Boeken / Fictie

Onschuld van een kleine man

recensie: Biyi Bandele (vert. Paul van der Lecq) - Burma boy

.

Banana wil met zijn vrienden mee, die allemaal uit hun geboortedorp in Nigeria wegtrekken om zich in de oorlog te begeven. Laat er geen twijfel over bestaan: dit kind wordt niet geronseld, maar doet er zelf alles aan om te laten zien dat hij vechtklaar is. Met leugentjes om bestwil en dikke tranen krijgt hij het voor elkaar ingelijfd te worden. Banana komt terecht bij de Chindits, de groep die diep in het oerwoud op Birma achter de Japanse linies moet zien te komen.

Waan

Illustratie Femke van der Wijk

Illustratie Femke van der Wijk

Voordat we Banana op zijn oorlogspad gaan volgen, krijgen we een introductie die je los kunt zien van de rest van de roman. Het is de afspiegeling van de gekte die een oorlog oproept. Met een flinke vaart leidt Bandele ons door de koortswaan van samanja Wingate. Wingate dwaalt doelloos rond, op een rantsoen van medicijnen, en lijkt verloren in een wirwar van feiten en waanbeelden van eerder gehouden veldtochten. Wingate krijgt een charmante aftocht, en de strijd van Banana en zijn makkers tegen de Japanners kan beginnen.

De jongens, uit hun wereld en jongensdromen gerukt, zijn niet de doorgewinterde vechtjassen die je zou verwachten bij special forces. Bandele vergroot de naïviteit van de jonge Nigerianen flink uit, om des te sterker terug te slaan met de waanzin van oorlog. Die naïviteit klinkt door in absurdistische gesprekken, in uitweidingen over de herkomst van namen, in de onnozelheid van Banana die grapjes niet begrijpt.

Realiteit

De gevechten worden heftiger, de verwarring ook. In de loopgraven neemt de realiteit van Japanse zelfmoordcommando’s, stinkende lijken en ziekte het over. Deze onaangename werkelijkheid staat tegenover het geloof van de jonge soldaten. Burma Boy roept de vraag op wat er in de plaats komt voor het geloof in verhalen en mythen, als dat verloren gaat. De volksverhalen die de jongens delen, en aan thuis herinneren, berusten niet op waarheid, er is geen bron en verificatie is onmogelijk. Soldaat Bloken, bijvoorbeeld, blijft leven: hij heeft een rotsvast vertrouwen in zijn amuletten.

Langzaam maar zeker worden die mythen afgebroken. Ook al heeft Banana de nodige slachtoffers gemaakt, zijn overtuiging en letterlijke kindsheid beschermen zijn onschuld nog steeds. Hoe lang kan dat duren? Als zelfs de onwrikbare Bloken de realiteit toelaat en beseft dat zijn amuletten gevuld zijn met zand en dus niets waard zijn? Hoger geplaatste Damisa belooft de dan veertienjarige jongen: ‘Onschuld is een gevaarlijke deugd, Ali, en ik zal je daarvan bevrijden (…) dat je kan doden, wil nog niet zeggen dat je een man bent. Ik zal een man van je maken, Ali. Ik zal je van het rechte pad af brengen, als God me de kracht geeft.’

Na de onschuld
Zoals de overgang van volwassenheid gepaard kan gaan met een ritueel, is het in Burma Boy één daad die de overgang naar het man-zijn voor Banana markeert. Wat wil dat zeggen? Een kind is onschuldig en wanneer het zijn onschuld verliest is het geen kind meer. Bestaat de onschuldige volwassene? Wingate schreef het al: ‘Cynisme in deze oorlog zal ons de overwinning kosten, maar het is wijdverspreid bij het opperbevel. Rechtschapenheid verheft gans het volk.’

Burma Boy is ondanks de thematiek licht en humoristisch. Geen zware politieke of historische uiteenzettingen. Het broeierige van de jungle en ruimschoots gebruik van het Hausa, de taal van Banana en de zijnen, versterken de couleur locale. En Bandele houdt je goed bij de les: hij neemt je af en toe aan de hand, naar rustiger vaarwater, om je daarna met scherpe, korte scènes in je gezicht te slaan. Bandele schreef een verfrissend type oorlogsroman.