Boeken / Non-fictie

Wanhopige verwarring

recensie: Chris de Stoop - Het complot van België

Drie verschillende, aangrijpende gebeurtenissen uit het leven van Chris de Stoop, onderzoeksjournalist bij het Vlaamse tijdschrift Knack, zijn de aanleiding voor zijn onderzoek naar het denken in complotten. De drie verhaallijnen zijn weliswaar boeiend, maar Het complot van België is helaas geen gedegen onderzoek en stelt dan ook teleur.

De Nobelprijs wordt weleens toegekend aan wetenschappers wier ontdekkingen, na nieuw verkregen inzichten, helemaal geen Nobelprijs verdienen. Zo kreeg in 1949 de Portugese dokter Moniz de prijs toegekend voor zijn ontwikkeling van een methode om ernstig psychiatrische patiënten te helpen: lobotomie. Die therapie houdt in dat zenuwverbindingen tussen de hersenkwabben werden doorgesneden of soms zelfs een stukje hersenweefsel werd weggenomen.

Deze methode speelt een belangrijke rol in het nieuwste boek van de Vlaamse journalist Chris de Stoop (1958), werkzaam bij het Vlaamse tijdschrift Knack en ook bekend van het boek Ze zijn zo lief, meneer, dat gaat over internationale vrouwenhandel. In het complot van België staat beschreven hoe een rooms-katholieke orde lobotomie toepast, maar het zou vooral een onderzoek moeten zijn naar het denken in complotten.

Familieleed

Stoops suikeroom, Nonkel André, was een psychiatrische patiënt en is, gedurende zijn opname in het Sint-Jan-Baptistgesticht te Zelzate, ‘gelobotomiseerd’. Dit gesticht werd geleid door de Broeders van Liefde, een internationale rooms-katholieke congregatie die zich, onder andere, manifesteert op het gebied van de (geestelijke) gezondheidszorg. In het boek komt deze orde ook in de andere twee verhaallijnen voor. Om in de persoonlijke sfeer te blijven: de auteur wordt sinds het begin van de jaren ’90 gestalkt door een jonge Brusselse vrouw Nina H. Zij overlaadt hem, soms vanuit een opvanghuis van de Zusters van Liefde, met dossiers waaruit, volgens haar, blijkt dat de ‘rode maffia’, een conglomeraat van artsen, socialisten en vreemdelingen, het op haar gemunt zouden hebben. Ze vreest zelfs dat ze met haar hersenen geknoeid hebben.

De Broeders van Liefde onderhielden, zo blijkt uit de derde verhaallijn, ook een psychiatrisch centrum in Rwanda. Een land dat is geteisterd door een genocide, gepleegd in het midden van de jaren ’90, waarbij, naar schatting tussen de 500.000 en 1.000.000 doden vielen. Daar maakte Chris de Stoop mee hoe de Belgische regering in april 1994 eenzijdig haar troepen uit het conflict terugtrok en om die daad te camoufleren heeft de toenmalige regering van christen-democraten en socialisten ervoor gezorgd dat de andere landen tevens hun blauwhelmen zouden terugtrekken. Een criminele en immorele beslissing in de ogen van Stoop. Zo kon namelijk één van de ergste genocides van de twintigste eeuw plaatsvinden.

Complotten

In Rwanda blijken de verschillende bevolkingsgroepen in de ban zijn geweest van complotten, waarbij de ene groep angst had om door de ander te worden vermoord. De genocide zou zelfs een vooropgezet plan zijn geweest om zo de macht in de handen te krijgen. De angst van de bevolking vermoord te worden, gevoed door de complottheorieën die de ronde deden, verhevigde de staat van paranoia waarin Rwanda verkeerde. Hoewel Chris de Stoop het nergens expliciet aan de orde stelt, is zijn boek een waarschuwing voor de verwoestende kracht van complotten en het wantrouwen in elkaar dat hiermee gevoed wordt. En dat geldt derhalve ook voor België.

Dit is dan ook meteen de zwakke plek van het boek. Alhoewel de verschillende lijnen an sich aangrijpend zijn om te lezen, vormen ze samen een verwarrend en onduidelijk geheel. Het boek waaiert uit zonder de kern van het probleem goed op de kaart te zetten. Chris de Stoop lijkt niet te weten wat hij wil zeggen. Aan de ene kant moet je niet te veel waarde hechten aan het complot, aangezien dit alleen maar een cultuur van wantrouwen en gekte in stand houdt, getuige het verhaal van Nina H. Aan de andere kant hecht hij toch waarde aan de verschillende complotten die de ronde doen over de terugtrekking van de Belgische blauwhelmen. Daarenboven raakt zijn, op zichzelf, valide punt van kritiek op de Belgische regering ondergesneeuwd in het boek en dat is jammer.

Het complot van België blijft, ondanks de onderwerpen, een boek dat op los zand blijft drijven. Het wil nergens beklijven noch aanspreken. Het is eerder een anekdotische vertelling dan het resultaat van een gedegen onderzoek.