Boeken / Fictie

Breekbare mythologie

recensie: Aimée Carter (vert. Jeanne Dauvillier) - De godinnentest

Een nobel hoofdpersonage, onverklaarbare liefde, gevaarloze goden die zijn vergeten wie ze horen te zijn en dromerige jongemannen. Het is voldoende om een vloeiend young adult-debuut neer te zetten, dat vele jongvolwassenen zal vermaken.

De achttienjarige Kate verhuist met haar terminaal zieke moeder naar haar geboortestadje. Op haar nieuwe school schenkt een schoolgenoot haar te veel aandacht. Zijn vriendin lokt Kate naar het bos, volledig van plan haar daar achter te laten, maar maakt een smak en sterft ter plekke. Een prachtige jongen verschijnt ten tonele om het meisje weer tot leven te wekken. Maar niet voordat Kate hem een belofte heeft gedaan. 

Examens in de onderwereld
Die belofte lijkt verdacht op het verhaal van Persephone: zes maanden per jaar verblijven op zijn landgoed. Kate weet nog niet dat de begeerlijke jongen Hades zelf is. De heerser van de onderwereld heeft in de loop der eeuwen namelijk de nieuwerwetse naam Henry aangenomen. Na honderd jaar en tientallen mislukte pogingen om een waardige opvolgster voor Persephone te vinden, is Henry van plan te vervagen – de Olympische manier van sterven. Diana vraagt hem het nog een laatste keer te proberen. De kandidate om koningin van de onderwereld te worden moet zeven testen doorstaan. Als ze faalt, wordt ze naar huis gestuurd zonder zich de testen te herinneren. Als ze slaagt, trouwt ze met Henry en wordt ze onsterfelijk. De raad van veertien Olympiërs besluit of ze waardig is. Maar helaas heeft iemand binnen het godenrijk het op de kandidates voorzien en sterven ze allen een voortijdige dood.

De godinnentest is best een hervertelling van de Griekse mythologie te noemen, maar dan een ruime, gekuiste, vriendelijke versie. Fans van de Griekse mythologie doen er goed aan om dit boek aan zich voorbij te laten gaan. Er worden wat religies door elkaar gehaald en de Olympiërs zijn hopeloos out of character. Zo zitten de Griekse grootheden samen aan het kerstmaal en houdt Zeus een stevige preek over lust. Het kan jongvolwassenen echter wel de motivatie geven om de mythologieën er eens op na te slaan zonder tussenkomst van opgedrongen werkstukken. 

Moeder Teresa en tamme goden
Kate grenst aan te sympathiek en is daarmee een wat lauw karakter. Niets kan haar worden verweten, waardoor ze het minst menselijke personage is in een verhaal vol goddelijke creaturen. Haar moeder verzorgen, een meisje dat haar niet mag achterna duiken terwijl ze geen zwemdiploma heeft, vechten voor de depressieve Henry: het is te onzelfzuchtig. Kate zegt zielsveel van Henry te houden, maar de lezer voelt deze liefde niet van de pagina’s afstralen. Carter beschrijft het verliefd worden summier, terwijl ze juist daarmee de lezer had kunnen inpakken en laten meeleven. De auteur zégt, maar tóónt niet.

Van de klassieke, bombastische godenkrachten is in De godinnentest geen sprake. Met name de god van de onderwereld is te zachtaardig. Het maakt het geheel minder spannend dan het had kunnen zijn. Er ontbreekt urgentie en naderend onheil. Kate verblijft zes maanden bij Henry om haar testen af te leggen, maar heeft geen idee wat de testen inhouden. En de lezer weet dat dus ook niet. Henry heeft beloofd haar zieke moeder in leven te houden tot Kate klaar is voor het afscheidsmoment. Zodoende schuilt ook daar geen primair gevaar in. De wil om door te lezen komt dan slechts voort uit het ontdekken van de testuitslag. Daarmee is deze roman een lange fundering voor de overige delen van deze serie te noemen.

Carter maakt het je niet makkelijk mee te leven met een kandidaat die abusievelijk de meeste onzichtbare testen doorstaat: zo vindt Kate jurken niet fijn om te dragen, geeft ze de japonnen maar al te graag weg en slaagt ze voor de hebzuchttest. Zo kan iedereen de koningin van de onderwereld worden. Maar wellicht is die gedachtegang exact de bedoeling van de auteur: het Disney-idee dat elk meisje een prinses kan worden. Het is genoeg om een leesbaar, onderhoudend verhaal mee te vertellen. En wat is er mis met een beetje dromen?