Boeken / Fictie

Grijze haren

recensie: Corine Kisling - Het badhuis

In Het badhuis spendeert de hoogbejaarde Marie Truyens alle tijd in haar badkuip. Corine Kisling vertelt een verhaal dat op den duur voor iedereen herkenbaar is: over ouderdom, verval en hoe het had kunnen zijn.

Marie overdenkt haar geschiedenis nadat ze op een vrijdag uitglijdt in bad en niet meer overeind kan komen. Haar hele leven heeft ze doorgebracht in het dorp Wielde. Nadat ze op jonge leeftijd weduwe werd, nam ze een baan aan als huishoudster in de pastorie. Maries situatie wordt benarder naarmate de uren verstrijken en niemand haar mist.

Het verval

Het badhuis begint met een terugblik naar de vrijdagochtend wanneer Marie haar boodschappen doet. Aanvankelijk legt Kisling het er wat te dik bovenop dat haar geheugen haar in de steek laat en lijkt het boek na de stroom alzheimer-romans van de afgelopen jaren weinig nieuws toe te voegen. Gelukkig leest het verhaal vlot weg en blijkt Het badhuis vooral een roman over teloorgang in de brede zin van het woord.

Niet alleen Maries geheugen raakt in verval, hetzelfde geldt voor haar lijf, wanneer ze haar hand omschrijft als ‘een getaande klauw met vuile nagels’, en voor het dorp Wielde. ‘Wij zijn de familie Allerlaatst,’ zegt Marie tegen koster-klusjesman Frijda in de nadagen van de parochie. Hoveniers, kapelaans en huispersoneel zijn al lang geleden vertrokken. Als laatste huishoudster overleeft Marie zowel Frijda als de laatste pastoor. Natuurlijk speelt er een drama uit haar jeugd op de achtergrond dat Kisling in kleine brokjes weggeeft:

Ze heeft spijt van alles wat ze heeft moeten missen in haar leven en wat ze had kunnen hebben. Als die trots er niet was geweest. Dat schuldgevoel. Die hadden alle ruimte in haar hart opgeeist en geen plekje meer overgelaten voor iets anders.

Whodunnit

Hoewel schrijfster/vertaalster Corine Kisling (1954) relatief onbekend is, timmert ze sinds jaren gestaag aan de weg en werd ze al in 1994 getipt voor de Libris Literatuur Prijs. De afgelopen jaren schreef ze vier misdaadromans samen met haar partner Paul Verhuyck, maar omdat ze het plot voor Het badhuis al geheel had uitgedacht, besloot ze voor het eerst sinds negen jaar een boek onder eigen naam uit te brengen.

Hoewel Wielde in sommige opzichten lijkt op haar eigen woonplaats Graauw, is het vooral de bedoeling dat Wielde álle dorpen is. ‘Mijn bedoeling is dat iedereen die zo’n dorp van nabij kent, zegt: dat is óns dorp,’ zei Kisling in een interview. Het verhoogt de herkenbaarheid van Het badhuis, want inderdaad kent bijna iedereen een dorp als Wielde en de teloorgang die de oude dag met zich meebrengt is alom tegenwoordig.

In de opbouw van Het badhuis is veel terug te vinden van een misdaadroman; de brokjes informatie vormen opgeteld een aardige whodunnit, want de vraag is waar in haar leven Marie de fout heeft begaan die nu nog doorwerkt. Het taalgebruik is weinig bloemrijk maar pakkend in zijn eenvoud, waardoor het zware thema toch vlot wegleest. Dat wordt nog gesterkt door de ruim opgezette lay-out. Het boek bezorgt geen dagen leesplezier, maar geeft daarna, zoals het een goed boek betaamt, stof tot denken.