Film / Achtergrond
special: 3-5 november in het Ketelhuis Amsterdam

Het tweede Dejima Japanese Film Festival

De tweede editie van het Dejima Japanese Film Festival dat op drie november van start gaat in Het Ketelhuis is goed nieuws voor degenen die nooit dichterbij de Japanse film zijn gekomen dan Bill Murrays hilarische jetlagperikelen in Tokio in Lost in Translation.

~

21 recente Japanse films zijn op het Dejima geprogrammeerd en het regent premières: vijf internationale, twee Europese, en maar liefst dertien Nederlandse. De diversiteit van de Japanse cinema in al haar facetten komt op het Dejima festival ruimschoots aan bod. Naast het hoofdprogramma in Amsterdam zijn er ook selecties in Utrecht en Rotterdam. Het festival is dit jaar aanzienlijk ruimer van opzet dan de editie van vorig jaar, want met jaarlijks zo’n 280 films zit de Japanse filmindustrie duidelijk in de lift. Diverse forums, discussies en de aanwezigheid van toonaangevende Japanse regisseurs maken Het Dejima Japanese Film Festival tot een niet te missen spektakel.

Een tipje van de sluier voor wat betreft de diversiteit: de beklemmende, controversiële openingsfilm The Whispering of the Gods van debuterend regisseur Tatsushi Omori vormt een vlijmscherp contrast met het ontroerende, verfijnde tienerleed in Love on Sunday van Ryuichi Hiroki uit het hoofdprogramma. The Whispering of the Gods is dermate schokkend dat een distributie buiten het reguliere Japanse circuit en onder de radar van de censuur noodzakelijk werd geacht, maar ondanks de haast clandestiene release trok deze verpletterende film grote belangstelling.

Ontroerende kroniek
The Milkwoman (Itsuka Dokusho Suruhi, 2005)
Regie: Akira Ogata

Een kind in Nagasaki schrijft een brief naar de toekomst, naar haarzelf op latere leeftijd. Het kinds oudere zelf raast tegenwoordig als alleenstaande vijftigjarige melkvrouw door de stad. Zijn haar dromen vervlogen of juist uitgekomen? Zij hield zielsveel van haar stad en wilde er altijd blijven.

~

Voor mensen die Nagasaki op het eiland Kyushu uitsluitend associëren met de Amerikaanse atoombom die in 1945 de stad verwoestte is The Milkwoman een aangename verrassing want het hedendaagse Nagasaki is als een prachtige feniks uit de bevuilde as herrezen, de schilderachtige huizen en gebouwen liggen als door een reus gestrooid over de heuvels die naar de baai vloeien.

Veteraan actrice Yuko Tanaka excelleert als melkvrouw Minako in deze ontroerende kroniek vol scherpe observaties over oude, nieuwe en versleten verlangens. Sinds haar schooltijd is Minako verliefd op haar klant Keita (Ittoku Kishibe), maar zijn huidige vrouw is een terminale patiënte die zich iedere ochtend verheugt op de komst van Minako. Deze verborgen, onderdrukte liefde is minder schrijnend dan in James Ivory’s The Remains of the Day (1993). Regisseur Ogata is weliswaar breed van stof met zijn overdaad aan subplots, maar desondanks is The Milkwoman – begeleid door de fraaie, verstilde soundtrack van Shinichiro Ikebe – een genot om naar te kijken.

Puur en vertederend paar
Water Flower (Mizu No Hana, 2005)
Regie: Yusuke Kinoshita

Debuterende regisseur Kinoshita weet te overtuigen in deze melancholieke saga die ook opzien baarde in de kinderfilmcategorie op het Berlijns filmfestival.

~

Een wat triest gestemde scholier is als kind door haar moeder in de steek gelaten. Haar vader hertrouwt en na verloop van tijd ontmoet ze haar jongere halfzuster Yu, die droomt ooit een beroemde balletdanseres te worden. De scholier Minako en het kind Yu vormen een vertederende paar, puur en uitmuntend gespeeld door Saki Terashima (Minako) en de beeldschone zesjarige Himawari Ono (Yu) die ontwapenend en stilaan de show steelt.

Op een dag neemt Minoka Yu mee naar het huis aan zee van haar pas overleden grootouders. Spelend met haar kleine halfzus is Minako ineens een surrogaatmoeder, wat haar steeds meer herinnert aan haar eigen moeder en de pijnlijke herinneringen uit haar kinderjaren. Haar vader drinkt tegenwoordig te veel en er is veel afstand tussen hen, maar haar wrokkige gevoelens naar haar moeder voeren nu de boventoon in haar leven. Strakke, visueel verrassende scènes worden afgewisseld met af en toe een iets te gekunstelde stilistische aanpak, maar al met al zeer geslaagde cinematografie van Osame Maruike in dit breekbare, ontroerende relaas.

Filmisch equivalent van Satie
The Buried Forest (Gerumaniumu no yoru, 2005)
Regie: Akira Ogata

Schitterende openingsbeelden, vrij naar Roy Lichtensteins pop-arttekeningen die overgaan in drie giechelende dorpsmeisjes die magische verhalen zitten te verzinnen.

~

Fantasie en werkelijkheid lopen speels door elkaar, en ogenschijnlijk is er geen verband tussen hun verhalen – volgens hen niets minder dan vervoersmiddelen om je door het leven te helpen. Het zijn trage mooie beelden, maar soms te fragmentarisch om de aandacht vast te houden. Misschien is een diepgaandere kennis van de Japanse cultuur nodig om de draad te ontcijferen.

Een prent die qua tempo het filmische equivalent van een gymnopédie van componist Erik Satie nadert, dus meditatief – hiervan kan men in vervoering raken of in coma, of mogelijk ook in een coma van vervoering in dit begraven bos. Hoe dan ook: de tijdloze muziek van Arvo Part zorgt voor een sprookjesachtige sfeer als uiteindelijk The Buried Forest van de titel geopenbaard wordt. Hoewel iets minder spectaculair heeft deze film iets van Tim Burtons Big Fish (2003), en met zijn behaaglijke sfeer, kleurrijke beelden en Avro Parts serene muziek is The Buried Forest een warme deken om u heelhuids door de naderende winter te loodsen.

Schatkist van visuele vondsten
Arch Angels (Michael) (Warau Daitenshi, 2006)
Regie: Issei Oda

Een tegenpool van verstild en meditatief vormt Issei Oda’s overrompelende epos Arch Angels.

~

Michael is beschermheilige van losers, loners en alles wat goed en liefdevol is. Op de gelijknamige St Michael’s Academy heerst een streng, door de nonnen ingevoerd regime om de rijkeluisdochters in toom te houden. Desondanks ontdekken gaandeweg drie van de leerlingen, een beeldschoon trio, dat ze bionische krachten bezitten. Er volgt een bonte verzameling escapades die even hallucinerend als hilarisch zijn wanneer de meiden, in de geest van hun beschermheilige, een kruistocht aangaan met het kwaad.

Deze film voegt een extra dimensie toe aan het begrip ‘over de top’. Het is een barok spektakelstuk vol visuele pracht, een subliem vormgegeven manga-adaptatie. De vingervlugge wisselingen tussen echt en animatie zijn indrukwekkend en regisseur Oda, de Aziatische meester van de special effects, doet hier zijn reputatie eer aan. Zelfs een oer-Hollands decor, die op het Holland Village themapark in Nagasaki lijkt, speelt een prominente rol en past wonderwel in het geheel. Deze schatkist van visuele vondsten dendert over de toeschouwer heen en Michaels schone engelen zijn de sieraden in de kroon. Leve de vorm, over de inhoud moet men voor een keer zwijgen. Eat your heart out, Charlie’s Angels.

Bijna ingeloste belofte
This Side of Paradise (Hikari No Kuni, 2006)
Regie: Kazuto Kodama

Regisseur Kazuto Kodama debuteerde in mei van dit jaar op het Osaka Asian Film Festival met This Side of Paradise, zijn eerste volledige film. Sinds zijn korte drama Dam Girl (2005) vorig jaar op de PFF Awards in Tokio verscheen (een prestigieus prijs voor zelfgefinancierde indiefilms) wordt Kodama als een belofte beschouwd. Zijn surrealistische gevoel voor humor werd geprezen en dat is wederom aanwezig in This Side of Paradise.

~

Een ontvoeringszaak en een complexe driehoeksverhouding tussen twee mannen en een vrouw zorgen voor opmerkelijke ontwikkelingen. Mika (Yumi Endo) wordt afgeperst. Zij krijgt bezoek van twee quasi-hippe kruimeldieven met een tamelijk hoog Bassie en Adriaan-gehalte. Kijkend naar deze twee en denkend aan Fargo (1996) van de broers Coen kan het niet anders dan slecht aflopen in dit wat rommelige verhaal. Mika en haar twee mannen krijgen het zwaar te verduren, maar het slot verrast omdat de hoofdrol daarin is weggelegd voor… schildpadden?!

This Side of Paradise schiet filmtechnisch af en toe iets te kort en de acteerprestaties zijn sterk wisselend van kwaliteit. Desondanks blijft Kodama’s eigenzinnige romantisch/komische drama een onderhoudend uitstapje.

Alleen de kippen huilden niet
The Whispering of the Gods (Gerumaniumu no yoru, 2005)
Regie: Tatsushi Omori

Begeleid door intens sombere muziek van componist Shuichi Chino bewegen reusachtige zwarte buffels tergend langzaam door een besneeuwde landschap. De magistrale opening van The Whispering of the Gods vormt een betoverende ouverture, maar is niets meer dan een wonderschone poort naar de claustrofobische hel van een geïsoleerde Christengemeenschap op het Japanse platteland.

~

Rou (Hirofumi Arai) keert terug na een tijd te hebben doorbracht in de bewoonde wereld waar hij gruwelijke moorden heeft gepleegd. In de openingsscène kijkt hij verdrietig en verveeld tegelijk als hij de priester Komiya (Renji Ishibashi) bevredigt terwijl die uit zijn bijbel voorleest. Later vrijt Rou hartstochtelijk met de aspirant non Kyoko (Megumi Sawara) maar het verkrachten van Sister Theresa (Reona Hirota) is zijn werkelijke doel, vertelt hij. Ondertussen drinken de protagonisten elkaars braaksel, eten elkaars vuiligheid en tuigen elkaar genadeloos af. Zijn ze krankzinnig geworden door een vorm van religieuze claustrofobie en agorafobie tegelijk in dit weidse, besneeuwde gebied, in deze verstikkende gesloten gemeenschap.

Regisseur Omori laat in zijn perverse tableau onbegrensd geweld, verderf en bestialiteit zien, gebaseerd op de beruchte roman van acteur/schrijver Mangetsu Hanamura. Vergelding is hier instant en meedogenloos: twee zwijnen aan het paren bevallen een opzichter niet, met een enorme ijzeren tang wordt het mannelijke zwijn bruut gecastreerd. Father Komiya zuigt gretig aan het lid van zijn hond, laat de hond hem ook oraal bevredigen, maar de hond bijt hard in zijn penis, Tôru (Keita Kimura) wordt door een medebewoner oraal bevredigd en kort daarna vermoordt hij op brute wijze zijn belager.

Extreme verwarring

In welke cirkel van Dantes Inferno horen deze moreelcorrupte misbaksels thuis? Is deze vuile bierput Omori’s aanklacht tegen het Christendom? In Japan, waar de hoofdreligies Shinto en Bhuddisme zijn, is maar een procent van de bevolking Christen. Omori heeft blijkbaar weinig op met deze minderheidsgodsdienst waar vergiffenis de uwe is, als u maar een paar minuten doorbrengt in stil gebed. Wat u ook voor gruwelijks hebt uitgehaald, zoals Rou met een dubbele moord op zijn geweten. Of wil Omori laten zien dat macht, religieus of sektarisch, corrupt maakt en isolement in een afgelegen gemeenschap nog corrupter? Als die elementen samenkomen is de misère niet te overzien.

Maar wat Omori’s diepere motieven voor deze hel op aarde ook mogen zijn, de extremiteiten roepen vooral extreme verwarring op. In zijn duistere wereld zijn de kippenhokken een oase van licht: alleen de kippen tokken opgewekt door in het oog van zijn perverse orkaan. En hoewel de ergste beelden afgewisseld worden door Ryo Otsuka’s vaak adembenemende cinematografie is deze film uiteindelijk te erg voor woorden en te erg voor beelden. Omori’s nachtmerrie is meedogenloos. Stilistisch is zijn film mooi sober, met vluchtige flashbacks. De povere belichting, wellicht bedoeld, versterkt het donkere, vervreemdende gevoel en het hele acteursensemble met rijzende sterren Hirofumi Arai en Megumi Sawara is sterk en geloofwaardig.

In Gaspar Noés controversiële Irréversible (2002) was er de onverdraaglijke wreedheid van een extreem gewelddadige verkrachtingsscène in ondergronds Parijs. Omori doet hier een schepje bovenop en raakt de uiterste grenzen van perversiteit. Bij het verlaten van de zaal is de zin om te gaan douchen bijna onbedwingbaar. Maar douchen, zelfs tot u een ons weegt, is geen optie want The Whispering of the Gods laat een onuitwisbare indruk achter.

Japanse Graffiti
Love on Sunday (Koi suru nichiyobi, 2006)
Regie: Ryuichi Hiroki

Ryuichi Hiroki is een van de interessantste hedendaagse Japanse regisseurs, zijn gedetailleerde vertellingen over introspectie, vriendschap en erotiek zijn bijzonder. Hij brak door met Vibrator (2003). It’s Only Talk (2005), die ook vertoond wordt, consolideerde op het afgelopen Rotterdam Film Festival zijn groeiende reputatie. In Love on Sunday draait alles om de onschuldige eerste zoen van een getroebleerde tiener. Hiroki laat vooral de kleine details van het leven van Akira (Takami Mizuhashi) zien.

~

Er is grote verandering op komst want zij moet verhuizen naar Tokio vanwege het werk van haar vader. Zij koestert al jaren een geheime liefde, haar oudste en trouwste schoolvriend Nao, maar Nao is verliefd op Tamaki. Op Akira’s afscheidsfeest gaat van alles mis: Nao nodigt Tamaki uit, niet wetend dat zijn platonische vriendin Akira smoorverliefd op hem is. Tamaki komt met haar ex-vriend Gaku die op zijn beurt Akira erg leuk vindt. In het begin wil Akira Tamaki niet accepteren na haar geflirt met Nao, maar na het ongemakkelijke feestje zetten ze voor even hun ingewikkelde, onderhuidse liefdespuzzel opzij en gaan ze stappen. Het viertal beleeft een aantal nachtelijke escapades slenterend door hun provinciestadje.

Extreme verwarring

Films over getroebleerde tieners zijn talrijk en ontegenzeglijk is de weergaloze American Graffiti (1973) van George Lucas een ijkpunt in het genre, maar ook Hiroki weet raad met de kalverliefdesperikelen van Akira en haar bloedmooie vriendenclub. De acteurs zijn uitmuntend, hun puurheid en onschuldige dromen zijn voor de cynicus misschien potsierlijk maar in de bekwame handen van Hiroki ontroert het verhaal des te meer. En deze onbeschreven Japanse bladen lijken niet veel te verschillen van hun westerse leeftijdgenoten. Maar voor Akira geen computerspelletjes, de kunst van het boogschieten kan haar meer bekoren. Als zij oefent levert dit schitterende zwierige beelden op: met haar verstilde gratie is Akira plots niet meer de stuntelige, stugge tiener. Deze poëtische beelden zijn kenmerkend voor Hiroki; zijn stijl is even puur, naturel en vol kleine verrassingen als zijn onbedorven hoofdpersonages zelf.

Uiteindelijk is een nachtelijke wedstrijd boogschieten Akira bijna noodlottig. Zij neemt het op tegen Gaku, doet een weddenschap, maar dreigt veel meer te verliezen. En als de zon weer opkomt, hoe zit het met Nao en Akira’s onuitgesproken liefde, en die langverwachte eerste zoen? Wordt haar oudste vriend, Nao, op de valreep haar nieuwe minnaar? Akira vertrouwt hem in ieder geval toe:
“Als ik een oud vrouwtje ben wil ik graag zien hoe jij als oud mannetje bent geworden.” Later die ochtend in de trein naar haar nieuwe leven in Tokio verraden haar ogen de herinneringen aan die laatste bewogen avond.

Dit tweede Dejima Japanese Film Festival is in vele opzichten een aanrader, vanwege de diversiteit, het inspirerende en provocatieve aanbod en de talloze premières. Maar niet in het minst als u van mening bent dat Japanners van Mars afkomstig zijn en Nederlanders van Venus, want dan zult u wellicht ontdekken dat deze twee uiteenlopende culturen meer raakvlakken tonen dan u voor mogelijk hield.

Een selectie van het programma draait tussen 8 en 11 november in Cinerama in Rotterdam, en van 10 tot 12 november in het Louis Hartlooper Complex in Utrecht.