Boeken / Non-fictie

De godin van de Zuidzee

recensie: Ayu Utami (vert. Maya Sutedja-Liem) - Het Getal Fu

.

Het getal Fu duikt in de mystiek van Midden Java en wat daar nu nog van over is. De moderne periode wordt gezien vanuit de ogen van bijgelovige dorpsbewoners aan het begin van de twintigste eeuw die de godin van de Zuidzee nog steeds vereren. Dit leidt Utami naar een oude kroniek van Javaanse koningen uit het verre verleden, de Babad Tanah Jawi. Daarin speelt de koningin van de Zuidzee Nyai Ratu Kidul een belangrijke rol. Dit wordt verweven met de politieke omwentelingen na het aftreden van Soeharto.

Modernistisch bergbeklimmen
Het getal Fu begint als jonge bergbeklimmer Sandi Yuda in zijn voorbereiding de lokale jongen Parang Jati tegenkomt. Yuda komt uit de grote stad, Bandung, om de berg Watugunung te klimmen met zijn groep. De lokale twintiger Parang Jati wordt een vriend die hem uitdaagt met andere ogen naar de natuur en zijn wereldbeeld te kijken. Yuda leert langzaam met meer respect te kijken naar lokale rituelen waarin bovennatuurlijke krachten en wezens als Nyai Ratu Kidul centraal staan.

De verteller in het boek – Yuda – vertegenwoordigt de modernistische en cynische mens die niets moet weten van bijgeloof van het platteland. Hij ziet de natuur als een element dat hij kan onderwerpen. Parang Jati is een wijze jongen die is opgevoed in de mystieke leer met eerbied voor de natuur. Zijn ‘broer’ Kupukupu vertegenwoordigt de stem van moderne islamitische stroming op het platteland. Onverdraagzaam monotheïsme probeert de natuurgodsdienst uit het dorp te verwijderen. 

Theorieën over oude gewoonten
Het boek laat de lezer los in een voor veel buitenstaanders onbekend gebied van geesten, misvormde mensen en geologie. Om het verhaal te kunnen vertellen is veel achtergrond nodig die in de vorm van analyses, nieuwsartikelen en verhalen uit de Babad Tanah Jawi wordt gebracht. Het is een bijzondere prestatie van Utami om zoveel elementen bij elkaar te brengen in het verhaal, die gezamenlijk het verlangen naar de oude Javaanse mystiek opwekken.

Deze aantrekkingskracht van de oude mystiek verzandt echter in een veel te grote hoeveelheid informatie die door de schrijfster wordt aangevoerd. Door eindeloze feiten te stapelen verliest de schrijfster veel interesse van haar lezers. Islam, bijbel, leger en politiek van Indonesië worden allemaal ingezet om het respect voor Javaanse traditie af te dwingen. Hele hoofdstukken worden gewijd aan theorieën over het nut van de oude gebruiken, met afgrijselijke passages die lijken op een saai hoorcollege als dieptepunt.

Zware kost
Het boek mondt uit in een aanklacht tegen de suprematie van monotheïsme en modern cynisme. Yuda is de personificatie van de moderne mens en moet ons tijdens onze mystieke reis begeleiden. De denker van het boek – Parang Yati – zet hier een droog pleidooi voor een soort neo-animisme tegenover. Maar de redeneringen van de hoofdpersonen gaan irriteren. Zeker als de karaktervastheid van de hoofdverteller niet duidelijk meer is. Yati staat kritisch tegenover de argumenten van zijn vriend en filosofisch opponent Parang Jati, maar krijgt steeds meer van de gedachtewereld van Jati in de mond gelegd.

Het Getal Fu is een groots werk van Utami dat net zo politiek geëngageerd is als haar eerdere werk. Het boek dient een nuttige discussie over tolerantie voor oeroude tradities en polytheïsme in Indonesië. Het is alleen jammer om te zien dat Utami de karakters en het verhaal in haar strijd laat sneuvelen. De lezer blijft daardoor met zware kost zitten, met redeneringen die onplezierig door de strot geduwd worden.