Boeken / Fictie

Zorg dat je erbij hoort

recensie: Anja Sicking - De tien wetten der verleiding

In de psychologische roman ­De tien wetten der verleiding van Anja Sicking draait alles om het ‘erbij horen’. Het verhaal speelt zich af op een middelbare school in de jaren zeventig, waar uiterlijk, kledingstijl en muziekkeuze bepalen wie je bent en waar je thuishoort. Harde, duidelijke grenzen: je kunt niet zomaar even van etiket wisselen.

De vijftienjarige Merel Zilver is erg gelukkig dat zij tot meest ontoegankelijke groep op school behoort: de TC’ers. Wat ze met elkaar gemeen hebben, is dat ze allemaal van de band Easy Cure houden. Hun leider is Timo, vandaar TC: Timo’s Cure. Het is de brutaalste groep op school, die altijd als laatste naar binnen gaat en achter in de klas zit. Zo zijn de leden voor iedereen duidelijk te zien en, belangrijker, zijn hun brutale opmerkingen voor iedereen te horen. Waarom ze de onopvallende, saaie Merel in hun midden hebben opgenomen, is een raadsel.

Angst
Merel zelf is zich bewust van haar wankele positie in de groep en dus doet ze dapper mee. Ze voelt zich door de TC’ers gesteund en ze uit haar dankbaarheid door een zeer toegewijd groepslid te zijn. Maar als Merels jeugdvriendin van de basisschool nieuw in de klas komt, ontstaan de eerste scheurtjes in de vermeende vriendschap met de TC’ers. Leonne was vroeger Merels beste vriendin, maar Merel kan het zich nu niet meer veroorloven om met haar gezien te worden.

En juist Leonne lijkt de enige leerling te zijn, die zich niets aantrekt van de verschillende groepen. Ze heeft gewoon geen flauw benul. Steeds opnieuw zoekt zij contact met Merel, zonder te beseffen dat Merel haar mijdt. En onverstoord zet zij haar fiets elke dag weer in dat gedeelte van het fietsenhok, dat het domein is van de TC’ers. Die accepteren dat niet en harde maatregelen volgen, waarbij Merel halfslachtige pogingen doet erger te voorkomen. Merel wordt verscheurd door het verlangen naar Leonnes vriendschap en de angst uit de TC-groep gegooid te worden.

Jammer
In twee intermezzo’s laat de verteller zijn psychologisch licht schijnen over de handelswijze van Merel. Ondersteund door de theorieën van grote namen als Luigi Pirandello en Elias Canetti, krijgt de lezer uitgelegd waarom Merel doet zoals ze doet. Je wordt uit het verhaal gerukt voor een les in de psychologie waar je niet op zit te wachten. Het is ook niet nodig, want als lezer krijg je veel van Merels innerlijke wereld mee: je weet de reden van haar handelen, het is geen moeilijke psychologie. Terwijl je het verhaal graag verder leest, komt de verteller ineens verzuchten dat het jammer is dat Merel Pirandello’s Iemand, niemand en honderdduizend niet heeft gelezen. Want dan had ze zichzelf beter begrepen en de problemen anders aangepakt.

Waarom verzuchten dat een vijftienjarige puber Pirandello niet heeft gelezen? En het is toch een puber eigen om jezelf niet te begrijpen? Een vergezochte toevoeging voor een boek over scholieren. Net zoals de priemende vinger aan zowel het begin als het eind van het boek, die beschuldigend wijst naar de situatie op scholen vandaag de dag. Schietpartijen op scholen in Colorado, Virginia en Baden-Württemberg worden de lezer op de eerste bladzijde al toegeworpen en op de laatste bladzijde nog eens aangehaald, terwijl dat een hele andere problematiek betreft dan in het boek aan de orde is. Door de huidige schietpartijen af te zetten tegen de situatie waarin Merel zich verkeert, wordt het verhaal opgesloten in de jaren zeventig. En dat is pas jammer, want het thema is nu juist van alle tijden.