Boeken / Fictie

De (on)toevalligheid van het leven

recensie: Alberto Barrera Tyszka (vert. door Bart Peperkamp) - De verloren patiënten van dokter Andrés Miranda

‘Waarom kost het ons zo veel moeite te accepteren dat het leven iets toevalligs is?’ Andrés Miranda heeft deze uitspraak vaak gehoord van een goede vriend en collega-arts. Maar nooit eerder was die uitspraak zo op zijn leven van toepassing als nu.

De Venezolaanse auteur Alberto Barrera Tyszka, docent aan de universiteit van Caracas, won in 2006 met deze roman de Herralde-prijs voor Spaanstalige literatuur. In het Spaans is dit boek La enfermedad, ‘De ziekte’, getiteld. Daarmee is het een vrij droge beschrijving van het onderwerp, terwijl in de Nederlandse vertaling voor een meer mysterieuze, prikkelende titel is gekozen. Hopelijk trekt het boek hiermee de lezers die het verdient. 

Een groot dilemma
Andrés ontdekt aan het begin van De verloren patiënten van dokter Andrés Miranda dat zijn vader niet lang meer zal leven. Zijn voorgevoel was juist en alle testen die hij zijn vader heeft laten ondergaan, bevestigen het: uitgezaaide longkanker, niets meer aan te doen. Het lukt hem alleen niet om dit aan zijn vader te vertellen. Het dilemma is groot: heeft iemand altijd recht op de waarheid en het recht te weten dat hij binnenkort zal sterven, of heeft iemand recht op een laatste paar gelukkige, onwetende maanden?

Hoewel hij medestanders vindt om het niet te vertellen, drukt de wetenschap zo zwaar op Andrés, dat hij er zelf haast aan onderdoor gaat: hij verwaarloost zijn gezin en kan zich niet meer op zijn werk concentreren. Hij besluit nog een laatste keer met zijn vader op vakantie te gaan, en het hem dan op het juiste moment te zeggen. Uiteraard komt dat juiste moment niet, want er is nooit een goed moment voor zo’n mededeling. Op een onhandige manier, als z’n vader al lang weet dat er iets aan de hand is, vertelt hij tussen neus en lippen door dat zijn vader gauw dood zal gaan.  

Twee kanten van dezelfde medaille
Dit boek doet sterk denken aan de Oscarwinnaar Amour, omdat in beide verhalen het verliezen van een geliefde op pijnlijke wijze wordt blootgelegd, zonder er commentaar op te leveren of er melodramatisch over te doen. Maar waar Amour op afstand blijft door koel te observeren, focust De verloren patiënten van dokter Andrés Miranda veel meer op het complexe emotionele proces van het verliezen van een geliefde. Ook door de herkenbaarheid van de fundamentele angst om je ouders te verliezen, grijpt het boek aan.

Andrés heeft in zijn werk als arts een bepaalde onthechtheid van lijden ontwikkeld en hij wordt nu keihard met zijn neus op de feiten gedrukt. In zijn worsteling om te beslissen wel of niet aan zijn vader te vertellen dat hij ziek is, wordt pijnlijk duidelijk hoe groot het verschil is tussen de arts en de patiënt. Als Andrés niet meer de brenger van het slechte nieuws is, maar de ontvanger, komt dit heel anders aan. Het accepteren van de toevalligheid van het leven wordt dan ineens iets onvoorstelbaar moeilijks. Het is niet verwonderlijk dat Andrés ook terugdenkt aan zijn ‘verloren patiënten’ die overleden zijn.

Hoge pieken, diepe dalen
Net als in Amour wordt duidelijk dat liefde en relaties eigenlijk alleen kunnen bestaan bij de gratie van hoge pieken en diepe dalen. Het einde doet zo’n pijn, omdat er ook zo veel goede momenten waren. De wetenschap dat het allemaal toevallig is, helpt dat de pijn te verlichten? Het kan het hoogstens iets relativeren. De trefzekere beschrijving hiervan in De verloren patiënten van dokter Andrés is daarmee eigenlijk als het leven zelf: pijnlijk, confronterend, maar ontzettend mooi.