Boeken / Fictie

‘Thriller’ in opdracht

recensie: Aifric Campbell - De logica van het moorden (vert. Nan Lenders)

In de debuutroman De logica van het moorden van de Ierse schrijfster Aifric Campbell probeert psychoanalyticus Jay Hamilton in het reine te komen met zijn verleden. Hamilton heeft een praktijk in Londen, maar niemand weet dat hij de verhalen van zijn patiënten verwerkt in bestsellers.

De schrijvende psychiater gaat behoorlijk ver in zijn literaire interesse in de mensen die bij hem komen. Zo zorgt hij er bewust voor dat sommige van zijn patiënten helemaal ontsporen zodat hij een mooi verhaal heeft voor zijn boeken.  De logica van het moorden begint als er een patiënte, Cora, de behandelkamer van Jay binnenkomt. Geraffineerd drijft Jay de vrouw tot wanhoop, waarna ze zijn kamer in allerijl verlaat.

Richard Montague
De schrijfster gaat daarna echter een andere kant op. Vrij abrupt verlaat ze het  interessante gegeven van de psychiater die zijn patiënten ziet als personages . Er verschijnt namelijk een biografe in het leven van Jay, die een boek schrijft over het leven van zijn broer Robert. Dit levert een zeer lange scene op tussen de twee in een restaurant, waarin in de voltooid verleden tijd herinneringen worden opgehaald aan de moord op Robert dertig jaar geleden. Het boek wordt verscheurd door de twee verhaallijnen, waarvan met name de eerste er bekaaid vanaf komt.

Het personage van Robert is gebaseerd op de Amerikaanse taalkundige en mathematicus Richard Montague, die in de jaren zeventig bruut werd vermoord in zijn huis. De moord is nooit opgelost. Campbell ontving een beurs van Montague’s vroegere universiteit om een boek te schrijven, zodat de ideeën van de wetenschapper over de mathematische structuur van de taal beter bekend zouden worden. De roman is door deze insteek vaak nogal academisch, waardoor het geheel eigenlijk te formeel is voor een thriller.

Merit
De schrijfster duikt vaak op in de tekst om aan de lezer uit te leggen welke invloed de gebeurtenissen in het verhaal hebben. Aangezien de hoofdpersoon zelf een psycholoog is die al zijn gedachten en handelingen bestudeert en de gevoelens die hierbij bij hem opkomen evalueert, is de uitleg van de schrijfster nogal overbodig.

Door te focussen op de herinneringen van Jay aan zijn broer haalt de schrijfster de vaart heel erg uit het verhaal. Het plot wordt gedreven door de relatie van de psychoanalyticus en Cora, hoe Jay zijn patiënten manipuleert, maar helaas is dit aspect nauwelijks uitgewerkt. Jay is als mens niet zo interessant; het idee van de psychoanalyticus die zelf de meeste trauma’s met zich meedraagt is nogal een cliché. De schrijfster slaagt er niet in om voldoende empathie op te wekken voor Jay, zodat de lezer eigenlijk niet geboeid raakt door het leven van de hoofdpersoon.