Boeken / Fictie

Sleur van alle kanten belicht

recensie: D. Hooijer - Sleur is een roofdier

De nieuwe verhalenbundel van schrijver, dichter en beeldend kunstenaar D. Hooijer staat net als de beide voorgangers vol met in literaire vorm weergegeven klein leed van merkwaardige mensen. Vrolijk word je niet van deze parade misfits.

Intermenselijke relaties zijn zo ongeveer het enige onderwerp dat bijna drieduizend jaar literatuurgeschiedenis heeft opgeleverd, van de ruzie tussen Achilles en Agamemnon tot de nieuwste bundel verhalen van D. Hooijer. Die schaart zich met Sleur is een roofdier in een lange rij voorgangers, vanwege de in deze bundel aanwezige reeks verhalen over de onmogelijkheid tot vruchtbaar samenleven. De verhalen hebben weinig echte plot, maar meanderen voort, vaak tot in wat vreemdere regionen. Wat bijvoorbeeld te denken van een alcoholist die al ontnuchterend besluit zijn angsten te confronteren en dus in steeds hogere bomen klimt, terwijl zijn begeleidster in een nabijgelegen hotel lunchpakketten haalt? Zij neemt die neiging over en klimt uiteindelijk zelf zo hoog dat ze over de boomtoppen heen kan kijken. Nieuw perspectief! Aan symboliek geen gebrek.

De verhalen bestaan uit diverse in elkaar vervlochten lijnen, die allemaal draaien om misfits en andere losers, waarbij Hooijer handig gebruik maakt van de mogelijkheden die wisselende en – dus – onbetrouwbare perspectieven bieden. In het relatief lange slotverhaal is het zelfs behoorlijk opletten, want daar wisselen de stemmen elkaar erg rap af, in het relaas van twee botsende families. Het is een geschiedenis die uitloopt op moord, althans sterfgevallen in het wintersportoord Saalbach.

Idioom

Het kan er ook mee te maken hebben dat Hooijer een zeer kenmerkend idioom hanteert, zodat de deelnemers weinig onderscheidend vermogen laten zien en je telkens even moet terugbladeren om te zien wie ditmaal aan het woord is. Hooijer is dol op de erlebte rede, waarbij ze voor de levendigheid strooit met kreten als ‘nou’ en ‘nou ja’. Een ander typisch Hooijeranisme is het afwijkende gebruik van komma’s. Hele internetfora staan vol met verhitte discussies over het correcte gebruik van dit leesteken, maar dan gaat het om kleine variaties op een redelijk algemene consensus. Hooijer is extremer, ze mijdt komma’s waar ze dat kan en gebruikt die consequent nooit voor ‘maar’, hoe lang de zin ook is, wat tot merkwaardige resultaten leidt als:

Het zou vet kunnen zijn die laag over zijn maag en schouders maar waarschijnlijk zijn het spieren. Zijn haar is nu helemaal wit en het valt vrij lang en slordig langs zijn hoofd. Nu lijkt hij niet op een artiest maar op een kunstenaar.

Zo uit zijn verband gelicht misschien een kleinigheid, maar het gaat zo het hele boek door en dat leest op den duur wat vermoeiend, vanwege de leesblik die telkens blijft haken. Hetzelfde met de doorgaans opvallende namen die ze haar helden heeft gegeven. Dat kan allemaal de bedoeling zijn, want dit zijn toch al geen olijke wegleesverhaaltjes. Hooijer pakt literair met regelmaat stevig uit. Sneeuwwit en Iris bijvoorbeeld is het gelaagde verslag van een aantal toneelvoorstellingen, waarbij we tussendoor kennismaken met diverse recensenten en een deel van het publiek. Geen idee waar het over gaat, maar het is leuk bedacht.

Sleur

De overkoepelende titel – Sleur is een roofdier – is ook al ambigu. Je denkt eerst dat je een nieuwe Hannes Meinkema in handen hebt, of het vervolg op Zwaarmoedige verhalen voor bij de centrale verwarming, maar de lezende psycholoog van de koude grond ontdekt al snel dat het niet de sleur is die hier voor problemen zorgt, het zijn juist de mensen zelf die zich niet kunnen schikken in een routinematig bestaan. Ze gaan dan gekke dingen doen, bespieden nonnen, plegen zelfmoord, drinken, maar bovenal slaat hun leven verkeerde zijwegen in door de nefaste invloed van de anderen, die zoals Sartre al zei nu eenmaal de hel zelf zijn. De goede oude condition humaine kortom, die ons al veel boeken heeft opgeleverd. De bijdrage die Hooijer aan deze overvloed heeft geleverd zal vooral in de smaak vallen bij de meer ontwikkelde lezer, die graag eens wat in verhalen wil peuteren en roeren, om te zien wat daar allemaal onder het oppervlak borrelt en gist.