de twaalf gehangen dienstmaagden, wat doet denken aan het Oud-Griekse toneel, waarin een koor de scènes van elkaar scheidde. Aangezien veel zinnen rijmen, rijst wel de vraag in welke mate die liederen in de vertaling zijn aangepast. Ook de vele verwijzingen naar de Onderwereld versterken de mythische sfeer. Tegelijkertijd is het hier en nu sterk aanwezig: Atwood, die zelf behoorlijk feministisch is, geeft Penelope juist die trekken mee, waardoor haar personage niet overkomt als iemand van duizenden jaren oud. De toon van het boek is modern, en omdat Penelope zich al eeuwenlang in de Onderwereld bevindt, heeft ze de mogelijkheid om zich tot de lezer te richten met zinnen als:

Onlangs heb ik op een avond een kijkje genomen in uw wereld via de ogen van een medium dat in trance verkeerde. Haar klant wilde in contact komen met haar overleden vriendje om te vragen of ze hun flat moest verkopen, maar in plaats van hem kregen ze mij.

De mythe van Odysseus is nog wel in het verhaal herkenbaar, maar Penelope geeft zeker een hele andere kijk op deze mythe. Over de vraag of de mythe baat heeft bij een benadering vanuit hedendaagse perspectieven, valt echter te twisten.

Tussen de schouders van Atlas

Jeanette Winterson – Zwaarte

“Mythen en sagen van de Griekse wereld blijven hun aantrekkingskracht behouden, ook voor de moderne mens in een wereld van ruimtevaart”, schreef dr. S. Ramondt in het overzichtboek Mythen en sagen van de Griekse wereld. Ramondt probeerde hier vooral een tegenstelling aan te wijzen, maar in een hervertelling als Zwaarte. De mythe van Atlas en Herakles van Jeanette Winterson ontmoeten beide werelden elkaar juist. Zo vindt het doodgewaande ruimtehondje Laika een nieuwe plaats in de kosmos tussen de schouders van Atlas.

~

Zwaarte gaat over Atlas, de man die volgens sommige lezingen het hemelgewelf, maar volgens Wintersons lezing de kosmos, op zijn rug droeg. Samen met zijn broers, allemaal Titanen, probeerde Atlas de heerschappij van de jonge goden terug te veroveren door de Olympus te bestormen. Zeus bestrafte hem door hem voor eeuwig met de aarde te laten rondzeulen. Onderdeel van de hervertelling is de ontmoeting met Herakles, de held die belast is met de vloek van Hera en in opdracht van zijn zwakke neef Eurystes twaalf opdrachten uitvoert. Een daarvan is het plukken van drie gouden appels die zich in de tuin der Herspiraden, de dochters van Atlas, bevinden. Herakles neemt de last van Atlas een tijdje over, zodat deze laatste de gouden appels kan gaan plukken.

Zelfstandige helden

De hervertelling gaat verder dan een opsomming van gebeurtenissen, zoals je ze in overzichtswerken vindt. Winterson maakt van de figuren weliswaar wat karikaturale types – zo is Herakles een doldwaze held die vooral van vrouwen houdt – maar het interessante is dat ze Herakles en Atlas gedachten geeft, existentialistische gedachten zelfs. Herakles vraagt naar de zin van het leven en naar het ‘waarom’ van wat ze doen. Hoewel Atlas minder existentieel ingesteld is, spelen deze gedachten ook in zijn hoofd, getuige het verrassende einde. Deze gedachten en de manier waarop Winterson het verhaal vertelt, maken van de twee godenzonen personages, die niet alleen ter meerdere glorie van Zeus en Hera worden opgevoerd, maar die zelf een belangrijke rol spelen.

Lagen van verhalen

Dan is er ook de link met het heden, waarin het idee voor de hervertelling ontstond. Winterson schrijft dat ze meteen wist welk verhaal ze wilde vertellen. Hoewel niet helemaal duidelijk wordt waarom, wordt in een soort epiloog een ik-figuur opgevoerd die een grote fascinatie heeft voor de globe, die als een lamp op haar tafel staat. Het is de bol waarover ze reist, maar die ze ook met zich meedraagt, die deel van haar uitmaakt. Net zoals er onder het aardoppervlak verschillende lagen verborgen liggen die elk hun eigen verhaal vertellen, zijn onder haar huid gedachten en gevoelens verscholen die enkel door beroeringen opgewekt kunnen worden, als verborgen verhalen die ze opnieuw wil vertellen.

Karen Armstrong • Mythen: Een beknopte geschiedenis • Vertaald door: Karina van Santen en Martine Vosmaer • Uitgever: De Bezige Bij • Prijs: € 14,90 (gebonden) • 128 bladzijden • ISBN 9023418018.

Margaret Atwood • Penelope: De mythe van de vrouw van Odysseus • Vertaald door: Tjadine Stheeman • Uitgever: De Bezige Bij • Prijs: € 14,90 (gebonden) • 160 bladzijden • ISBN 9023418026

Jeanette Winterson • Zwaarte. De mythe van Atlas en Herakles • Vertaald door: Maarten Polman • Uitgever: De Bezige Bij • 112 bladzijden • Prijs: € 14,90 (gebonden) • ISBN 9023418034