Boeken / Non-fictie

Een canonnetje

recensie: Ad van Liempt (red.) - Canon van de Journalistiek

Ad van Liempt (1949), oud-hoofdredacteur van NOVA en bedenker van het onvolprezen Andere Tijden, stelde in samenwerking met het Kenniscentrum Communicatie & Journalistiek van Hogeschool Utrecht een canon van de journalistiek samen. Het resultaat is een nogal willekeurige lijst waar, zoals bij iedere canon, veel op aan te merken is. Het meest ergerniswekkend is echter het gebrek aan ambitie dat uit het boekje spreekt.

Het meest ergerniswekkend is echter het gebrek aan ambitie dat uit het boekje spreekt.

De lezer – of beter gezegd de bestudeerder, een lijst kan men tenslotte slechts bestuderen – wordt getrakteerd op een veertigtal lemma’s waarin evenzoveel hoogtepunten uit de rijke journalistieke geschiedenis kort worden geïntroduceerd. De onderwerpen zijn onderverdeeld in acht categorieën: binnen- en buitenlandse onderzoeksjournalistiek, participerende journalistiek, reportage, interviews, zelfreflectie, mediageschiedenis en nieuwe media. Het heeft weinig zin te wijzen op omissies: daarvan zijn er in dit soort gevallen nu eenmaal te veel. Wel is het mogelijk om bredere redactionele overwegingen tegen het licht te houden, en nut en noodzaak van de onderneming ter discussie te stellen.

Serieus

Aanvankelijk was deze canon bedoeld als opwarmertje voor eerstejaarsstudenten journalistiek aan de Hogeschool Utrecht. Pas toen Uitgeverij Boom interesse toonde besloten de initiatiefnemers het serieuzer aan te pakken en zich te richten op een bredere afzet. Helaas bleek die serieuzere aanpak vooral het vinden van passend beeldmateriaal in te houden.

De beduimelde boekomslagen van klassiekers als Henk Hoflands Tegels lichten en Martha Gellhorns The Face of War zijn echter misschien wel het mooiste wat dit boekje te bieden heeft. De verandering van koers is op enigszins gênante wijze terug te zien wanneer een besproken werk geschreven is door een journalist die in Utrecht gestudeerd heeft: alleen in deze gevallen wordt de studie van een auteur expliciet vermeld. Een iets scherpere redactie was wenselijk geweest.

Uit evenwicht

De canon zelf is behoorlijk uit balans. De nadruk ligt vooral op de Nederlandse en Angelsaksische journalistiek. Er zijn slechts drie uitzonderingen: één Pool, één Belg en één Duitser. De jaren zeventig, negentig en nul zijn zwaar oververtegenwoordigd, waarschijnlijk omdat de samenstellers affiniteit met deze periodes hadden of omdat hun carrière zich op een hoogtepunt bevond. Er is geen ruimte voor literaire klassiekers die zich met het journalistieke metier bezighouden en ook de rijke traditie van de radiojournalistiek komt niet aan bod. De fotojournalistiek is vertegenwoordigd met nogal gemakzuchtige keuzes: een overzichtswerk en een documentaire, beide naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van de World Press Photo.

De lemma’s zijn geschreven in een vorm die men ook in de journalistiek zelf helaas steeds vaker tegenkomt. De lezer wordt verondersteld graag door middel van een jolig-populair vraag-antwoordspel informatie tot zich te nemen. Na iedere vijf of zes regels wordt het lemma opengebroken voor een op nogal bijdehante toon gestelde vraag als: ‘En waar gaat het over?’ Het leest alsof een docent met een autoriteitsprobleem zich door een spervuur van pesterige vragen van zijn leerlingen probeert te worstelen.

Veeg teken

Op de website van De Nieuwe Reporter (dat overigens om onduidelijke redenen ook de lijst haalde; er zijn betere voorbeelden van online journalistiek te verzinnen) ontspon zich een levendige discussie over de inhoud van de lijst. Het meest tekenend was echter de reactie van een studente journalistiek aan de Hogeschool Utrecht, die opmerkte dat de canon verplichte kost is voor eerstejaars en ‘één van de weinige boeken’.

Dat het zwaartepunt op de praktijk ligt is begrijpelijk, maar dat dit boek als lesstof geldt is treurigstemmend. Betrouwbare journalistiek bestaat bij de gratie van degelijke kennis en het vermogen informatie in een context te plaatsen. Als studenten journalistiek geacht worden dit niet bijster goed geschreven en weinig informatieve boekje serieus te nemen is dat een veeg teken. Als relatiegeschenk voldoet het boekje prima, als een lijstje met lees- en kijktips voor studenten ook, maar het was misschien beter geweest als men dit intern had gehouden.