Boeken / Non-fictie

Gore ziet het somber in

recensie: Al Gore (vert. Fontijn, Meerman, Ridder, Ruiter, Van der Werf & Witteveen) - Onze toekomst

Voormalig vicepresident van de Verenigde Staten Al Gore stuitte op een hoop kritiek toen veel zogenaamde feiten uit zijn film An inconvenient truth toch niet zo waar bleken te zijn. Met zijn boek Onze toekomst, dat bijna 100 pagina’s aan noten bevat, probeert hij deze imagoschade te restaureren.

Zoals hij het zelf verwoordt probeert Gore met dit boek antwoord te geven op een vraag die hem ooit gesteld werd en sindsdien niet meer losgelaten heeft, namelijk: ‘Welke krachten veranderen onze wereld?’ Geen eenvoudige vraag en Gore heeft dan ook jaren onderzoek gedaan om het antwoord te vinden. Uiteindelijk onderscheidt hij zes belangrijke krachten, die hij stuk voor stuk in zes hoofdstukken bespreekt. Forse hoofdstukken welteverstaan. Gore is nogal lang van stof en het vergt hier en daar wat moeite om de prangende kwesties uit zijn taaie en ongeïnspireerde schrijfstijl te destilleren.

Zes krachten
De meeste politieke, economische, technische en ecologische ontwikkelingen die Gore beschrijft zijn niet erg rooskleurig. Zo doet hij een boekje open over de macht van bedrijven die via lobbyisten de hele wet- en regelgeving in de Verenigde Staten naar hun hand kunnen zetten. Ook schept hij een dystopisch beeld van het gebruik van computers in de toekomst. Als mensen zo veel verlangen van computers en het internet dan zullen ze ook steeds grotere delen van hun privacy moeten opgeven. Belangrijke kwesties. Het loont dus de moeite om even door te bijten wanneer Gore weer eens drie keer in één alinea hetzelfde zegt.

De kracht van het boek zit in de verhelderende en leerzame werking. Tegenwoordig maken veel bedrijven gebruik van outsourcing en robosourcing. Daarnaast neemt de werkeloosheid (in de Verenigde Staten, maar ook in de rest van de wereld) alsmaar toe. Gore is in staat om dit soort ontwikkelingen in een breder perspectief te plaatsen. Het verdwijnen van arbeidsplaatsen is een gevolg van de grote macht die bedrijven tegenwoordig hebben. Amerikanen zijn dan wel gesteld op zo min mogelijke politieke inmenging, maar hij laat zien dat dit is wat er gebeurd wanneer bedrijven een te grote invloed op Washington uitoefenen.

Superioriteitsgevoel

Erg storend is Gore’s overtuiging dat de Verenigde Staten ‘het visionaire leiderschap van de internationale gemeenschap’ op zich moet nemen. Het boek is doordrenkt van deze boodschap en hoewel hij beargumenteert waarom het volgens hem gevaarlijk kan zijn wanneer andere grootmachten (zoals bijvoorbeeld China) deze rol zouden krijgen, is het jammer dat hij nergens een overtuigende en legitieme reden voor deze voortrekkerspositie kan geven. Vrij subjectief stelt hij dat de Verenigde Staten zo lang de leidersrol in de wereld hebben kunnen vervullen dankzij ‘de creativiteit, doortastendheid en effectiviteit van de besluitvorming in het verleden’.

Afgezien van deze irritatiefactor is Onze toekomst een zeer actueel en noodzakelijk boek dat eigenlijk door iedereen gelezen zou moeten worden. De ontwikkelingen die Gore bespreekt hebben namelijk gevolgen voor iedereen. Uiteindelijk is Gore niet per se pessimistisch, hij komt tot de conclusie dat de mensheid wel degelijk in staat is om zich te verzetten tegen de krachten die volgens hem catastrofale gevolgen kunnen hebben. Maar hij blijft realistisch. De mens zal wel iets moeten ondernemen wil hij de aarde van de ondergang behoeden. Onze toekomst is een noodkreet die de lezer goed wakker schudt.