Boeken / Fictie

Een monument in aanbouw

recensie: David Foster Wallace - The Pale King

Na zijn dood liet de Amerikaanse schrijver David Foster Wallace een fragmentarisch manuscript achter. Deze literaire brokstukken vormen de aanzet tot een monumentale roman. The Pale King is het product van een virtuoos schrijver op de toppen van zijn kunnen.

Wallace maakte in 2008 op 46-jarige leeftijd een eind aan zijn leven, toen geen medicijn zijn depressies meer kon dempen. In Amerika staat hij bekend als literaire duivelskunstenaar, als schrijver die geniaal was in de volle betekenis van dat woord. Zijn omvangrijke roman Infinite Jest uit 1996 heeft, zoals dat heet, het Amerikaanse literaire landschap ingrijpend veranderd. The Pale King had ook zo’n monumentaal werk kunnen worden, maar zal onvoltooid in de steigers blijven staan.

De roman bestaat uit vijftig losse paragrafen en wat neergekrabbelde aantekeningen, verzameld tot een roman van circa 550 pagina’s. Bij veel schrijvers zou de postume publicatie van zo’n fragmentarisch manuscript ondenkbaar zijn. Behalve bij Wallace. Je hoeft maar één paragraaf te lezen om te begrijpen dat het niet uitmaakt hoe onaf The Pale King is: dit moést gepubliceerd worden.

Onvergetelijke personages
De spil van de roman is de aankomst, ergens in 1985, van een groep nieuwe medewerkers bij een Regional Examination Center van de IRS, de Amerikaanse belastingdienst. Deze bureaucratische moloch is in dit boek een fort van verpletterende saaiheid, waar tot op het bot verveelde ambtenaren een nooit slinkende stapel aan ingevulde belastingformulieren bestuderen. Tegelijkertijd is de IRS een wervelend universum van politieke intriges, ideologische discussies, fiscale haarkloverijen en menselijke drama’s.

Wallace bemant deze literaire biotoop met een dozijn onvergetelijke personages. Zoals Leonard Stecyk, die door zijn immense en pathologische goedheid de mensen in zijn omgeving tot moordlustige fantasieën brengt. Of ‘feitenhelderziende’ Claude Sylvanshine, bij wie zich onophoudelijk nutteloze weetjes opdringen, zoals de hoeveelheid onverteerd rood vlees in de dikke darm van een gemiddelde 43-jarige mannelijke inwoner van Gent, België. Tot de personages behoort ook Wallace zelf, die in 1985/’86 bij de IRS in dienst was.

Adembenemend detailrijk
Misschien wel de belangrijkste rode draad in The Pale King is ‘aandacht’. Als tegenwicht voor ‘verveling’, én als oorzaak daarvan. Met verveling omgaan is volgens Wallace de sleutel tot succes in een bureaucratie. Dat geldt in het bijzonder voor deze IRS-medewerkers, die elke dag opnieuw met eenzame heldhaftigheid hun werk verrichten in ‘perhaps the most tedious and drone-like white-collar job in America’. Maar het geldt evengoed voor ieder ander. Want de hele wereld is een agglomeratie van eindeloos veel feiten. Je kunt erin verdrinken. De truc is je aandacht te richten op de feiten die ertoe doen.

The Pale King verkent dit thema soms door het expliciet te bespreken. Tegelijk speelt het een terugkerende rol in de karakters en biografieën van de personages. Maar nog het meest indrukwekkend maakt Wallace zijn ideeën over aandacht en verveling inzichtelijk door onophoudelijk te spelen met detailniveau en informatiedosering. Bijvoorbeeld door iemand een adembenemend fijnmazig verhaal in de mond te leggen, en er daarna als auteur hoofdschuddend afstand van te nemen. (‘I am about art here, not simple reproduction.’) En door de lezer zelf zijn weg te laten vinden in een woud aan dwarsverbanden, terzijdes, voetnoten, afdwalingen en (schijnbaar) irrelevante voorvallen.

Riante beloning
Om dit soort romans te kunnen schrijven, moet Wallace hebben beschikt over een bezeten hersenactiviteit en een pijnlijk scherpe lens waar hij de wereld door waarnam. Dat levert literatuur op die veel eisen stelt aan de lezer. Want die moet bereid zijn zich met grimmig genot te worstelen door fiscaal-juridische uiteenzettingen met, zo geeft Wallace toe, een ‘dead, bureaucratic flavor’. En die lezer moet zich evenmin laten kisten door een monoloog van honderd pagina’s (§22) waarover pas na afloop, in een voetnoot, wordt verklapt wie er precies aan het woord was.

Maar Wallace beloont lezers met doorzettingsvermogen riant. Met juwelen van korte verhalen. Met snippers tekst die barsten van intellectuele energie. Dat geldt zelfs voor de soms merkbaar ongecorrigeerde en schetsmatige fragmenten. Ook die bereiken een niveau waar bijna alle schrijvers vergeefs naar zullen reiken.