Boeken / Fictie

Briljant debuut van een ex-voddenhandelaar

recensie: David Pefko - Levi Andreas

Debuteren met een roman als Levi Andreas is een zeldzaamheid. Alleen al de omvang: vierhonderd pagina’s schoon aan de haak. En dan is er nog de kwaliteit,van de eerste tot de laatste pagina van een niveau dat zo zeldzaam is in de Nederlandse literatuur, dat je jubelende recensenten en ongekende verkoopcijfers zou verwachten. Tenminste vier kenners die op televisie, door emoties overmand, roepen dat Reve eindelijk een opvolger heeft. Die blijven uit. Voorlopig althans.

Levi Andreas bestaat uit vier delen. Het eerste deel, ‘Sommige mensen kunnen maar beter helemaal niet denken’, bestaat uit veel korte hoofdstukken. Om en om wordt het verhaal van de twee hoofdrolspelers verteld; de hoofdstukjes met een strijkijzertje gaan over Rosa, de hoofdstukjes met een titel over Levi Andreas.

Rosa achter Levi aan
Aanvankelijk lijken deze twee personages maar weinig met elkaar te maken te hebben. Rosa werkt in een stomerij in Amsterdam Oud–Zuid. Ooit studeerde ze Psychologie, nu strijkt ze overhemden. Haar eentonige leven tussen de vier muren van de stomerij verandert als ze een briefje in een zak van een overhemd vindt. Wat ze op dat briefje leest, intrigeert haar zodanig, dat de onbekende schrijver ervan haar leven almaar verder gaat beheersen.

De hoofdstukken over Levi Andreas dragen titels als ‘Mama, je moet beloven dat je geen rare dingen zegt’ en ‘Kanker of geen kanker, die stroom gaat eraf’. En daar is het karakter Levi Andreas eigenlijk al mee geschetst. Hij is een misantroop van jewelste, een leugenaar en een bedrieger bovendien, maar zijn ondefinieerbare charme brengt hem vooruit in het leven. In de volgende delen gaat Rosa op zoek naar de eigenaar van het overhemd met het briefje, het overhemd met nummer 217. Levi Andreas, ongrijpbaar op de vlucht voor schuldeisers en ex–geliefdes, raakt langzaam buiten het blikveld van Rosa en dat van de lezer. Steeds vastberadener wordt Rosa als ze de onbekende Levi Andreas achterna reist naar achtereenvolgens Brussel, New York en uiteindelijk zelfs naar het einde van de wereld.

Nasi Martin en Martinimartin
Als de getitelde hoofdstukken uit het eerste deel íets duidelijk maken, dan is het wel dat David Pefko (1983) in zijn boekenkast een plankje Grunberg heeft. De hoofdstukken waarin Levi Andreas aanwezig is, lijken bijna een pastiche op het vroege werk van Grunberg; Levi Andreas zelf lijkt sprekend op de naamloze ikfiguur uit Blauwe Maandagen, op de grootheidswaanzinnige Broccoli uit Figuranten en op de manipulerende en leugenachtige klaploper Robert G. Mehlmann uit Fantoompijn. Ook de hoofdstuktitels zijn Grunbergiaans en zelfs het absurde Levi Andreas-personage Nasi Martin (een zich met borden nasi volstouwende rechercheur) doet toch wel erg denken aan het al even vreemde figuur Martinimartin uit Blauwe Maandagen.

Vraag: is dit erg? Antwoord: absoluut niet. Integendeel zelfs, want de briljant gedoseerde meligheid van de Levi Andreas-hoofdstukken past prachtig bij de veel meer geserreerde hoofdstukken over Rosa.

Je zou verwachten dat de critici na zo’n opvallende entree in de literatuur om het hardst roepen dat dit dé Ontdekking van het Jaar is, of de geboorte van een Groot Schrijver of zo. Misschien dat een ijverig googelende journalist wel een coverstory zou schrijven over de mystificaties rond Pefko (zijn biografie meldt: ‘David Pefko is schrijver en was vroeger handelaar in vodden en lappen’) onder de titel: Is Grunberg terug met een nieuw heteroniem? Niets daarvan. De site van de auteur vermeldt voorlopig alleen een mooie recensie in het Noord-Hollands Dagblad. Dat is leuk, maar te weinig, véél te weinig. Pefko heeft met Levi Andreas een geweldig boek geschreven, zo’n boek waar je er meteen vijf van koopt om het aan iedereen cadeau te doen.