Boeken / Fictie

Met scherpe pen

recensie: Arnon Grunberg - Apocalyps

Grunberg draait inmiddels nergens meer een hand voor om. ’s Lands meest productieve schrijver is er weer in geslaagd om naast zijn dagelijkse column in de Volkskrant ook nog eens een roman af te leveren, of om precies te zijn, zijn allereerste verhalenbundel.

Goed, technisch gezien is alleen het titelverhaal origineel, want de andere 21 verschenen al eerder in het afgelopen decennium: het overgrote deel daarvan in literaire tijdschriften. De reden daarvoor is dat Grunberg zijn korte verhalen alleen op verzoek schrijft. Jammer, want zijn scherpe pen leent zich goed voor het korte verhaal, hoewel hij zich blijkens deze bundel soms te weinig tijd geeft om zijn absurdisme op een enigszins geloofwaardige manier te ontwikkelen.

Blik figuranten

De verhalen in Apocalyps zijn scherp en actueel. Zo is ‘Logeerpartijtjes’ een brief van een gehandicapte jongen die regelmatig misbruikt wordt door een priester en is er een naamloze zanger die zomaar Michael Jackson zou kunnen zijn. Collega-schrijver Komrij speelt een kleine rol in ‘De receptioniste’, waar hoofdpersoon Raina hem omschrijft als ‘een griezel, zijn gedichten begrijpt ze niet en zijn columns vindt [ze] oubollig.’

Grunberg zou echter Grunberg niet zijn zonder een gezonde dosis zelfspot en dus draaft hij zelf op in het laatste verhaal, ‘Aangifte’, waarin een Poolse jongedame een klachtenbrief schrijft over zijn bejegening en het feit dat ze na zijn verblijf bij haar thuis het tafelzilver niet terug kan vinden.

Camera in je aars

De titel Apocalyps is goed gekozen, want Grunberg laat heel wat werelden vergaan. De opzet van de meeste verhalen komt grotendeels overeen; waar de hoofdpersoon aan het begin nog door kan gaan voor een functionerend lid van de maatschappij, wordt de lezer die illusie al snel ontnomen.

Zo begint de hoofdpersoon uit het titelverhaal zijn levensverhaal met een relaas over zijn jeugd alvorens hij zijn probleem introduceert: Hij leeft in de vaste overtuiging dat zijn vader een Color Spy Cam Mini Micro Camera in zijn anus heeft gestopt om zo zijn gangen na te gaan. Begrijpelijkerwijs wil hij daar graag vanaf, maar Grunberg heeft zijn geloofwaardigheid al flink aangetast met omschrijvingen als: ‘Ik had huidkanker maar de artsen konden niets vinden en zo ontstond er een gespannen situatie tussen mij en de medische wetenschap.’

Een aantal verhalen lijkt te dienen als voorstudie voor zijn romans. Het duidelijkst komt dat naar voren in ‘Iemand anders’, een minder goed uitgewerkte versie van ‘Tirza’. De beoordeling ‘minder goed uitgewerkt’ is van toepassing op meerdere verhalen in de bundel; zo is ‘Nicholas Gallo’ meer een introductie dan een volledig verhaal en voelt ‘De nieuwe vriend’ ronduit onaf. Ondanks een aantal missers biedt Apocalyps echter een degelijke bundel.

Goede voornemens

Natuurlijk zit Grunberg ook in 2014 niet stil. Hij kondigde eind vorig jaar aan mee te gaan doen aan een experiment waarbij zijn hersenactiviteit gemeten wordt, om zo het schrijven te ‘onmythologiseren’. Ondertussen reist hij de wereld rond, werkt nog altijd dagelijks zijn blog bij en mengt hij zich in het politieke debat omtrent de Olympische Spelen. Hoewel zijn vorige boek werd uitgeroepen tot meest overschatte roman van 2012 lijkt hij nu dus weer prima op weg.