Boeken / Fictie

Het mysterie rond FtHvdB

recensie: Annejet van der Zijl - Jagtlust

Jagtlust is het heruitgegeven en herziene debuut uit 1998 van Annejet van der Zijl en gaat over de dichteres Fritzi ten Harmsen van der Beek. Fritzi ten Harmsen van der Beek (FtHvdB), of korter: Fritzi Harmsen van Beek, of nog korter: Fritzi, was in de jaren zestig een zeer bekende dichteres, die weinig schreef, zich weinig aantrok van de wereld en weinig geld had. Vrienden had ze wel. Dichters, uitgevers, kunstenaars, journalisten en dandy’s. Allemaal kwamen ze naar haar vervallen villa, genaamd Jagtlust.

~

Jagtlust is te lezen als een biografie van FtHvdB, maar is het niet. Het is ook geen portret van het huis zelf, hoewel dat wel zou kunnen. We lezen kort wie de villa bouwde, wie er achtereenvolgens in woonden en hoe FtHvdB erin woonde. Saillante details komen aan bod en het is een aangename beschrijving van een tijdperk dat ik alleen maar ken uit boeken als deze. Maar wat Jagtlust precies is, wordt nauwelijks duidelijk. Voor een ‘biografie van een huis’ ligt de nadruk weer te veel op de dichteres. En die dichteres laat zich niet echt lenen tot het beschrijven van haar leven.

Mysterie

FtHvdB is omgeven met geheimzinnigheid en mysterie, kondigt Van der Zijl aan. In plaats van onthullingen te doen versterkt zij het mysterie rond de dichteres. De biografe lijkt betoverd door haar onderwerp:

Met haar hese stem, haar enorme ogen en haar verslavende, volstrekt oorspronkelijke taalgebruik en gedachtegangen was ze net champagne: bubbelend en bruisend, zich onttrekkend aan elk stereotype van het klassieke vrouwtje. Ze paarde opperste chic aan een totaal gebrek aan gêne en een grote arrogantie aan de opperste onzekerheid, zodat je nooit wist wat je van haar kon verwachten. Maar je vergaf haar alles, want ze had ook iets ontroerends kewtsbaars en hulpeloos over zich, een herfstbruidje dat voortdurend in zeven sloten tegelijk liep en hevig op mannelijke beschermingsinstincten werkte.

Dit is nog een weergave van de gedachten van dichter Remco Campert, die in 1956 een relatie met FtHvdB begint en uiteindelijk met haar trouwt. Maar Van der Zijl zegt er niet bij of ze die gedachten zelf geciteerd, geparafraseerd of misschien zelf gecomponeerd heeft. Ze geeft geen bronnen. Ook niet bij deze serenade:

Er waren misschien mooiere vrouwen dan Fritzi, er waren er zeker die sexy’er [sic] waren, maar er was niemand die zo dwarrelend geniaal en roesachtig was als zij, en die haar bewonderaars zo effectief gevangen wist te houden in iets dat zweefde tussen bewondering en medelijden. Ze leek altijd half in haar eigen fantasiewereld te leven […].

~

Een stuk als dit maakt het verhaal weliswaar smeuïg, maar zet je ook aan het denken over het waarheidsgehalte van het boekje. Het is non-fictie, maar neigt wel heel vaak naar fictie: FtHvdB als sprookjesprinses.

Bronnen en wetenschap

De sjeu die deze liefdevolle citaten het boek geven, zijn nog goed te praten. Anders wordt het wanneer we bekijken hoe Van der Zijl haar bronnen behandelt. Achterin het boekje staat een uitgebreide lijst met namen: de mensen die Van der Zijl geïnterviewd heeft. Idem met archieven: bibliotheken, privé- en gemeentearchieven en het Letterkundig Museum. Ook is er een enorme bibliografie en is het boek uitgerust met een personenregister. Een prima verantwoording, wetenschappelijk bijna. Maar de tekst zelf is jammer genoeg niet zo wetenschappelijk van toon.

Wetenschappelijk hoeft niet meteen te betekenen dat je een dor verhaal schrijft met lange, ingebedde bijzinnen en een massa voetnoten, maar wel dat je ten alle tijde je bronnen vermeldt. Van der Zijl schrijft prettig leesbaar proza, en dat is een groot pluspunt, maar het is jammer dat ze haar bronnen niet goed vermeldt. Naar de oorsprong van de citaten hierboven is in eerste instantie alleen maar te raden. Ook staat in de lopende tekst soms een citaat, aangegeven in kleinere letters, maar niet direct met bron.
Pas achterin, na ‘geraadpleegde archieven’, vinden we een lijstje met bronnen bij de citaten. Het maakt het lezen wel lastig, want op die manier moet je steeds heen en weer bladeren. Kijk dan niet, zou je zeggen, maar de aard van de citaten maakt meer dan eens nieuwsgierig wie de uitspraak gedaan heeft.

Losse schroeven

Hier komt nog bij dat het boek een soms te luchthartige toon heeft. Op een interessante uitweiding volgt plotseling een zinnetje als: “wat er ook waar was van alle verhalen […].”, waarmee de verhalen op losse schroeven gezet worden. Zulke dingen: “Fritzi was Fritzi en het was gewoon niets voor haar […].”.
Van der Zijl geeft verder geen korte inleiding bij het introduceren van personen als Lucebert of Jan Sierhuis, die daarom wat wazig blijven. Lucebert mag inderdaad bekend verondersteld worden, maar de naam Jan Sierhuis moet verduidelijkt worden. Ik heb nog nooit van hem gehoord.

Garnwerd

Over FtHvdB zelf leren we uiteindelijk niet zoveel. Ze woont tegenwoordig in het Groningse dorp Garnwerd en heeft zich teruggetrokken uit de openbaarheid. Van der Zijl kreeg haar niet te spreken. Fritzi, in de inleiding en op de achterflap aangekondigd als een geheimzinnige vrouw, blijft een mysterie. Dat Van der Zijl dat mysterie niet heeft weten te ontrafelen heeft twee oorzaken: ze hult haar bronnen te veel in nevelen en ze hangt te veel aan het mysterie dat (het karakter? de gedichten? het huis?) van FtHvdB omgeeft.

Misschien was het beter geweest een studie te doen naar de gedichten of naar de daadwerkelijke persoon van de dichteres. Nu is Jagtlust een heel aardig boekje geworden dat een mooi inzicht geeft in het tijdsbeeld van de artistiekelingen uit de jaren zestig, maar wel een boekje zonder duidelijk doel.

Verkenning

De Groningse letterkundige Annie van den Oever heeft inmiddels een proefschrift geschreven over FtHvdB, een vuistdik wetenschappelijk drukwerk. Daarmee lijkt een boekje als Jagtlust overbodig geworden, maar dat is het juist niet. Jagtlust is een prima ingang naar de dichteres, het huis en een tijdperk dat vervlogen is. Voor mensen die een eerste verkenning willen doen naar Fritzi is het een goed boek. Maar Jagtlust mag dan misschien voldoende zijn voor een verkenning, voor een veldtocht is zwaarder geschut nodig. In Jagtlust blijven net iets te veel vragen onbeantwoord.