Boeken / Fictie

Interessantdoenerij

recensie: David Foenkinos (vert. Liesbeth van Nes) - Herinneringen

.

Een naamloze verteller is nachtportier in een hotel. Tijdens zijn werk probeert hij te schrijven aan een roman. Een moeizaam proces, want hij twijfelt aan zijn kwaliteiten als auteur. Wanneer zijn grootmoeder uit het bejaardentehuis ontsnapt en hij zijn grote liefde Louise ontmoet tijdens de zoektocht naar zijn oma, staakt hij zijn schrijven. Jammerlijk genoeg  loopt de relatie met die grote liefde stuk, want kort daarna ‘was het alsof ik de benodigde melancholie voor het schrijven had verzameld’. Erg jammerlijk inderdaad, want was Louise gewoon bij haar man gebleven, dan had de verteller de lezer misschien niet verveeld met de opeenstapeling van literaire clichés die Herinneringen is.

Superliterair
Herinneringen probeert op alle fronten veel te hard om interessant te zijn en slaat daardoor op al die fronten de plank mis. De roman is opgebouwd uit korte hoofdstukken waarin de verteller zijn oninteressante leven etaleert. Deze korte hoofdstukken worden afgewisseld met beschrijvingen van herinneringen van de verschillende personages die de revue passeren. De toegevoegde waarde van deze herinneringen blijft echter volkomen duister en ze lijken vooral het product te zijn van een schrijver die heeft gedacht dat deze opbouw de roman superliterair zou maken. 

Dat deze interessantdoenerij is ontsproten aan de geest van een onsympathieke verteller mag niet echt een grote verrassing heten. Deze verteller mag dan volwassen zijn, hij komt over als een egoïstische puber. Hij heeft een hekel aan zijn ouders, zonder dat daar ooit een reden voor gegeven wordt, ziet zichzelf als een gekwelde ziel en vindt dat iedereen maar naar zijn pijpen moet dansen. Zo reageert de verteller als volgt wanneer zijn vader hem aanspreekt op het feit dat hij niet op bezoek is geweest bij zijn zieke moeder:

Ik begreep beter dan ooit hoe egoïstisch mijn ouders waren. Nooit had mijn vader belangstelling getoond voor het geringste vraagstuk waar ik mee zat, nooit mededogen gehad met de gevoelens van onbehagen die ik als tiener had, en nu dacht hij over mij te kunnen oordelen.

Gebrek aan ironie
Daarnaast wordt Herinneringen gekenmerkt door vergezochte vergelijkingen (‘Het laken lag als een oever over haar schouder, de oever van vredig water, een meer in Zwitserland’), vlakke personages, een stijl die niks aan de verbeelding van de lezer overlaat, slechte grappen en pseudo-intellectuele beschouwingen op het leven.

Misschien was het wel Foenkinos’ bedoeling om een slecht auteur tot verteller en hoofdpersonage van zijn verhaal te maken. Het zou een geweldige grap zijn, maar het gebrek aan enige ironie doet toch vrezen dat het allemaal serieus bedoeld is. Het maakt ook niet uit. Herinneringen zal, ongeacht de bedoeling van de schrijver, een kwelling om te lezen blijven.