Film / Films

Meer dan een slasher-film

recensie: Death Proof

Tarantino is mijn held. Laat ik maar eerlijk zijn. Hoewel de man zeker zijn duistere kanten heeft, zijn de films die hij voortbrengt over het algemeen van zo’n kwaliteit en originaliteit dat hij in Hollywood een vrij unieke plaats inneemt. Hij is een van de weinige regisseurs die vanuit het strakke keurslijf van de filmmaatschappijen zijn eigenwijze ziel en zaligheid in projecten weet te leggen, terwijl hij er in alle hoeken van de wereld kuddes mensen mee naar bioscopen trekt. Met Death Proof, het eerste deel van een uniek project dat Tarantino uitbrengt met goede vriend en regisseur/scenarioschrijver Robert Rodriguez, zal het niet anders zijn.

Je moet er wel van houden. Seks, alcohol, drugs en geweld zijn niet ieders cup of tea, maar wie van Pulp Fiction, From Dusk Till Dawn en Kill Bill een kick kreeg, zal van Death Proof niet minder opgewonden raken. Quentin Tarantino heeft in cinema-land een unieke smaak die hij perfect weet over te brengen op het witte doek. Vrouwen, drugs en mannen met een probleem in de bovenkamer komen altijd terug, maar ook de geweldige soundtracks en eindeloos mooie dialogen zijn typerend voor zijn films.

Één geheel, niet samen uitgebracht

~

Death Proof maakt onderdeel uit van Grindhouse, een tweeluik dat is geschreven, geregisseerd en geproduceerd door Tarantino en Robert Rodriguez. De films horen bij elkaar, maar omdat de twee makers ieder hun eigen ideeën hebben over regie, heeft ieder één project onder zijn hoede genomen. Zo zijn twee films ontstaan met hun eigen verhaal en stijl, die in elkaar overlopen en daardoor toch één geheel vormen. Ze vormen een ode aan de jaren zeventig, waarin goedkope films achter elkaar werden gedraaid in zogenaamde Grindhouses, theaters die daarmee in korte tijd veel geld moesten opbrengen. De banden waren veelal beschadigd, zodat door wiebelende beelden en niet goed in elkaar overlopende scènes het kijken geen vanzelfsprekende ervaring meer was. Tarantino gebruikt dit gegeven op een verrassende en niet-storende manier in Death Proof, waarin inderdaad het beeld af en toe schokt, en de overgangen niet altijd kloppen. Helaas is er voor gekozen om de projecten op de Europese markt apart van elkaar uit te brengen, terwijl ze echt bij elkaar horen. Vooral frustrerend voor filmliefhebbers is dat Tarantino en Rodriguez, geheel in de traditie van de exploitation-cinema, ook een aantal nep-trailers bedachten, die als brug tussen de films worden getoond. Hoeveel daarvan in Nederland te zien zal zijn is helaas niet bekend, maar deze week komt in elk geval Tarantino’s project in de bioscoop.

~

Zelf heeft hij Death Proof gecategoriseerd als slasher-film, maar het is (gelukkig) veel meer dan dat. Het verhaal is eenvoudig: een maniakale stuntman, gespeeld door Kurt Russell, haalt zijn kicks uit het lastigvallen van meisjes met zijn death proof-stuntauto’s. Tot op zekere hoogte krijgt hij zijn zin, maar dan stuit hij op het soort katjes waarvoor je meer dan handschoenen nodig hebt. Behalve de twee Dodge Challengers die deze Stuntman Mike gebruikt voor zijn snode plannen, en een prachtige Mustang, komen we vooral veel vrouwen tegen in de film. Radio DJ Jungle Julia, wordt met vriendinnen Arlene en Shanna gevolgd als ze onderweg zijn naar een girls only-weekend, en tijdens een tussenstop in hun favoriete bar. Later ontmoeten we Kim en haar collega stuntvrouw Zoë Bell, die samen met visagiste Abernathy en model Lee een vrij uurtje hebben tijdens het schieten van een film. Natuurlijk speelt Tarantino zelf weer een bijrol in de film; ditmaal is hij bareigenaar Warren, die zelf ook graag een slokje meedrinkt.

Karakters

Tarantino zou Tarantino niet zijn als hij aan de genres die hij gebruikt niet zijn eigen draai zou geven. Er zitten dus wel degelijk slasher-, horror- en achtervolgingsclichés in, maar hij tilt alles naar een hoger plan. Verder zijn alle Tarantino-trademarks aanwezig, van blote vrouwenvoeten tot bijdehante uitspraken. De vrouwen zijn bepaald geen eendimensionale poppetjes, maar stelen door de hele film heen de show. En Kurt Russell bewijst hier weer eens dat hij wel degelijk kan acteren. Hij zet een complex karakter neer met charmante, maniakale én zielige trekjes.

~

Het enige minpuntje is eigenlijk het stukje acteerwerk van de schrijver/regisseur. Tarantino speelt met regelmaat een rol in zijn eigen films (denk aan Mr. Brown in Reservoir Dogs en de zenuwachtige Jimmie uit Pulp Fiction), en die van Robert Rodriguez (Richard Gecko in From Dusk Till Dawn en de pick-up guy in Desperado). Maar het zou – subtiel gezegd – toch beter zijn als hij bij zijn leest zou blijven. Gelukkig doet het niet af aan een film die duidelijk van begin tot einde met liefde en toewijding is gemaakt. Simpeler kan het niet: één man, drie vrouwen, twee klassieke auto’s en een bloedstollende achtervolgingsscène. En toch is er in al die jaren nooit iets soortgelijks op het witte doek gezet. De acteurs weten wat ze te doen staat, alle beelden en dialogen kloppen en er is genoeg te zien. De opbouw van het verhaal is zo dat er altijd weer iets nieuws wacht, en de combinatie van verschillende genres werkt verrassend goed. De climax duurt lang, en ook hier zijn de wendingen steeds weer onverwacht. Als dan de credits plots verschijnen blijf je naar adem happend achter. Typisch Tarantino.