Boeken / Non-fictie

Toeval bestaat wél

recensie: David Hand - Het onwaarschijnlijkheidsprincipe (vert. Han Visserman)

Tot drie keer toe de loterij winnen. Zeven keer door de bliksem getroffen worden. Het zijn zeer onwaarschijnlijke gebeurtenissen, maar toch komen ze voor. In Het onwaarschijnlijkheidsprincipe schrijft statisticus David Hand deze gebeurtenissen niet toe aan bovennatuurlijke krachten, maar louter aan wiskundige wetten.

De premisse van Hand is vrij eenvoudig. Dagelijks gebeuren er nou eenmaal zó veel dingen, dat ook de meest onwaarschijnlijke gebeurtenissen onvermijdelijk zijn. Wacht lang genoeg en iemand zal drie keer de loterij winnen. Onwaarschijnlijke gebeurtenissen zijn onontkoombaar; ze moeten zo nu en dan voorkomen. Ter ondersteuning van zijn onwaarschijnlijkheidsprincipe maakt Hand gebruik van vijf wiskundige principes, namelijk de wet van de onvermijdelijkheid, de wet van de werkelijk grote aantallen, de wet van de selectie, de wet van de kanshefboom en de wet van het voldoende dichtbij. Deze wetten worden alle in afzonderlijke hoofdstukken doorgenomen.

Alledaagse toevalligheden
Hand houdt ervan zijn stellingen te illustreren met behulp van dobbelsteenworpen. Het is onwaarschijnlijk om tien keer op een rij eenzelfde cijfer met een dobbelsteen te gooien. Maar laat genoeg mensen tien keer met een dobbelsteen gooien en de kans is groot dat het iemand overkomt. Zo gaat het natuurlijk ook in de werkelijkheid; er worden wereldwijd iedere dag heel wat dobbelstenen gegooid, heel wat loterijtickets verkocht en er waaien heel wat onweersbuien over. Aan toevallige reeksen is daarom geen ontkomen.

Hand legt uit dat mensen – vooral zij die in bovennatuurlijke krachten geloven – vaak over het hoofd zien dat zich in feite iedere dag zeldzame situaties voordien. Wie door een stoel zakt op het moment dat er een donderslag klinkt, zal spreken van een bizar toeval. Terwijl wie maandagmiddag door een stoel zakt en donderdagavond een donderslag hoort, de link niet zal leggen. Er wordt dan geen verband gezien, terwijl dat er in de eerste situatie uiteraard ook niet is.

Relativerend
Een ander punt dat vaak vergeten wordt, is de context waarin een situatie zich voordoet. Ja, het is onwaarschijnlijk om zeven keer door de bliksem getroffen te worden. Maar het wordt al een stuk waarschijnlijker wanneer je weet dat degene die dit overkwam op het platteland leeft en het grootste deel van de tijd buiten is.

Met Het onwaarschijnlijkheidsprincipe heeft Hand zijn theoriën zo uiteengezet dat ook een leek deze goed begrijpt. Af en toe verzandt hij inwiskundige berekeningen die wellicht te snel gaan voor de gemiddelde lezer, maar dit zorgt er gelukkig niet voor dat zijn betoog niet meer te begrijpen is. Liefhebbers van Ons feilbare denken van Kahneman zullen zeker niet bedrogen uitkomen door Hand, wiens relativerende vermogen een verademing is.