Boeken / Fictie

Deel twee kan doorkomen

recensie: Britta Bolt - Heldhaftig

Sinds enkele jaren gaan thrillers bij voorkeur per drie. Trilogieën verkopen, helemaal wanneer ze ook nog eens geschreven worden door een gemengd schrijversduo – Nicci French meets Stieg Larsson.

Pieter Posthumus, ambtenaar van een Amsterdamse gemeentedienst die verantwoordelijk is voor de afwikkeling van sterfgevallen van hen die al ruim vóór hun dood zijn vereenzaamd. Wanneer hij door zijn truttige chef op de zaak van een zelfmoord van een eenzame jongen wordt gezet, ontdekt hij diens duistere kanten. Deze zelfmoord is meer dan de laatste sprong van een gedeprimeerde einzelgänger. Pieter Posthumus – ja, hij heeft last van grappen over zijn naam – bijt zich vast in de zaak.

Klassiekers
Heldhaftig, het eerste deel van de Posthumus-trilogie, geschreven door journalist Rodney Bolt en topadvocate Britta Böhler, begint als een van die talloze gezellig-Amsterdamse detectivejes waar de Nederlandse thrillerlezer het decennialang mee moest doen, en die nog jaarlijks met tientallen blijken te verschijnen. De Posthumus-verhaallijn bestrijkt echter slechts de helft van Heldhaftig. De andere lijn volgt een fictieve opsporingsdienst van de politie die een groepje vermeende terroristen op de hielen zit. Je hoeft geen Columbo te heten om te begrijpen dat de dood van die eenzame jongen een direct verband houdt met dat onderzoek.

En een beetje genrekenner begrijpt ook dat Posthumus (het soort personage dat in recensies vaak ‘geen doorsneespeurder’ wordt genoemd) verdraaid dicht bij de oplossing van de zaak gaat komen – ondanks voortdurende tegenwerking van zijn bazin (nogal wiedes: vrijwel alles wat hij in Heldhaftig doet, valt min of meer buiten zijn bevoegdheden). En mede dankzij zijn nichtje, journaliste Merel, die hij na jaren weer tegen het lijf loopt in zijn bruine Amsterdamse stamkroeg – nog zo’n Baantjer-klassieker.

Voldoet aan de eisen
Böhler en Bolt schuwen de clichés niet. Evenmin klapt Böhler uit de school over haar beroepspraktijk – wie boeiende bespiegelingen over de zaak-Volkert van der G. of de zaak-Öcalan verwacht, kan dit boek beter ongelezen laten. Maar Heldhaftig voldoet wel degelijk aan een groot deel van de eisen van een moderne thriller. Posthumus is een sympathiek, gelaagd personage dat van zijn bedenkers een interessant, zich tergend langzaam ontvouwend verleden heeft toebedeeld gekregen. De plot zit heel behoorlijk in elkaar (al komen sommige zaken wel wat erg uit de lucht vallen) en vooral in het laatste deel van het boek loopt de spanning flink op.

Met de stijl zit het ook wel goed, wat een prestatie is voor twee niet-native speakers. Het is geen Nabokov, maar onderhoudend en ondergeschikt aan het verhaal. Met opvallend veel dialogen, die af en toe ietwat kreupel lijken – een radicaliserende Marokkaanse jongen van negentien die een dame in de tram een ‘ouwe taart’ noemt bijvoorbeeld.

Typisch Amsterdams
Een kleine kinderziekte van Heldhaftig die in de volgende delen genezen moet worden, is de soms ietwat voorspelbare ontwikkeling: een personage dat aan het begin van het verhaal als een ‘goeie’ wordt voorgesteld, kan zich een boek lang ongestoord verdacht gedragen, waarna – verrassing – hij of zij toch zo sympathiek niet blijkt te zijn. Blijft over: een spannend eerste trilogiedeel dat veel doet beloven voor wat nog komen gaat, als tenminste dat ’typisch Amsterdamse sfeertje’ een beetje naar de achtergrond verdwijnt. Nergens voor nodig.