Boeken / Fictie

De liefde van een verbrande pornoacteur

recensie: Andrew Davidson (vert. Otto Biersma, Paul Bruijn) - De waterspuwer

.

 

Een drugsverslaafde pornoacteur heeft een auto-ongeluk. Zijn eens zo perfecte lichaam is verminkt door ernstige brandwonden. Overal is pus en vocht. Zijn penis is geamputeerd omdat hij net voor het ongeluk een scheut bourbon over zijn kruis had gegoten. Er volgen gruwelijke operaties en kuren van huidpellen en -transplantaties. Het slachtoffer beschrijft zijn lot met sadistische precisie en plant ondertussen zijn zelfmoord.

Viking

Dan stapt een onbekende vrouw op de acteur af. Ze geeft geen blijk van afschuw als ze oog in oog staat met de ‘Kentucky fried mens’ en vertelt hem dat ze elkaar kennen uit de veertiende eeuw. In een reeks van bezoeken vertelt ze hem liefdesverhalen uit lang vervlogen tijden. Ze vertelt over een Italiaans liefdespaar in tijden van de pest en een homoseksuele viking onder invloed van paddestoelen. Tussendoor schetst ze haar leven als non in een Duits klooster en hoe de liefde tussen hem en haar ontsprong toen hij binnen werd gebracht als verbrande huursoldaat.

De vrouw, die luistert naar de wonderlijke naam Marianne Engel, lijdt aan iets wat tussen manische depressiviteit en schizofrenie in hangt. Ze is beeldhouwster en maakt waterspuwers naar de  aanwijzingen van God, die tot haar komen via stemmen uit de steen. Haar religieuze fanatisme intrigeert de hoofdpersoon, maar ondertussen raakt hij meer en meer in de ban van de door haar verklaarde liefde tussen hen. Hij onderzoekt de historische details uit haar levensverhaal en kan geen fouten ontdekken.

~

Pikhouweel

Zeven jaar heeft de Canadese schrijver Davidson nodig gehad om deze roman te scheppen. Om alle achtergrondinformatie over Duitse kloosters, Japanse glasblazerij en brandwondenbehandelingen op te zoeken. Het debuut leverde hem uiteindelijk het bedrag van een miljoen op. Dat is echter geen indicatie van onbetwiste kwaliteit.

Als de hoofdpersoon Mariannes gedrag beschrijft heeft Davidsons toon iets weg van het ‘hufterrealisme’ van Kluun en de liefde voor erotisch detail van Wolkers:

Toen de pizza’s waren bezorgd, ging ze naar drie hoeken van de kamer, om haar Drie Meesters om toestemming te vragen – ‘Jube, Domine benidicere’ – en ze ging pas weg toen zij hun goedkeuring hadden uitgesproken. Ze zat onvast tussen de brokken steen en at als een beest, zich nauwelijks bewust van mijn aanwezigheid. Uit haar mond hing een kaassliert naar beneden tot aan haar linkertepel, en ik wilde er het liefst als een mozarella-commando van abseilen om haar heerlijke borsten te bestormen.

Verder paart Davidson psychologische inzichten altijd aan een luchtig sadisme. ‘Een brandwondenslachtoffer kan heus wel een meisje aan de haak slaan – maar eigenlijk met een pikhouweel.’

Ook is het boek volgeschreven met ironische oneliners en clichématige lovestories. Als je de hoofdpersoon in een afkickscène volgt op zijn kleurrijke reis naar de hel – inclusief aartstengel en begeleiding van de homoseksuele viking –  komt de uitleg dat dit de persoonlijk versie van Dantes reis is een beetje overdreven over. De waterspuwer is desondanks zeer goed leesbaar door zijn verweving van exorbitante religiositeit met sadisme en de zelfkritiek van een brandwondenslachtoffer.