Boeken / Fictie

Stijlloos en ijskoud

recensie: David Mulder - Pooldrift

De stijl van een schrijver is vaak een ongrijpbaar fenomeen. Doorgaans is het iets wat je tussen de regels door opmerkt. Of beter gezegd: niet opmerkt. Wanneer de stijl in orde is, wordt die onzichtbaar en kun je je overleveren aan het verhaal. Maar hoe anders is dat wanneer goede stijl ontbreekt. Eventuele lezers gaan met Pooldrift een gigantische worsteling tegemoet.

Volgens de kaft hebben we te maken met een ‘Poëtische en hartverscheurende roman over een man op zoek naar een hoger ideaal om voor te vechten.’ Het tweede deel van de zin – over de inhoud – klopt nog wel enigszins. De roman gaat over Krijn, een jongen die Nederland ontvlucht en op zoek gaat naar betekenis in zijn lege bestaan. Hij ontmoet de Senegalees Fumbe, die totaal andere redenen heeft om zijn thuisland te ontvluchten. Als Fumbe zijn schokkende verhaal aan Krijn vertelt, begint Krijn na te denken over de ernst van zijn eigen problemen.

Gebrek aan verbeeldingskracht

Poëtisch en hartverscheurend is deze roman echter totaal niet. Mulder propt zijn zinnen zo barstensvol details en beschrijvingen van de omgeving, dat er geen ruimte meer over is voor de lezer om te ademen. Letterlijk. Lees onderstaande zin maar eens hardop voor:

Wat ik te zien kreeg was je mobieltje dat almaar tijdens de repetities tevoorschijn kwam, midden in een nummer, dwars door een verhandeling van jou over de opbouw van zo’n nummer of onder een door jou georkestreerde improvisatie die gemakkelijk had kunnen uitmonden in weer een nieuw nummer als jij niet met een katachtige beweging had gereageerd op het trillen in je broekzak en met een vinger in je oor en de telefoon aan je andere oor het repetitiehok was uit gestiefeld en er pas een uur later met een pruilbekkie weer in terugkwam met de mededeling dat het je speet, maar dat je thuis even iets moest afhandelen.

Niet alleen is deze zin behoorlijk lang, maar er staat ook nog eens niets in dat tot de verbeelding spreekt. In de gedachtestromen die de hoofdpersoon op papier zet, worden ontzettend veel gemoedstoestanden benoemd. Helaas krijgt de lezer nergens de kans die emoties ook daadwerkelijk te beleven. En dat is opvallend, omdat de verhaallijn toch genoeg heftige gebeurtenissen bevat.

Stilistisch drama
Naast het gebrek aan verbeelding spelen ook de dialogen Mulder parten. Onderstaand citaat geeft goed aan hoe het geheel af en toe crasht:

‘Tuurlijk, hou je maar stoer.’ ‘Wat moet ik anders?’ ‘Het is kinderachtig.’ ‘Het is mijn manier.’ Fumbe zegt uiteindelijk: ‘Ik maak liever ruzie met je dan dat ik moet vertellen dat ik wegga.’ Boem. ‘Ik ga de boot nemen, weg van hier.’ Krak. ‘Er was een toerist, een Fransman, je weet toch hoe dat gaat? Legt het geld op tafel en hoeft het niet eens terug.’ Knars. Stilte.

Dat het verhaal van de hoofdpersoon ook nogal van de hak op de tak springt, maakt het fiasco compleet. Daardoor heeft de lezer nog minder houvast. Zowel voor lezers die dol zijn op stilistische hoogvliegers als voor lezers die van een goed verhaal houden, heeft dit boek maar weinig te bieden. Gelukkig ziet de kaft er prachtig uit…