Boeken / Fictie

Altijd maar weer ‘de dochter van’

recensie: Anne Wiazemsky (vert. Liesbeth van Nes) - Kind van een Oorlog

Honger en dood zijn onlosmakelijk verbonden met oorlog. Maar voor Anne Wiazemsky (1947) heeft oorlog veel meer smaken. Zij legt de nadruk op emancipatie, vrijheid en drang naar avontuur.

Actrice en schrijfster Anne Wiazemsky is de kleindochter van de Franse Nobelprijswinnaar François Mauriac. In Kind van een oorlog reconstrueert Wiazemsky zorgvuldig en in mooi proza hoe haar moeder, Claire, tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog van haar beroemde vader probeerde los te komen. Ze gaat als chauffeur werken voor het Franse Rode Kruis. Terwijl om haar heen miljoenen mensen het leven laten, komt Claires leven juist tot bloei. Ze geniet van de spanning, haar nieuw verworven vrijheid en beschrijft en passant haar amoureuze escapades. Maar bovenal geeft de anonimiteit haar veel voldoening.

Reusachtige sorteermachine
Toch komt Claire nimmer los van haar ouders en dat is voor het verhaal maar goed ook. Dankzij haar dagboekaantekeningen over de oorlog en de briefwisseling met haar moeder, krijgt Wiazemskys roman reliëf. In Parijs verbreekt Claire de verloving met haar vooroorlogse liefje Patrice. Na jaren van krijgsgevangenschap is hij een vreemde voor haar. Bovendien is het vooruitzicht dat ‘de rest van de wereld haar als getrouwd beschouwt’ weinig aanlokkelijk. Claire stort zich wederom vol in het avontuur.

Na de Duitse capitulatie in mei 1945 vertrekt ze naar het verwoeste Berlijn om Fransen te helpen repatriëren. De overwonnen, in puin geschoten stad en haar inwoners maken een geweldige indruk op haar. Met veel empathie beschrijft Claire hoe ‘de Berlijners bijna niets meer van menselijke wezens’ hebben. Ook is ze zich scherp bewust van het trieste lot van de vluchtelingen uit het oosten: ‘Sinds Berlijn in juli 1945 is opgedeeld, is de stad een reusachtige sorteermachine van vluchtelingen geworden.’

Schijnbare verbroedering
Toch knaagt er iets. Terwijl de gewone Berlijners tijdens de winter in huizen zonder ramen en kozijnen bivakkeren, verblijven de Franse dames van het Rode Kruis in een luxueus pand aan de Kurfürstendamm. Daar ontmoet Claire de van origine Russische – Fransman Yvan Wiazemsky (1915), die in dienst is van het Franse leger. Hij is de eerste man in haar leven die zich voor haar interesseert zonder dat hij haar vader kende of zich voor zijn boeken interesseerde. Het is liefde op het eerste gezicht. Praktisch als hij is geeft Yvan Claire als eerste cadeautje een dolk om haar tegen de Russische verkrachters te beschermen.

Na een onterechte beschuldiging aan het adres van Yvan en een hoop gekissebis over de trouwlocatie, waaruit goed de blijvende invloed van het thuisfront blijkt, trouwt het stel in Parijs.  Op de bruiloft lijken Amerikanen, Engelsen, Duitsers, Fransen en Russen met elkaar te verbroederen, maar dat is slechts schijn. De Koude Oorlog is dan allang begonnen. Inventief verwerkt Wiazemsky Churchills pleidooi voor een Engels-Amerikaans bondgenootschap om het communisme in Europa te bestrijden.

Tegen het eind beschrijft Wiazemsky de omstandigheden van een bijna fatale bevalling, waardoor je ineens begrijpt hoe gecompliceerd het leven tijdens en na de oorlog was. Het zou voer kunnen opleveren voor een scherpe discussie over moraal en ethiek, maar Wiazemsky besliste anders. Zij blijft liever dicht bij haar moeder. Die twijfelt ondertussen voortdurend aan haar liefde voor Yvan, terwijl ze zich nergens echt thuis voelt. In Berlijn is ze zichzelf, maar verdraagt ze de ellende van de Duitsers niet. In Parijs zit ze gevangen in het keurslijf van haar familie en verandert ze onvermijdelijk weer in dat wat ze voor de oorlog ook al was: ‘de dochter van.’