Boeken / Fictie

Zeperd

recensie: Carla de Jong - Outcast

.

De kwaliteit van een thriller is vaak af te meten aan de verbetenheid waarmee de lezer hem tot zich neemt. Een goede thriller houdt je vast tot in de late uurtjes. Geen moment wil je hem neerleggen, om dan eindelijk toch je welverdiende slaap te kunnen pakken. Je zal en je moet nog één pagina lezen… en nog één… en nog één…
Het boek begint in ieder geval goed. Binnen drie pagina’s wordt de bekende acteur Stef Jarden aan gruzelementen gereden door een onbekende persoon. De toon is gezet en het sein staat op groen om inspecteur Birgitta Reve weer het toneel te laten betreden. Na de verwikkelingen in De Jongs vorige roman Serpent is ze tijdelijk geschorst en zal ze aanvankelijk vanuit de tweede lijn aan dit moordonderzoek kunnen meewerken. Haar sidekick Peter start het onderzoek deze keer onder supervisie van de ambitieuze Tjeerd.

De spanningen binnen de driehoek Birgitta-Peter-Tjeerd voegen een tweede laag aan het moordverhaal toe. Voeg daar Birgitta’s onzekerheid over het wel of niet hebben van de ziekte van Huntington aan toe en je krijgt een thriller met net iets meer diepgang. Helaas zijn beide extra lagen summier uitgewerkt. Daardoor blijft Outcast, ondanks de extra dimensies, een platte rechttoe rechtaan thriller. De psychologische aspecten beperken zich tot sporadische oppervlakkige beslommeringen van de hoofdpersonen.

Verrassing

Het thrilleraspect zelf is kundig, maar weinig verrassend uitgewerkt. Er valt al snel een tweede moord te betreuren en het drietal Birgitta, Tjeerd en Peter ondervraagt, al onderling kibbelend, de mogelijke verdachten. Ieder op zich heeft zo zijn favoriete verdachte, gebaseerd op de eigen voorliefdes en tunnelvisie. De lezer wordt op deze manier steeds geconfronteerd met een andere invalshoek. Omdat het verhaal hoofdzakelijk verteld wordt vanuit ofwel het standpunt van Peter of vanuit dat van Brigitta krijgen we een compleet beeld van de situatie. We zien meer dan wanneer het verhaal vanuit slechts één persoon verteld zou worden.

Maar ondanks die extra hoeveelheid informatie kabbelt het allemaal maar voort, wat uiteindelijk leidt tot het Baantjer-effect. Dat wil zeggen dat je meer dan negentig procent van de tijd opgezadeld wordt met beslommeringen van verdachten die uiteindelijk niets met de moord te maken hebt. Om uiteindelijk met een nauwelijks uitgelichte dader opgezadeld te worden. Dat gebeurt ook in Outcast. Je weet eigenlijk al vanaf het begin dat de hoofdverdachten ‘het’ niet gedaan hebben en je hebt je vermoedens omtrent de daadwerkelijke snoodaard, maar kunt dat nergens met feiten staven.

Combinatietechniek

Deze duveltje-uit-een-doosjetechniek is dan misschien effectief, maar toch zeker niet origineel te noemen. En hoewel het boek verder prettig leesvoer is, wordt de lezer met deze techniek niet echt serieus genomen. Het is alsof de schrijver haar plot niet ingenieus genoeg kan verpakken om, ondanks het vrijgeven van alle feiten, de lezer alsnog te verrassen. En dus trekt ze een rookgordijn op en richt ze haar pijlen op het verdacht maken van andere betrokkenen.

Het zou mooi zijn als Carla de Jong haar schrijverstalent (want dat heeft ze wel degelijk) zou combineren met iets meer diepgang en betere plots. Als ze die zaken bij elkaar weet te brengen, hebben we te maken met een regelrechte (internationale) topper. Nu helpt ze hooguit in de (nationale) middenmoot haar slachtoffers om zeep.