Boeken / Fictie

De mens achter de lopende band

recensie: Anna Sam (vert. Joris Vermeulen) - De Kassière

Het kan geen kwaad om in deze maand van hectische kerst- en sinterklaasinkopen De Kassière. Mijn leven achter de kassa van Anna Sam (vertaald uit het Frans door Joris Vermeulen) te lezen. De schrijfster, die acht jaar lang in verschillende supermarkten werkte, bundelde haar meest interessante en bizarre ervaringen in een boek en geeft haar lezers een belangrijke les mee: er zit een mens achter de kassa.

Het gebeurt ons allemaal wel eens: gehaast nog even een brood en een pak melk halen in het winkeltje op het station, op 23 december nog snel een cadeautje voor oma scoren of vlak voor sluitingstijd – ‘is er geen verse dille meer?!’ – naar de supermarkt rennen. Zonder na te denken smijten we onze waren op de lopende band, controleren hoeveel geld we nog in onze portemonnee hebben of sturen snel een sms’je (‘dan maar zonder dille’) naar het thuisfront. Daarbij de dame (of heer) die onze spullen scant en inpakt volkomen als vanzelfsprekend beschouwend en negerend.

De Franse Anna Sam studeerde moderne letterkunde en werkte daarnaast om haar studie te bekostigen in de supermarkt. Naast het geestdodende werk dat ze deed (wat dacht je van zeventig keer op een dag zeggen ‘Uw pas moet andersom door de gleuf’) werd ze geconfronteerd met de botheid, domheid en af en toe agressie van haar klanten. Ze schreef er een boek over dat zo goed verkoopt dat ze waarschijnlijk nooit meer achter de kassa plaats hoeft te nemen.

Bent u open?

De Kassière bestaat uit een dertigtal korte hoofdstukjes waarin de gebeurtenissen door de ogen van een werkneemster bij een supermarkt beschreven worden. Allerlei onderwerpen passeren de revue: van mensen die knabbelend aan een nog niet afgerekend stuk kaas aan de kassa verschijnen, pakjes condooms tussen de appels verstoppen, een minuut voor sluitingstijd tergend langzaam hun boodschappen op de band leggen, voordringen of met andere klanten ruzie maken.

Sam beschrijft het allemaal op ironische, afstandelijke toon. Als een cameraatje in de muur bespiedt ze haar klanten om later hun blunders en misdragingen in een boek te noteren. Af en toe mept ze terug. Als klanten haar niet negeren gaan ze tegen haar praten: ze beginnen een discussie over afgeprijsde artikelen en het inleveren van tegoedbonnen. Of ze stellen de ergste vraag van allemaal: ‘Bent u open?’ ‘Ik niet, maar mijn kassa wel,’ antwoordt zij daarop gevat.

Jacht op een stoel

Maar niet alleen de klanten, ook de werkgever krijgt er van langs: van de oerlelijke kleding die het personeel verplicht moet dragen, de korte lunchpauzes en de slechte salariëring tot de matige werkomstandigheden. Zo schrijft Sam dat wanneer je ’s ochtends op je werk aankomt er een grote kans is dat er geen stoel achter je kassa staat. Wanneer je zelf eindelijk een stoel bemachtigd hebt en het loodzware geval naar je kassa sleept, staat er al een hele rij zuchtende en steunende klanten op je te wachten.

De Kassière is geen meesterwerk en door de vertaling lijkt er ook iets van de humor verloren te zijn gegaan. Toch is het een overwegend grappig en vlot geschreven boek en na het lezen ervan kijk je elke kassadame aan, bedank je haar vriendelijk voor de geleverde service en wens je haar een prettige dag.